Al snel na het bombardement van 14 mei 1940 werden de plannen rond de noodwinkels in Rotterdam bekend gemaakt. Het aantal noodwinkels dat nodig was – 750 – geeft een beeld van de vernietiging van de middenstand in de binnenstad. Wat schreef ‘De Tijd’ over de plannen?
‘Noodwinkels te Rotterdam Er komen er 750 in series van 6 gebouwd
De opruimingswerkzaamheden in de binnenstad van Rotterdam zijn thans zoover gevorderd, dat men allengs kan overgaan tot verwezenlijking der plannen voor het stichten van noodwinkels en noodbedrijven. B. en W. hebben nu de verdeeling van den beschikbaren grond, waarvan alleen al voor de groote bedrijven 90.000 vierkante meter is gereserveerd, opgedragen aan den heer C. Effers, den secretaris van het bestuur der voor dit doel vereenigde architecten van Rotterdam. Op den Coolsingel komen nu kleine café’s en winkels van den middenstand, de Bijenkorf krijgt een plaats op de stoep voor het vroegere gebouw. De winkeliers van de Blaak hebben zich vereenigd om weer gezamenlijk op den ouden stand te beginnen. Bij Dijkzigt zullen tal van groote magazijnen hun verkoopsruimten vestigen. Voor dit doel krijgen zij tegen een recognitie van één gulden in totaal ongeveer 600 vierkante meter grond tot hun beschikking. Voor het terrein tusschen den Nieuwen Binnenweg en de Breitnerstraat hebben zich ongeveer honderd gegadigden aangemeld; er zal nu geloot worden, omdat niet allen kunnen worden toegelaten. Ook in Blijdorp, bij den Walenburgerweg, zal een centrum van groote zaken ontstaan. Zoo zullen de Hema en de Galeries Modernes in deze wijk ieder ’n hoek bebouwen, bovendien zullen daar nog andere bekende ondernemingen haar tenten opslaan. Bij het gebouw St. Homobonus (Walenburgerweg 130, red) zullen eveneens winkels worden gebouwd. Op het Beursplein zal een tijdelijk gebouw van de Centrale Handelsvereeniging worden opgericht; ook andere zaken van dezen aard vinden daar een tijdelijk onderdak. Voor al deze gebouwen zijn reeds de noodige materialen gereserveerd en men rekent, dat met September al heel wat in gebruik zal worden genomen. Het gemeentebestuur van Rotterdam heeft intusschen werk verzet, dat aller eerbied afdwingt. In de afgeloopen dagen zijn ruim 1600 aanvragen voor het stichten van noodwinkels e.d. binnengekomen, die uiteraard zorgvuldig moesten worden gesorteerd, omdat niet alle serieus waren te achten. Nadat het kaf van het koren was gescheiden, zijn voorloopig ongeveer duizend aanvragen overgebleven, waarvan onderzocht moest worden, hoeveel van het aangevraagde bouwterrein op daarvoor geschikte plaatsen kon worden uitgegeven. Voor een alleszins bevredigende oplossing van het vraagstuk is heel wat komen kijken. Er moesten plaatsen worden gevonden met goede verbindingswegen, die den noodwinkels een zekere aantrekkelijkheid zouden verschaffen. Goudschesingel, Blaak en Schiedamschesingel kwamen daarvoor in de eerste plaats in aanmerking. Verder moest bij den bouw van de noodwinkels rekening worden gehouden met het feit, dat er vele zijn, die slechts kunnen bestaan, als zij over een behoorlijke oppervlakte beschikken. Wat betreft het verleenen van bouwvergunningen, zal dan ook de grootst mogelijke soepelheid worden betracht. De groote plannen moesten echter grondig worden bekeken met het oog op brandgevaar en andere gevaren voor het winkelende publiek. Voor kleine zaken bleek het ontwerpen van een standaard-type, dat in honderdtallen gecopieerd kan worden, de meest aangewezen weg. Een belangrijke kwestie vormde verder het bouwmateriaal, want hout is in enorme hoeveelheid noodig, ook dakbedekking e.d. En tenslotte moest een oplossing worden gevonden voor den financieelen kant, want onder de aanvragers voor groote objecten zijn er verscheidene, die zonder geldelijken steun en zonder ruime credieten voorloopig niet kunnen beginnen. Er zijn echter nog genoeg ondernemers, die over voldoende middelen beschikken tot voortzetting van hun bedrijf. In totaal kernen er nu 750 noodwinkels, welke in series van 6 zullen worden gebouwd, telkens met een tusschenruimte van 15 nieter. De winkels worden voorzien van een zadeldak van brandvrij materiaal. De oppervlakte van eiken winkel bedraagt 5 bij 5 meter. De hoogte van het winkelgebouw is op 4 nieter vastgesteld. De bedoeling is verder, dat in één complex een firma of een eigenaar slechts één winkel kan huren of koopen. De winkels zullen in hoofdzaak uit hout worden opgetrokken. Hoewel al deze winkels en bedrijven slechts een tijdelijk karakter dragen, zal het waarschijnlijk toch wel enkele jaren duren, alvorens definitieve gebouwen hen hebben vervangen. Er wordt rekening gehouden met de mogelijkheid, dat in hun onmiddellijke nabijheid permanente gebouwen worden opgericht, die eens een sieraad van het nieuwe Rotterdam zullen vormen’.
bron:
“Noodwinkels te Rotterdam Er komen er 750 in series van 6 gebouwd”. “De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad”. ‘s-Hertogenbosch, 08-06-1940. Geraadpleegd op Delpher op 21-04-2018, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010379756:mpeg21:a0040
laatst bijgewerkt:
11 september 2019