Rotterdams Philharmonisch Orkest

6 juni 1940. Het Rotterdamsch Philharmonisch Orkest heeft zijn repetities weer voortgezet en wel in zaal Lommerrijk in Hillegersberg. Op de foto Eduard Flipse met zijn mannen aan het werk.

Voordat het tot een Rotterdams Philharmonisch Orkest kwam waren er twee voorlopers. Op 10 juni 1918 werd in de Tivoli Schouwburg het Genootschap van Beroepsmusici tot onderlinge Kunstbeoefening opgericht door onder anderen de half-Joodse Meijer Wery, Jules Adrianus Zagwijn en Willem Feltzer. In 1920 werd het gezelschap herdoopt tot Rotterdamsch Philharmonisch Genootschap en in 1937 werd de naam Rotterdamsch Philharmonisch Orkest. Deze laatste naam werd overigens in 1921 in de pers al gebruikt.

Joodse musici
Al vanaf 1918 waren Joodse musici bij het orkest betrokken. Meijer Wery was een van de eersten, tijdens de oprichting, maar er waren er meer die in de loop van de jaren naar voren kwamen in berichten in de pers. Wie er in de pers genoemd werd waren doorgaans de solisten tijdens een uitvoering excelleerden of personen met wie werd samengewerkt binnen een gastoptreden. Zij zijn achterhaald door de kranten van 1918 tot 1942 door te nemen. Uiteraard waren er meer Joodse musici maar bij het ontbreken van lijsten van orkestleden vanaf 1918 is het vrijwel onmogelijk om deze allemaal te noemen. Van wie is bekend dat ze met het orkest werkten?

Sophie Haas trad in 1922 met het orkest op als sopraan, en zij zou nog regelmatig terugkeren. In datzelfde jaar trad de pianiste Margaretha (Grietje) Kattenburg-Hartz (Amsterdam, – Sobibor, ) op met het orkest. In 1924 speelde Alexander (Elkan) Kosman (Rotterdam, 12 februari 1872 – Amsterdam, 9 februari 1956) het viool concert van Mendelssohn. Op 23 mei 1925 was harpiste Rosa (Rozalie) Spier (Den Haag, 7 november 1891 – Amsterdam, 8 juli 1967) van het Residentie-orkest soliste bij een zaterdagmiddag-concert. Op 2 maart 1928 trad Rosa wederom als soliste met het orkest op en zij zou nog regelmatig terugkeren. Salomon Gotlib speelde in 1928 de piano, Herman Bril de viool en zijn broer Salomon (Samuel) Bril (Rotterdam, 12 juli 1903 – Capelle aan den IJssel, 5 februari 1985) de violoncel. Salomon Bril kreeg in de zomer van 1937 een aanstelling bij het Concertgebouworkest in Amsterdam.
Op 8 maart 1926 speelde Salomon Marix Loevensohn (België, Kortrijk, 31 maart 1880 – Frankrijk, Montauban, 24 april 1943) als solist in een concert van het orkest. Loevensohn was in die tijd eerste solo-cellist van het Concertgebouworkest. In datzelfde jaar was David Lavino 1e violist bij het orkest.

Op 12 maart 1927 was Albert van Raalte (Amsterdam, 21 mei 1890 – Amsterdam, 23 november 1952) gastdirigent van het orkest. Hij werd vanaf april 1941 dirigent van het Joodsch Symphonie Orkest, dat bestond uit ontslagen Joodse musici uit andere orkesten, alleen voor Joden mocht optreden en alleen muziek van Joodse componisten mocht uitvoeren. Vanaf de zomer van 1942 mocht dit orkest niet meer optreden.
Van Raalte was gehuwd met de niet-Joodse Helena Horneman. Een gemengd huwelijk was geen garantie om aan deportatie te ontkomen, Van Raalte kon in Amsterdam blijven en overleefde de oorlog.
Op 14 april 1928 werd het cello concert van de halfjoodse componiste Henriëtte Bosmans door Loevensohn gespeeld. Op die dag bleek dat Loevensohn ziek was en Max Orobio de Castro (Amsterdam, 4 april 1887 – Amsterdam, 28 september 1962) nam zijn taak over.

