Hendrik de Wolff
(Middelburg, 13 februari 1902 – Auschwitz, 30 september 1942) – 40 jaar
Sientje de Wolff – Van der Sluijs
(Middelburg, 28 augustus 1907 – Auschwitz, 9 augustus 1942) – 34 jaar
Trijntje de Wolff
(Rotterdam, 3 juli 1929 – Auschwitz, 9 augustus 1942) – 13 jaar
Aaltje de Wolff
(Rotterdam, 16 januari 1931- Auschwitz, 9 augustus 1942) – 11 jaar
Abraham de Wolff
(Rotterdam, 19 januari 1934 – Auschwitz, 9 augustus 1942) – 8 jaar
Hendrik de Wolff (1902), zoon van Trijntje de Wolff-Frank en Abraham de Wolff treedt op 3 april 1929, op 27-jarige leeftijd, in het huwelijk met de 25-jarige Sientje (1907), dochter van Joseph en Aaltje van der Sluijs-Lusse. Beiden worden in Middelburg geboren. Hendrik komt uit een gezin van tien kinderen. Hij heeft vier broers en vijf zussen. Sientje komt ook uit een groot gezin. Hendrik woont al sinds februari 1923 in Rotterdam in de Zandstraat 65a. Hij is koopman in manufacturen. In die periode woont zijn zus Rebekka tijdelijk bij hem in.
De Zandstraat vormde het hart van de Zandstraatbuurt. Men vond er kleine winkeltjes, cafés, dansgelegenheden en bordelen. Het was de meest Joodse buurt die Rotterdam ooit gekend heeft.
Hendrik en Sientje krijgen drie kinderen; Trijntje (1929), Aaltje (1931) en Abraham (1934). Ze verhuizen veel, maar vanaf 10 juli 1937 wonen ze in de Almondestraat 18b, in de Agniesebuurt, direct achter de Noordsingel.
Bombardement
De kinderen zijn respectievelijk 10, 9, en 6 jaar als de oorlog uitbreekt en het bombardement van 14 mei 1940 hun huis in de Almondestraat 18b volledig verwoest. Op 6 juli 1940 gaan ze samen met een broer en schoonzus van Sientje; Isaac en Sara van der Sluijs-Meijer in de Atjehstraat 55b op Katendrecht wonen. Ook hun huis in de Tuinderstraat ging in vlammen op. Ruim een maand wonen ze met zijn zevenen op de bovenwoning, tot Hendrik en Sientje met hun kinderen op 13 augustus 1940 een eigen woning aan de Sumatraweg 14a kunnen betrekken, op een steenworp afstand van de Atjehstraat. De Sumatraweg is een levendige straat met winkeltjes, Chinese logementen en gokhuizen.
Katendrecht is een toevluchtsoord voor gedupeerden door het bombardement en een ‘schijnbaar’ veilige haven. Het uitgaansleven verplaatst zich van de stad naar De Kaap, nadat ook de Schiedamsedijk verwoest werd. Amusementspaleizen als Pschorr en Casino Variété aan de Coolsingel werden voorgoed van de kaart geveegd. Ook de jazzmuziek doet het, ondanks het verbod van de Duitsers, goed op Katendrecht. Tot eind 1943. Dit omdat het de Duitse Wehrmacht niet was toegestaan op Katendrecht vertier te zoeken. Katendrecht groeide uit tot een kleine vrijstaat. Een plek van ontspanning in roerige tijden. Voor Joden golden er echter andere regels.
Registratie
Op 10 januari 1941 worden alle personen van geheel of gedeeltelijke Joodse afkomst verplicht zich in hun woonplaats te laten registreren, op weigering stond vijf jaar gevangenisstraf.
Opvoering segregatie
In de loop van 1941 is er sprake van een steeds verder opgevoerde segregatie; de verplichte bordjes ‘Verboden voor Joden’ verschijnen bij horecagelegenheden, zwembaden, parken, dierentuinen en bibliotheken. Kleine en grote ondernemingen krijgen de mededeling dat hen liquidatie of arisering wacht. Joden krijgen het bevel hun radio’s bij de politie in te leveren en mogen zich niet meer op markten vertonen. Joodse studenten worden van de universiteit geweerd, ook orkesten ontkomen niet aan arisering. In Rotterdam wordt een aantal belangrijke wegen voor Joden tot verboden terrein verklaard, zoals in het centrum Coolsingel, Nieuwe Binnenweg en West-Kruiskade.
Bommenwerpers op Katendrecht
Op 16 juli 1941 wordt de familie opgeschrikt door een nachtelijke aanval door Engelse en Amerikaanse bommenwerpers op de Duitse afweerpost op het Katendrechtse Hoofd. Er vallen bommen in de Katendrechtselaan, de Tolhuislaan en de Tolhuisstraat.
Jodenster
Vanaf 3 mei 1942 worden alle Joden van 6 jaar en ouder verplicht om een ster op de borst dragen met in Nederland het woord ‘Jood’. Niet alleen in Nederland maar in alle door de nazi’s bezette landen van Europa. De zwart getekende zespuntige gele ster is van stof en moet aan de linkerkant van de borst gedragen worden. Ze werden in Enschede in textielfabriek De Nijverheid geproduceerd. Het van oorsprong Joodse familiebedrijf wordt inmiddels bestuurd door een Duitse ‘arische’ zaakwaarnemer. De prijs was 4 cent per stuk en diende door de Joden zelf bekostigd te worden.
