Samuel Jacob da Silva (Curiel) werd geboren in Paramaribo op 4 december 1875. Zijn vader was Jacob Isaac da Silva, koopman en zijn moeder was Jacquelina Hoheb Brandon. Hij was getrouwd met Céline Jacqueline Bueno Bibaz. Samuel had drie zoons en één dochter. Hij was burgemeester van Zwartewaal van 1924 – 1932 en burgemeester van Oostvoorne van 1932 – 1938. In Suriname was hij ook werkzaam in het bestuur, vanaf 1917 districtscommissaris van Coronie en vanaf 1920 van Boven-Para. Samuel overleed in Den Haag op 3 juli 1943.
Samuel (foto in de Surinaamse tijd) kwam uit een oud Sefardisch geslacht, dat een paar generaties in Suriname woonde en daarvoor in Amsterdam. Hij was een van de weinige Joodse burgemeesters die we voor de oorlog in ons land hadden, hij was wel overgegaan tot de Nederlands Hervormde godsdienst (er waren overigens wel wat Joodse gemeenteraadsleden voor de Tweede Wereldoorlog). Hij was ondanks het feit dat hij gedoopt was (geschmad) trots op zijn Joodse afkomst. Ook zijn vrouw was van Sefardische afkomst.
Bij zijn komst naar Nederland kreeg hij als eerste gemeente Zwartewaal aangeboden, toen de kleinste gemeente van Zuid Holland. In die periode woonde hij in Den Briel omdat er geen woning in Zwartewaal voorhanden was.
In 1932 kreeg hij het grotere en moeilijker te besturen Oostvoorne aangeboden en in 1938 ging hij met pensioen. Na zijn pensionering verhuisde hij met zijn gezin naar Den Haag. Zijn gezondheid was matig en hij overleed op 3 juli 1943 in Den Haag.
Samuel was een van de eerste Joodse burgemeesters in ons land, maar niet de allereerste. Al in 1893 was Eduard Jacobs (1855 – 1921), broer van Aletta Jacobs, burgemeester van Lonneker. Hij werd in 1906 burgemeester van Almelo.
1 maart 2016