Alexandre Tansman

In juli 1928 werd violist Alexander Schmuller (Mazyr, Rusland, 5 december 1880- Amsterdam, 29 maart 1933) tot dirigent benoemd. Hij zou twee seizoenen het orkest leiden. Schmuller werd na zijn overlijden begraven op de Joodse begraafplaats in Muiderberg. Schmuller was een tijd de docent van de violiste Sara van Gelderen – Lessing (Amsterdam, – Auschwitz, ), die eveneens in het orkest speelde. De pianist Leonid Kreutzer (Sint Petersburg, Rusland, 13 maart 1884 – Tokyo, 30 oktober 1953) speelde op 6 oktober 1928 met het orkest. In december van dit jaar speelde violist Josef Wolffsthal (Wenen, 12 juni 1899 – Berlijn, 3 februari 1931) met het orkest als solist. Eind december 1929 speelde Nicolaas (Nicolai) Graudan (Liepaja, Letland, 5 september 1896 – Moskou, 9 augustus 1964), zoon van Moisey Itzhak Graudan en Flora Mandel, als solist.
Op zaterdag 8 maart 1930 werd het stuk Psyche van de half-Joodse componist Hendrik Jacobus (Henk) Citroen (Amsterdam, 12 juli 1905 – Voorhout, 8 december 1990), zoon van Louis Citroen en Maria Louisa Rubens, opgevoerd.
Op 26 november 1932 trad de Pools-Joodse componist Alexandre Tansman (Łódź, 11 juni 1897 – Parijs, 15 november 1986) op met het orkest. Hij speelde het Tweede Pianoconcert, door hem zelf gecomponeerd. In 1938 dook zijn naam op in de beruchte nazi-tentoonstelling over Entartete Musik, zijn muziek mocht niet meer worden gespeeld in het Derde Rijk. Tansman ging na de deling van Frankrijk in 1940 naar Nice en in 1941 vluchtte hij met echtgenote en dochters via Lissabon naar de Verenigde Staten.

In januari 1933 zong de sopraan Henriëtte van Breemen als soliste met het orkest. In februari 1933 was het de beurt aan de in Rotterdam woonachtige Rosine (Rosina Hendrica) van Veen – van Vriesland (Haarlem, – Auschwitz,

Tijdens de zaterdagmiddag-concerten in het seizoen 1934 – 1935 traden onder anderen violist Sam Swaap (Amsterdam, 15 oktober 1888 – Den Haag, 8 november 1971), Rosa Spier en Sam Bril op. In december 1935 trad de Joodse Tsjechische componist Jaromir Weinberger (Praag, 8 januari 1896 – St. Petersburg, Florida, 8 augustus 1967) op met zijn eerste uitvoering in Nederland van zijn stuk Weihnachten, een Boheems kerstsprookje.

21 december 1936
Op 21 december 1926 werd er in de Doelezaal te Rotterdam een instrumentaal concert gegeven ten bate van het Joodsch Nationaal Fonds. Onder leiding van Sam Swaap werden er werken van Mendelssohn en Tschaikovsky uitgevoerd. Carl Flesch (Hongarije, Moson, 9 oktober 1873 – Luzern, 14 november 1944) was solist en hij vertolkte het vioolconcert van Beethoven.

Op 30 november 1937 begeleidde het orkest de Joodse Argentijns-Amerikaanse-Oostenrijkse violist Richard Odnoposoff (Buenos Aires, 24 februari 1914 – Wenen, 26 oktober 2004). In maart 1938 was Louis Krassner (Cherkasy, Cherkas’ka oblast, Oekraine, 21 juni 1903 – Brookline, Massachusetts, 4 mei 1995) op viool de solist die speelde met het orkest.

