Op 10 april 2013 werd in Rotterdam bij verzamelplaats Loods 24 een monument onthuld ter nagedachtenis aan de 686 Rotterdamse Joodse kinderen van 1 maand tot 12 jaar die naar Westerbork gedeporteerd werden, het Kindermonument. Deze 686 kinderen waren een deel van de Rotterdamse gemeenschap en het Rotterdamse leven. Ze hadden hun plek op de Rotterdamse scholen, ze leefden hun leven in hun gezin tot het moment dat bepaald werd dat ze niet verder mochten leven vanwege hun afkomst. Onder de vermoorde Nederlandse Joden vormden de kinderen een extra kwetsbare groep.
In 1941 hadden 11.000 Joden Rotterdam als woonplaats, ruim 6.000 zijn vermoord in een concentratiekamp, 686 zaten in de leeftijd tussen 0 en 12 jaar. Op deze pagina het verhaal van één van de gezinnen.
Het gezin Grijsaart
Mozes Grijsaart werd op 9 maart 1907 in Amsterdam geboren als zoon van Barend Grijsaart en Grietje Sluijzer. Hij had een oudere broer, Willem Barend (1901).
Herinnering aan het gezin W. van Naarden herinnert zich het gezin, Judith was zijn oudste zuster: Mijn oudste zuster Judith was in die tijd al getrouwd met Max Grijsaart, dat was in 1931. Ze woonden op Katendrecht, en mijn zwager werkte toen als kelner op de Batavierlijn, die vaarden naar Engeland; dat was toen in die tijd een passagierslijn. Later zijn zij beiden met textiel op de boten gegaan, die in de havens van Rotterdam aankwamen, dat waren Buitenlandsche zeeschepen, die in de Havens kwamen lossen of laden. Dat heb mijn Zuster van mijn Vader geleerd, die dat ook al deed, mijn Zuster ging al heel vroeg met hem mee, en sprak al snel Engels en Duits, en Skandinavies. Maar het ging altijd heel keurig en netjes, de zeelui waren altijd heel keurig en netjes tegen mijn zuster. |
Mozes was koopman in manufacturen en kelner en trouwde op 4 juni 1930 in Rotterdam met Judith van Naarden (geboren op 6 mei 1910 als dochter van Alexander van Naarden en Betje Mok). Judith kwam uit een gezin met zes kinderen waarvan maar een kind de oorlog zou overleven.
Het gezin Grijsaart woonde op verschillende opeenvolgende adressen in Rotterdam; in juni 1930 de Brielschelaan, in november 1930 de Brede Hilledijk 277a en vanaf 1931 op de Maashaven 39 en vanaf oktober 1936 op de Maashaven 36a.
Ze woonden op de Maashaven36a boven een winkel, in 1925 was daar Vishandel De Maas gevestigd van familie De Visser. Het gezin woonde daar ook in het begin van de oorlog.
In 1931 kregen Mozes en Judith hun eerste kind. Barend werd geboren op 30 maart in Rotterdam. Een jaar later, op 5 september, kwam de tweede zoon, Alexander. Op 13 april 1936 kregen Mozes en Judith een dochter, Greta. Op 11 juni 1937 weer een zoon, Louis en daarna, een jaar voor de oorlog op 21 september 1939, nog een dochter, Betje. Naast deze vijf kinderen was er mogelijk nog een kind.
Het gezin kwam in Westerbork terecht. Op 27 april 1943 werden ze vanuit dit kamp gedeporteerd naar Sobibor, waar ze na aankomst op 30 april 1943 vermoord werden. In het transport, het negende naar Sobibor (het 61e vanuit Westerbork naar een van de kampen) zaten 1204 mensen. Niemand van hen overleefde. Er is een foto bekend van Barend en Alexander op blz. 55 van het addendum van In Memoriam (Amsterdam 212).
Verder:
artikel www.rijnmond.nl
bron:
stadsarchief Rotterdam gezinskaart,
joodsmonument.nl,
geneanet.org stamboom hvanraam,
sobiborinterviews.nl.
herinnering W. van Naarden op http://www.brandgrens.nl/media/ls_vervolging_en…/herinneringen_van_naarden.pdf (geraadpleegd 17 januari 2017)
gepubliceerd:
2 maart 2016
laatst aangepast:
19 mei 2023