Tweede oproep
In augustus 1942 geeft de familie de Wolff gehoor aan de tweede oproep en melden zich bij Loods 24. Het transport naar Westerbork staat gepland voor 4 augustus. De havenloods tussen de Binnenhaven en de Spoorweghaven, eerder een opslag van tabak, wordt de Rotterdamse verzamelplaats van Joden. De houten loods op het afgesloten terrein van de voormalige Gemeentelijke Handelsinrichtingen ligt onttrokken aan het zicht van het publiek. Er zijn 2000 Joden opgeroepen. 800 van hen melden zich.
Hendrik, Sientje, Trijntje, Aaltje en Abraham verlaten hun woning op de Sumatraweg met een handvol spullen. Ze verlaten huis en haard.
De inboedel van de familie wordt zoals zo vele inboedels, geroofd door de Duitsers en vervoerd naar Duitsland. Maar het gebeurde ook wel dat, als de buren wisten dat er wat te halen viel, er spullen werden ‘verplaatst’.
Na het verlaten van de woningen worden de huizen verzegeld. Het daadwerkelijk leeghalen van de woningen werd in Amsterdam verzorgd door de fa. Puls, in Rotterdam was expediteur J. W. Hofmeester hier verantwoordelijk voor. Een deel ging met gevorderde vrachtauto’s naar Duitsland, een ander deel ging naar schuiten die in de Schie lagen. Er was, ondanks toezicht op diefstal, sprake van roof uit de schuiten. Veel van de inboedels kwam terecht bij NSB’ers.
Familie de Wolff wordt op 4 augustus 1942 naar Westerbork overgebracht en drie dagen later, op 7 augustus 1942, naar Auschwitz gedeporteerd. Sientje en haar drie kinderen worden op 9 augustus 1942 vermoord. Hendrik bijna twee maanden later op 30 september 1942. De drie kinderen worden genoemd op het kindermonument van Loods 24.
Slechts een ansichtkaart als herinnering
Het Oorlogsverzetmuseum Rotterdam 40-45 bezit een foto van het gezin De Wolff. Door deze ansichtkaart krijgt het gezin een gezicht.
Het is een fotokaart die men als een ansichtkaart kon versturen. Op de voorkant is het gezin door fotograaf Cornelis Kloens, van de Maashaven 23a, vastgelegd rond 1940. Vader laat met enige trots zijn gezin in hun zondagse outfit zien.
De teksten in het kinderlijke handschrift op de achterkant lijken van eenzelfde persoon. Wellicht van het vriendinnetje van de kinderen Ali en Trijntje, die de foto heeft gekregen of gevonden en ter herinnering heeft bewaard. Opvallend is dat de achternaam De Wolf met één ‘f’ wordt geschreven. Als Trijntje of Alie het zelf zouden hebben geschreven dan zouden ze dit zeker op de juiste wijze hebben gedaan (met twee ff-en). Later is er met een volwassen handschrift op geschreven; Weggehaald + 1942. Dat dit er later is bijgeschreven is af te leiden uit het feit dat de juiste datum niet wordt vermeld. De kaart van de Joodse Raad vermeldt dat Sientje en Hendrik op 4 augustus 1942 in Westerbork werden ingeschreven.
bron:
http://www.oorlogsgetroffenen.nl/thema/rechtsherstel/01_Roof_ten_tijde_van_de_bezetting
https://rkd.nl/nl/explore/artists/464004
https://gersrotterdam.nl/verhalen/kunst-cultuur/34/jazz-was-jazz-is-jazz-blijft
https://historischkatendrecht.wordpress.com/tweede-wereldoorlog/
Museum Rotterdam
https://www.joodserfgoedrotterdam.nl/roof-en-opslag/
Kaartje Joodsche Raad Sientje van der Sluijs via Arolsen Archives 130430278
illustraties:
– Stadsarchief Rotterdam. Momentopname uit het Rotterdamsche straatleven in de Zandstraat. Datering 1908-1912. Nummer. PBK-326; Reproductie: PBK 9577 in E-depot. Publicatie in Rotterdam-Centrum in oude ansichten, afb. 103.
Stadsarchief Rotterdam, datering foto 1900. Sumatraweg vanuit het zuiden, de panden zijn overblijfselen van het oude Katendrecht, Nummer: PBK-1983-317. Prentbriefkaarten verzameld door het Stadsarchief Rotterdam.
kaart gezin collectie st. OVMR/ Museum Rotterdam ’40-’45 NU (met vriendelijke toestemming)
Colofon:
Project: Stichting Kaapse Kringen, Marianne Ketting
Tekst: Stadsatelier Corneel, Cora de Roon
Research: Han de Bruijne, Cora de Roon
Eindredactie: Rob Snijders, historicus (www.joodserfgoedrotterdam.nl)
disclaimer
Wij hebben onze uiterste best gedaan van het materiaal op de website de makers en rechthebbenden te achterhalen. Ook hebben wij ons uiterste best gedaan om de ons aangeleverde informatie op de website zo verantwoord mogelijk te presenteren. Al hoewel wij daarbij zeer zorgvuldig te werk zijn gegaan kan het toch zijn dat een bezoeker, auteur, gebruiker of rechthebbende meent dat publicatie in strijd is met zijn of haar rechten, zoals portretrecht(en) en of auteursrechten. Indien een dergelijk situatie het geval lijkt verzoeken we onmiddellijk contact op te nemen met de projectleiders.
gepubliceerd:
6 januari 2021
laatst bijgewerkt:
7 januari 2021