Op 17 maart 1939 was violist Carl Flesch de solist bij het orkest. Flesch was gehuwd met Bertha Josephus Jitta (Amsterdam, 17 juni 1882 – New York, 1971) en zij woonden na hun huwelijk in 1906 op de Johannes Verhulststraat 94hs in Amsterdam. Op vrijdag 10 mei 1940 werd het laatste concert voor het bombardement gegeven, voor de KRO-radio. Flesch was vioolleraar voor Louis Asch, die ook bij dit orkest heeft gespeeld.

Joseph van der Sluis (Den Bosch, 9 mei 1879 – Auschwitz, 15 oktober 1942) was violist en heeft in dit orkest gespeeld. Joseph was gehuwd met Roosje Jetta Valk (Wildervank, – Auschwitz, ). Zij trouwden op 24 oktober 1928 in Rotterdam en woonden vanaf 1936 op de Diergaardesingel 51b, gevolgd door de Proveniersstraat 41b vanaf augustus 1939.

Daar Rotterdam op het oogenblik niet meer de beschikking heeft over een voor het geven van concerten geschikte zaal, heeft het Rotterdamsch Philharmonisch Orkest van den nood een deugd gemaakt door in den tuin van „Lommerrijk” een openluchtconcert te geven. Hoewel de oude instrumenten waren verloren gegaan, kon toch met volledige bezetting worden gespeeld.

14 mei 1940 – bombardement op Rotterdam
Het Rotterdamsch Philharmonisch Orkest speelde veelal in De Doele. Die locatie werd bij het bombardement op Rotterdam vernietigd en veel van de instrumenten gingen verloren. Maar het orkest ging door. Op 21 mei berichtte de dirigent Eduard Flipse dat er al weer voldoende instrumenten waren en er in Dijkzigt of in Scheveningen gespeeld kon worden. Op 6 juni 1940 werd er gerepeteerd in zaal Lommerrijk in Hillegersberg en rond 16 juli 1940 was er een openluchtconcert, eveneens bij Lommerrijk. In juli 1940 werd de Koninginnekerk als tijdelijk onderkomen voor de concerten gebruikt, evenals op 20 december 1940. In oktober 1940 werd de Termijnzaal van de Nieuwe Beurs als oefenlocatie gebruikt.

15 mei 1941 – Joodse musici werden ontslagen uit orkesten.
Vóór 15 mei 1941 moesten de musici een formulier invullen. De niet-Joodse musici vulden een A-formulier in, de A van Ariër. De Joodse musici vulden een B-formulier in. Op 15 mei 1941 werd door de nazi’s de maatregel uitgevaardigd dat Joodse musici geen deel uit mochten maken van niet-Joodse orkesten. Ook het Rotterdams Philharmonisch Orkest moest elf Joodse musici ontslaan. Al eerder, op 3 mei 1941, verscheen in Het Nationale Dagblad; voor het Nederlandsche Volk een advertentie voor verschillende musici voor het Rotterdamsch Philharmonisch Orkest, Residentie-orkest en het Concertgebouworkest.
Aan het ontslag van de Joodse musici mocht van de bezetter geen enkele publiciteit worden gegeven. De ontslagen musici in het Rotterdamsch Philharmonisch Orkest waren: violist Jacob Abraham Blok, bassist/pianist Salomon Gotlib, violist Joseph van der Sluis, Levie van der Sluis, violist Albert van Tijn, Abraham (Bram) van Zanten en David Lavino. Zij overleefden de Sjoa niet. Verder werden Herman Bril, Jacob Jacobs, violist Meijer Tokkie (Rotterdam, 13 februari 1902) en Meijer Wery, die de oorlog wel overleefden, ontslagen.

In het jaarverslag over 1941 van het orkest werd slechts de volgende zin gewijd aan het ontslag van de elf musici: ‘Het meerendeel van de 11 leden, die het orkest op 15 mei verlieten, was vele jaren aan het orkest verbonden. Voor de groote toewijding, waarmede zij hun taak hebben vervuld, moge hier een bijzonder woord van dank worden geuit’.

