Siegfried Alexander Cohen werd geboren op 3 januari 1897 te Hamburg als zoon van Abraham Arje Arie Cohen (Groningen, 19 juli 1869 – Sobibor, 21 mei 1943) en en Lina [Hitsele] Cohn (Hamburg, 19 november 1871 – Sobibor, 21 mei 1943). Siegfried trouwde op 4 oktober 1933 te Schiedam met Anna Helene Martha Laurenz (Berlijn, 10 januari 1907 – Rotterdam, 16 januari 1988). Siegfried en Lina kregen twee kinderen; Ruth Friedel Johanna (Soerabaja, 30 november 1936 – Rotterdam, 23 december 1992) en Barend Abraham Jacob Soerabaja, 9 januari 1942 – Woerden, 21 juni 2005). Siegfried overleed op 25 januari 1980 te Rotterdam.
In het begin van de jaren twintig woonde Siegfried al een korte periode in Rotterdam. Hij was toen vertegenwoordiger van beroep en woonde bij Levie de Vries en Geertje Cohen. Hij reisde in die tijd door Europa en kwam in oktober 1926 vanuit Palermo om toen een paar maanden in Rotterdam te wonen. Uiteindelijk vertrok hij naar Nederlands-Indië.
Siegfried Alexander Cohen was eigenaar van een handelsfirma in Soerabaja, Indonesië. In 1937 was Siegfried met vrouw en dochter vanaf juli in Rotterdam en woonde toen in op de Van der Meijdenstraat 31a. In oktober vertrok het gezin weer naar Soerabaja. Na terugkeer werd hij beëdigd tolk/vertaler Duits. Hij woonde vele jaren in Nunspeet.
Op latere leeftijd kreeg Siegfried een herseninfarct. Hij werd enige tijd verpleegd in het Sophia Ziekenhuis te Zwolle, waarna hij zijn intrek nam in het Centraal Joods Tehuis in Rotterdam, dicht bij zijn zus Johanna Amalia (Hamburg, 14 juli 1900 – Rotterdam, 2001), met wie hij een bijzondere band had.
Na zijn overlijden werd Siegfried Alexander Cohen, overeenkomstig zijn wens, begraven op de joodse begraafplaats te Elburg. Hij ligt op de eerste rij aan de rechterkant begraven.
Zijn zoon Barend, grondlegger van de forensische geneeskunde in Nederland, was een bevlogen verdediger van mensenrechten, waar ook ter wereld, die in zijn oom Adje een inspirerend voorbeeld vond.
Oom Adje ofwel Arthur Julius Cohen (Hamburg, 21 januari 1910 – Amsterdam, 22 december 2000) was de jongere broer van Siegfried Alexander. Hij vervulde een prominente rol in het Joodse verzet in Rotterdam tijdens de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog bekleedde Adje een sleutelrol in de wederopbouw van de Joodse gemeente in Rotterdam en hij bleef zich inzetten voor de verdieping van het religieuze Joodse leven in Nederland. Hij was een onvermoeibare strijder voor Joden in nood, bijvoorbeeld in displaced persons kampen, Tsjernobyl of Iran. In 1974 stichtte hij in Amsterdam het Cheider, een Joodse onderwijsinstelling die op orthodox leest is geschoeid.
Op de matseiwah van Siegfried in Elburg staat (vertaal):
Hier ligt begraven Simon Uri zoon van Abraham Arje ha-Kohen en van Hitsel.
Hij overleed op 12 sjewat 5740. Moge zijn ziel gebundeld worden in de bundel des levens.
bron:
Willem van Norel, Elburg 109, per email d.d. 25 juli 2021
Stadsarchief Rotterdam, Siegfried Alexander Cohen, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-516, pagina 559629
Stadsarchief Rotterdam, Siegfried Alexander Cohen, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-086, pagina 91861
Stadsarchief Rotterdam, Siegfried Alexander Cohen, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-086, pagina 91860
Stadsarchief Rotterdam, Siegfried Alexander Cohen, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-516, pagina 91859