Emanuel Hertzberger werd in Stratum geboren (nu een wijk van Eindhoven) op 13 april 1836. Hij overleed in Apeldoorn op 11 oktober 1917. Emanuel trouwde met Rosetta Hertogenis (‘s-Hertogenbosch, 7 augustus 1845 – Eindhoven, 23 september 1882).
De familie Hertzberger was in Eindhoven sinds 1864 actief in de textielindustrie. In dat jaar zette Emanuel een stoffenhandel op en hij is de naamgever van de confectiefabriek. In Eindhoven vervulde de familie in de 19e eeuw een actieve en belangrijke rol in de Joodse gemeenschap; Emanuel richtte in 1871 de vereniging Talmud Tora op (voor de bestudering van de Tora) en hij was bestuurslid van Gemiloeth Chassodim, het armbestuur en het begrafenis-genootschap.
Emanuel en Rosette kregen elf kinderen, drie van hen overleden op jonge leeftijd.
Eén van de kinderen, André (Andreas, Eindhoven, 14 april 1874 – Bergen-Belsen, 8 april 1944), richtte in Eindhoven in 1898 de zelfstandige firma André Hertzbergers’ Confectie en Textielfabrieken op, wat eveneens een succesvol textielbedrijf werd.
In 1910 begon hij zijn fabriek in Amsterdam op de Geldersekade, Foeliestraat 14 en Prins Hendrikkade 172.
Zijn jongere broer Herman Hertzberger (Eindhoven, 12 mei 1880 – New York, 22 maart 1955) trouwde op 23-jarige leeftijd op 23 december 1903 met Maria Cohen (Rotterdam, 1880). Op 17 oktober 1904 werd hun zoon Edmond (Eddie) geboren en op 13 april 1906 Henriëtte. Edmond trouwt met Eleonore Katz en overleed op 2 mei 1993 in Lugano. Henriëtte trouwde met Morton Baum en overleed op 13 maart 2001 in New York. Maria Cohen is de zuster van Elisabeth Brandel – Cohen.
Herman trekt naar Rotterdam en zet onder de naam van zijn vader een filiaal op. Dit bedrijf wordt succesvol, zo heeft het in 1927 600 personeelsleden. Dat is te lezen in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 12 november 1927 – waarbij er overigens sprake is van een dreigende staking door het personeel. Het bedrijf van Hertzberger draait zo goed dat hij concurrerende bedrijven overnam, zoals dat van J. J. Oster.
Herman was actief binnen de Rotterdamse gemeenschap, zo schok hij in 1919 de grote lichtkroon voor de trouwzaal 1e klas in het stadhuis.
De confectiefabriek werd bij het bombardement geheel verwoest. Enkele machines konden nog uit het puin gered en weer bedrijfsklaar gemaakt worden, en in een gehuurde loods van de Holland Amerika Lijn wordt de productie weer op gang gebracht. Herman overleefde de oorlog; hij was tijdens het bombardement bij het filiaal in Parijs en kon via Lissabon naar New York ontsnappen en zijn vrouw Marie was al voor het begin van de oorlog naar New York vertrokken. Na de oorlog bleven ze daar.
Het bedrijf kwam door de oorlog, ondanks de Verwalter die in 1941 werd aangesteld, want in 1945 werden er een aantal nieuwe fabrieken gebouwd; aan de Sluisjesdijk, Scheepmakershaven 1 in Oud Beijerland en aan de Zuiderparkweg in Rotterdam-Zuid. De architect van het gebouw van Herman (Em. Hertzberger) aan de Sluisjesdijk was architectenbureau Kraayvanger en in het gebouw zaten zelfs gebrandschilderde ramen van Eppo Doeve.
In 1964 werd het 100-jarig bestaan van het bedrijf op grootse wijze gevierd; in de jaren tachtig werden alle activiteiten van N.V. Confectiefabriek Em. Hertzberger in Nederland beëindigd.
bron:
Nieuwe Rotterdamse Courant, zondag 19 feb 1922 (bovenste advertentie).
Nieuwe Rotterdamse Courant, 9 feb 1929 (onderste advertentie),
stadsarchief Rotterdam,
New York Times,
www.geneanet.org,
venter-fabriquer-fabrikant,
“Door de Holocaust verbonden”, Ellis en Jenny Hertzberger.
Met dank aan Jenny Hertzberger.
Illustratie:
Nieuwe Rotterdamse Courant, zondag 19 feb 1922 (bovenste advertentie).
Nieuwe Rotterdamse Courant, 9 feb 1929 (onderste advertentie).
gepubliceerd:
5 maart 2016
laatst bijgewerkt:
27 juli 2021