 

 

bron:
Gotlib, H. Bril, S. Bril, Advertentie. “Voorwaarts : sociaal-democratisch dagblad”. Rotterdam, 31-01-1928, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 15-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010211884:mpeg21:p005.
Sophie Haas, “Rotterdamsch nieuwsblad”. Rotterdam, 20-04-1922, p. 9. Geraadpleegd op Delpher op 15-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010494226:mpeg21:p009.
Kattenburg-Harz, “De Maasbode”. Rotterdam, 04-06-1922. Geraadpleegd op Delpher op 15-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000191839:mpeg21:p006.
Helena Stuiver, “De Maasbode”. Rotterdam, 02-10-1922. Geraadpleegd op Delpher op 15-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000190005:mpeg21:p004.
Alexander Kosman, “De Maasbode”. Rotterdam, 09-02-1924. Geraadpleegd. op Delpher op 15-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000190339:mpeg21:p006.
Rosa Spier, “De Maasbode”. Rotterdam, 16-05-1925. Geraadpleegd op Delpher op 15-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000194659:mpeg21:p009.
Loevensohn, Advertentie. “Voorwaarts : sociaal-democratisch dagblad”. Rotterdam, 05-03-1926, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 15-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010211682:mpeg21:p008.
Albert van Raalte, “Voorwaarts : sociaal-democratisch dagblad”. Rotterdam, 10-03-1927, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 16-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010211380:mpeg21:p008.
Carl Flesch, Stadsarchief Amsterdam, Overgenomen delen, archiefnummer 5416, inventarisnummer 76.
Carl Flesch, “De Maasbode”. Rotterdam, 16-02-1939. Geraadpleegd op Delpher op 16-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000195541:mpeg21:p005.
IN DE OPEN LUCHT. — Daar Rotterdam op het oogenblik niet meer de beschikking heeft over een. “Algemeen Handelsblad”. Amsterdam, 17-06-1940. Geraadpleegd op Delpher op 16-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000088260:mpeg21:p010.
Koninginnekerk. “Nieuwe Apeldoornsche courant”. Apeldoorn, 30-07-1940. Geraadpleegd op Delpher op 16-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMCODA01:000159097:mpeg21:p008.
Termijnzaal,  “Rotterdamsch nieuwsblad”. Rotterdam, 03-10-1940, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 16-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011002473:mpeg21:p013.
Rosa Spier, “Rotterdamsch nieuwsblad”. Rotterdam, 02-03-1928, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 16-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010514235:mpeg21:p010.
Henriette Bosmans, “Voorwaarts : sociaal-democratisch dagblad”. Rotterdam, 09-04-1928, p. 12. Geraadpleegd op Delpher op 16-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010324951:mpeg21:p012.
Orobio de Castro, “Nieuwe Rotterdamsche Courant”. Rotterdam, 14-04-1928, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 16-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010029602:mpeg21:p004.
Schmuller, “Rotterdamsch nieuwsblad”. Rotterdam, 13-07-1928, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 16-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010514344:mpeg21:p014.
Kreutzer, “De Maasbode”. Rotterdam, 07-10-1928. Geraadpleegd op Delpher op 16-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000197024:mpeg21:p010.
Wolffsthal, “De Maasbode”. Rotterdam, 23-12-1928. Geraadpleegd op Delpher op 16-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000197143:mpeg21:p010.
Graudan, “De Maasbode”. Rotterdam, 22-12-1929. Geraadpleegd op Delpher op 17-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000198548:mpeg21:p010.
Citroen, Kunstnieuws. Rotterdamsch Philharmonisch Orkest. “Rotterdamsch nieuwsblad”. Rotterdam, 10-03-1930, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 17-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011002031:mpeg21:p017.
Tansman, Rotterdamsch Philharmonisch Orkest. “Het Vaderland : staat- en letterkundig nieuwsblad”. ‘s-Gravenhage, 28-11-1932, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 17-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010014462:mpeg21:p013.
