Sara Wolffers-Schnitzler

Sara Schnitzler (Rotterdam, – Auschwitz, ) was de weduwe van koopman Maurits Wolffers (Rotterdam, 26 juni 1864 – Rotterdam, 13 oktober 1937). Zij hadden een dochter Rebecca (Rotterdam, 14 juni 1891 – Amsterdam 9 januari 1969). Het gezin woonde op adressen als de Ammanstraat 8, de Van Oldenbarneveltstraat 121 (in 1909 omgenummerd naar 101b), de Nieuwe Binnenweg 95a, de Witte van Haemstedestraat 30b en Sara woonde vanaf augustus 1940 op de Voorschoterlaan 112.

Sara kwam uit de muzikale familie Schnitzler en was een dochter van muziekmeester Abraham Israël Schnitzler (Rotterdam, 13 maart 1834 – Rotterdam, 27 juni 1915) en Rebecca van Vliet (Rotterdam, 10 mei 1828 – Rotterdam, 25 februari 1895). Ze was daar een van de zes kinderen waarvan er twee op zeer jonge leeftijd overleden.

Vader Abraham is volgens de archiefkaart muziekmeester, hij werd ook bekend als violist. Hij was een zoon van Israël Schnitzler en Rosetta Zoest en meer kinderen waren muzikaal. Zoon Isidore was zoals zijn vader Abraham vioolvirtuoos en vertrok naar Duitsland en de Verenigde Staten.
Bij het overlijden van Abraham in 1915 schreef Het Rotterdamsch Nieuwsblad over hem dat hij een van de kundigste leden was bij het orkest van de Hoogduitsche Opera (daar was hij tweede concertmeester) en later bij Eruditio Musica. Schnitzler gaf ook les.

Sara verhuurde in haar huis kamers. Ze was drie decennia lang de hospita van de remonstrantse dichter en classicus Jan Hendrik Leopold (Den Bosch, 11 mei 1865 – Rotterdam, 21 juni 1925) in de tijd dat het gezin Wolffers op de Van Oldenbarneveltstraat woonde. Hij had een warm contact met het gezin Wolffers, zo speelde hij op zijn kamer quatre mains met hen. Leopold was niet gehuwd en vanaf 1891 lang docent klassieke talen op het Erasmiaans Gymnasium. Daar bleef hij tot hij in 1924 werd afgekeurd wegens doofheid. Naast dit werk was hij schrijver en dichter. Op 12 maart 2025 werd Leopold in De Havenloods ‘de grootste dichter van Rotterdam’ genoemd.

Op 12 september 1934 werd Sara ingeschreven in Amsterdam en ging wonen op het Weesperplein 1, de Joodsche Invalide.  De Joodsche Invalide was een van de beste instellingen voor hulpbehoevende bejaarden en vermoedelijk had Sara in 1934 meer hulp nodig dan haar man die in Rotterdam bleef. Vermoedelijk keerde ze terug naar Rotterdam; vanaf augustus 1940 woonde ze volgens bronnen op de Voorschoterlaan. Later tijdens de bezetting is ze waarschijnlijk teruggekeerd naar de Joodsche Invalide, joodsmonument.nl geeft die instelling op als haar laatste adres voor haar deportatie. Op 1 maart 1943 werden de laatste bewoners van deze instelling op transport gesteld, Sara was toen al vermoord.

 

 

 

opmerking:
geboortedatum Abraham Israël Schnitzler volgens archiefkaarten Stadsarchief Rotterdam, andere bronnen spreken over 13 maart 1833.

bron:
Maurits Wolffers, Stadsarchief Rotterdam, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-543.
Abraham Israël Schnitzler, Stadsarchief Rotterdam, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 52.
Abraham Israël Schnitzer, Stenen Archief, https://www.stenenarchief.nl/hsa_all/hsa_view.php?editid1=20865 (geraadpleegd 17 maart 2025).
A. L. Schnitzler, Kunstnieuws.. “Rotterdamsch nieuwsblad”. Rotterdam, 30-06-1915, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 17-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010296045:mpeg21:p003.
De grootste dichter van Rotterdam lijkt bijna vergeten, De Havenloods, 12 maart 2025.
Sara Schnitzler, Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten, archiefnummer 30238, inventarisnummer 722.

gepubliceerd:
18 maart 2025

laatst bijgewerkt:
18 maart 2025