Pauky Kosman was een talentvol musicus en werd in Rotterdam als Paulina op 13 februari 1920 geboren als dochter van Hartog Mozes Kosman en Cornelia van Gelderen.
Ze was een ver familielid van de bekende joodse musicus Arend de Vries, vader van drie destijds internationaal bekende musici: trompettiste Clara, trompettist Louis en Jack, die tuba, contrabas en trombone speelde. Vijftien jaar oud kreeg Pauky haar eerste trompetlessen van Arend de Vries. Haar twee jaar oudere achternichtje Clara gaf haar aanwijzingen en tips bij de thee. Pauky speelde trompet, contrabas en nam zangles. Al spoedig werkte ze met tal van gerenommeerde orkesten.
In 1937 trad ze als bassiste/zangeres gedurende de gehele maand juli op met de Ladies Show Band onder leiding van Clara de Vries. Het was een happening geweest zijn voor de jonge Kosman, vooral op de 12e juli, toen de wereldberoemde tenorsaxofonist Coleman Hawkins optrad.
Pauky heeft in haar hele leven slechts één interview gegeven, in mei 1940 voor ‘De Jazzwereld’. Er was al eerder over haar geschreven toen ze onder een andere naam optrad. Dat was in september 1936 toen ze in het maandblad een eervolle vermelding kreeg. In een recensie van een concert van het Vara-dansorkest The Lucky Stars, stond: “vooral van Kay Caroll, een nieuwe zangeres, wier prestaties uitstekend zijn. Zij is niet in vaste dienst, doch heeft reeds verscheidene keren meegezongen.”
Dat Pauline Kosman onder een andere naam optrad, was niet zo verwonderlijk. Pseudoniemen kwamen meer voor in het muziekwereldje. Bert van Dongen bijvoorbeeld heette eigenlijk Ab Cohen, dat was algemeen bekend. Wie er achter Kay Caroll schuilde, was destijds echter moeilijk te achterhalen. De schrijver van de recensie, Bob Schrijver, probeerde via de VARA een foto van Caroll te bemachtigen, maar zonder succes. Haar naam verdween eveneens uit de muziekrubrieken. Pas vier jaar later bleek uit het interview in ‘De Jazzwereld’ – van dezelfde Bob Schrijver – dat Kay Caroll niemand anders was dan ‘Pauky’.
Behalve met The Lucky Stars werkte Kosman met het orkest van Majo Marco, de artiestennaam van Jo Dreese. Marco en zijn orkest openden op zondag 1 oktober 1939 het winterseizoen in de bekende Rotterdamse dancing Pschorr. Het leverde Kosman de eerste advertenties op met haar naam. In de NRC en het Rotterdamsch Nieuwsblad werd vermeld: „Als croonster met Majo Marco’s Band zal vanaf morgen optreden Pauline Kosman“. Het tijdschrift ‘De Jazzwereld’ schreef over haar in die periode: „Tevens hoorde ik hun lady-crooner Pauline Kosman, die niet alleen zong, maar ook trompet speelde en de band dirigeerde. Haar zang was levendig en vol uitdrukking. Ze heeft een goede stem en weet haar songs goed voor te dragen. Het trompetspel – ik zou haar ‘de Hollandsche Valaida’ willen noemen – is beschaafd en mijns inziens zelfs beter dan dat van Valaida.”
De Amerikaanse trompettiste/vocaliste Valaida Snow bezocht Nederland in de jaren dertig enkele malen. Het bevestigde dat de Rotterdamse over voldoende talenten beschikte om tot een vedette uit te groeien. Pauky heeft de eerste maanden na de Duitse inval in Nederland nog enige tijd met het orkest van Majo Marco gewerkt, hoogstwaarschijnlijk zelfs nog in juni en juli 1940. Dit blijkt uit het arrangementenalbum van Leo Horneman, die vanaf december 1937 tot en met juli 1940 pianist/arrangeur bij Majo Marco was en in zijn engagementenalbum nauwkeurig bijhield. In juni en juli had Majo Marco een engagement bij Bellevue in Amsterdam, aldus dit album, en hierbij staan geen bezettingswijzigingen, die altijd nauwkeurig werden bijgehouden door Leo Horneman. Dit is het laatste engagement dat Leo Horneman bij Majo Marco had. Of Pauky Kosman daarna aanblijft is niet op te maken uit dit album. Van Majo Marco is uit de online krantenarchieven nog een engagement in september 1940 bekend. Dit was bij Tanz Klause in Amsterdam.