Alexandre Tansman, “Rotterdamsch nieuwsblad”. Rotterdam, 28-11-1932, p. 13. Geraadpleegd op Delpher op 17-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB32:164662032:mpeg21:p00013.
Henriette van Breemen, Kunstnieuws.. “Rotterdamsch nieuwsblad”. Rotterdam, 14-01-1933, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 18-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB32:164663016:mpeg21:p00008.
Vriesland, Stadsnieuws.. “Rotterdamsch nieuwsblad”. Rotterdam, 20-02-1933, p. 13. Geraadpleegd op Delpher op 18-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB32:164663057:mpeg21:p00013.
Stichting “Het Rotterdamsch Philharmonisch Orkest”, jaarverslag 1940 – 1941, 2.
1934-1935, ROTTERDAMSCH PHILH. ORKEST.. “Het Vaderland : staat- en letterkundig nieuwsblad”. ‘s-Gravenhage, 20-09-1934, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 18-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010015572:mpeg21:p003.
Jaromir Weinberger, Kunstnieuws.. “Rotterdamsch nieuwsblad”. Rotterdam, 23-12-1935, p. 11. Geraadpleegd op Delpher op 18-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB32:164680060:mpeg21:p00011.
Samuel Brill.. “Dagblad van Noord-Brabant”. Breda, 10-07-1936. Geraadpleegd op Delpher op 18-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB23:001986009:mpeg21:p00002.
CONCERT TEN BATE VAN JOODSCH NATIONAAL FONDS.. “Rotterdamsch nieuwsblad”. Rotterdam, 30-11-1936, p. 10. Geraadpleegd op Delpher op 18-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB32:164686025:mpeg21:p00010.
Richard Odnoposoff, RICHARD ODNOPOSOFF. Het Rotterdamsch Philharmonisch Orkest in de hoofdstad.. “De Maasbode”. Rotterdam, 01-12-1937. Geraadpleegd op Delpher op 18-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000192630:mpeg21:p006.
Krassner,”Rotterdamsch nieuwsblad”. Rotterdam, 30-03-1938, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 19-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB32:164694025:mpeg21:p00002.
KRO, “Nieuwe Haarlemsche courant”. Haarlem, 09-05-1940, p. 6. Geraadpleegd op Delpher op 19-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMNHA03:179206014:mpeg21:p00006.
21 mei, ROTTERD. PHILH. ORKETS. “Rotterdamsch nieuwsblad”. Rotterdam, 21-05-1940, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 19-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011002392:mpeg21:p006.
20 december 1940, ROTTERDAMSCH PHILHARMONISCH ORKEST.. “De Maasbode”. Rotterdam, 17-12-1940, p. 6. Geraadpleegd op Delpher op 19-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110531209:mpeg21:p006.
Vacatures, Advertentie. “Het nationale dagblad : voor het Nederlandsche volk”. Leiden, 03-05-1941, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 19-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011132527:mpeg21:p002.
Joseph van der Sluis, Stadsarchief Rotterdam,494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-429.

illustratie:
6 juni 1940. Het Rotterdamsch Philharmonisch Orkest heeft zijn repetities weer voortgezet en wel in zaal Lommerrijk in Hillegersberg. Op de foto Eduard Flipse met zijn mannen aan het werk. “De Maasbode”. Rotterdam, 06-06-1940, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 16-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110530983:mpeg21:p004.
IN DE OPEN LUCHT. — Daar Rotterdam op het oogenblik niet meer de beschikking heeft over een. “Algemeen Handelsblad”. Amsterdam, 17-06-1940. Geraadpleegd op Delpher op 16-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000088260:mpeg21:p010.
Alexandre Tansman, “Rotterdamsch nieuwsblad”. Rotterdam, 28-11-1932, p. 13. Geraadpleegd op Delpher op 17-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB32:164662032:mpeg21:p00013.
Vacatures, Advertentie. “Het nationale dagblad : voor het Nederlandsche volk”. Leiden, 03-05-1941, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 19-06-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011132527:mpeg21:p002.

gepubliceerd:
19 juni 2024

laatst bijgewerkt:
1 november 2024