Tegen het einde van 1941 duikt Pauky weer op in Amsterdam. Tot het voorjaar van 1942 is zij daar als ‘micro-zangeres’ verbonden aan het Groot Joodsch Amusementsorkest, onder leiding van organist Bernard Drukker. In dit grote orkest werkten talrijke prominente dans- en jazzmusici die elders ontslagen waren vanwege hun Joodse afkomst. Het was een uitstekend muzikaal gezelschap, bestaande uit onder meer de saxofonisten Sally Doof en Ab van der Molen, trombonist/arrangeur Heinz Lachmann en de slagwerker Maurice van Kleef.
Merkwaardig is dat Pauky’s familienaam op aanplakbiljetten afwisselend werd gespeld als Kosma of Kosmar. Waren dit zetfouten, of had het een diepere bedoeling? We weten het niet. Na het voorjaar van 1942 ontbreekt ieder spoor van Pauline Kosman. Waarschijnlijk is ze in de zomer of op een later tijdstip op transport gesteld. We weten nu, dat was in 1993 nog niet duidelijk, dat ze op 25 september 1942 in Auschwitz is vermoord, vijf dagen voor haar man Mozes Calman Poons.
Wat rest zijn de laatste woorden die van haar in druk verschenen in het interview in ‘De Jazzwereld’: „Coleman Hawkins meende dat ik het ver zou brengen, maar ik zie het er nog niet van komen.” Zowel Hawkins als de schrijver van het artikel Bob Schrijver hadden achteraf misschien gelijk gekregen, als er niet zo’n afschuwelijk einde aan Kosmans veelbelovende carrière was gekomen. Voor zover bekend is er geen enkele geluidsopname van Pauky Kosman bewaard gebleven.
Bron:
Herman Openneer: “Kunst en Cultuur ‘Ladycrooner’ Pauky Kosman had het ver kunnen schoppen”. “Nieuw Israelietisch weekblad“. Amsterdam, 17-09-1993. Geraadpleegd op Delpher op 27-04-2017, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010860635:mpeg21:a0086
Herman Openneer was in 1993 medewerker van het Nationaal Jazz Archief in Amsterdam.
email Marcel Bovy d.d. 30 mei 2017 betreffende arrangementenalbum Leo Horneman
“Advertentie”. “Algemeen Handelsblad“. Amsterdam, 28-09-1940. Geraadpleegd op Delpher op 30-05-2017, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010672232:mpeg21:a0064
“„HAAGSCHE CULTUUR!””. “Het nationale dagblad : voor het Nederlandsche volk“. Leiden, 07-03-1941. Geraadpleegd op Delpher op 01-06-2017, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011132481:mpeg21:a0107
Illustratie
“Kunst en Cultuur ‘Ladycrooner’ Pauky Kosman had het ver kunnen schoppen”. “Nieuw Israelietisch weekblad“. Amsterdam, 17-09-1993. Geraadpleegd op Delpher op 27-04-2017, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010860635:mpeg21:a0086
“Advertentie”. “Algemeen Handelsblad“. Amsterdam, 28-09-1940. Geraadpleegd op Delpher op 30-05-2017, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010672232:mpeg21:a0064
“„HAAGSCHE CULTUUR!””. “Het nationale dagblad : voor het Nederlandsche volk“. Leiden, 07-03-1941. Geraadpleegd op Delpher op 01-06-2017, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011132481:mpeg21:a0107
gepubliceerd:
27 april 2017
laatst bijgewerkt:
4 mei 2021