Maupie Staal

staalmaupieMaupie Staal werd als Mozes van der Staal geboren in Rotterdam op 15 september 1887. Hij was een zoon van Isaac van der Staal (Amsterdam, 3 november 1845 – Rotterdam, 23 november 1910) en Elizabeth de Wolf (Rotterdam, 25 maart 1860 – Rotterdam, 27 oktober 1917).

Isaac en Elizabeth hadden nog meer kinderen, te weten:
Marcus (Rotterdam, 5 november 1877), Hartog Jan (Rotterdam, 18 april 1881 – Rotterdam, 3 juli 1940), Sara (Rotterdam, 25 juni 1883 – Rotterdam, 18 maart 1922), Susanna (14 september 1886), Alexander (Rotterdam, oktober 1890 – Rotterdam, 15 april 1891), Heintje (Rotterdam, 17 juni 1893 –  Rotterdam, 13 oktober 1893), David (Rotterdam, 27 september 1894 – Sobibor, 23 april 1943), ook David was humorist, Benjamin (Rotterdam, 3 mei 1895 – Auschwitz, 25 januari 1943), Helena (Rotterdam, 25 november 1896 – Rotterdam, 15 december 1898) en Mietje (Rotterdam, 18 maart 1898 – Rotterdam, 11 juni 1898).

Elizabeth en Isaac hebben verder zeker twee doodgeboren kinderen gekregen en vader was eerder getrouwd met Mietje Drukker. Zij overleed, en Mietje en Isaac hadden toen al kinderen, namelijk Markus (Rotterdam, 5 juni 1877) en Mozes (Rotterdam, 21 augustus 1879 – Rotterdam, 9 januari 1880). Het gezin van der Staal woonde in het arme deel van Rotterdam, bij de Zandstraat. Maupie overleed in Amsterdam op 25 februari 1978. Op de gezinskaart in het stadsarchief staat hij als komiek geregistreerd.
In het begin van de twintigste eeuw was Maupie een bekend humorist. Maupie begon met optreden op twaalfjarige leeftijd en werkte in Schiedam. Hij speelde daar met veel succes een Transvaalse boer. Maupie werkte veel op bruiloften en partijen en hij maakte langzaam maar zeker van zijn hobby zijn beroep. Hij stond in tal van revues en cabaretprogramma’s, in Nederland en België. Twee van de theaters waar hij veel speelde waren Casino-Variété op de Coolsingel in Rotterdam en Flora op de Amstelstraat in Amsterdam.
In 1911 werkte Maupie mee aan een film van de Gebroeders Mullens. De loopbaan van Maupie in de amusementswereld was intensief maar duurde niet lang. Door een ernstige ziekte moest Maupie zijn carrière in 1925 beëindigen. Hij bereikte de hoge leeftijd van 90 jaar. Eén van zijn bekendste liedjes was “Een fluitje van drie cent” en “Type uit de Zandstraat” waarin hij de buurt waarin hij opgroeide bezong.

Als een emmese jongen sta ‘k overal bekend
In de Zandstraat geboren, daar is mijn element
Als er brand wordt geblazen, dan ben ik er dadelijk bij
Altijd ben ik te vinden bij iedere knokpartij

De schrik van de buren
Door mijn gekke kuren
Dan zien ze me sluipen
Dan krijgen ze stuipen
Toch hebben ze, geloof me vrij
Geen wrok of geen haat op mij
Als een Rotterdams kind
Houdt men ieder tot vrind

refr.: Altijd lustig en blij, ’t is mijn liefhebberij
‘k Heb zo lang als ik leef altijd gedanst, gezongen
Of je ’t gelooft of niet, niemand die ’t aan me ziet
Ik ben een knul uit de buurt, een echte toffe jongen
Of je ’t gelooft of niet, niemand die ’t aan me ziet
Ik ben een knul uit de buurt, een echte toffe jongen

Als het ’s avonds acht uur is, dan maak ik m’n toilet
Ik neem m’n zijden volaretje en m’n Franse pet
Met een kwartje op zak loop ik de danszaal in
Zodra ze Maupie zien binnenkomen, dan wordt ’t pas kedin

En dan moet je de meiden zien
‘k Heb er aan iedere vinger tien
Je moet me zien draaien
Dan die meiden zien zwaaien
En als ik aan ’t schotsen ga
Dat doet me geen jongen na
Aan het eind van de pret
Ga ik ’s avonds naar bed

refr….

Zandstraatbuurt (herinneringen Maupie Staal, Het Vrije Volk, 1965).
‘Praat met hem over zijn jeugd in Rotterdam. Dan hoor je wat. Dan wordt zijn oude rimpelige gezicht een en al leven. Dan beginnen zijn ogen te lachen en dan komt er weer die ondeugende blik van vroeger in, dan heeft hij weer gein.

Hij is geboren in de beruchtste buurt die Rotterdam in de jaren rondom de eeuwwisseling gekend heeft: de Zandstraatbuurt. Dat wil zeggen ook niet in de Zandstraat zelf, maar in het stuk dat daar onmiddellijk aan grensde, het Rode Zand op de hoek van de Sint Laurensstraat. Maar dat is het zelfde. Zandstraat of Rode Zand, dat is één begrip.  Ze praten dan nu over de Amsterdamse Walletjes, als iets dat nog nooit iemand heeft gezien. Autobussen met vreemdelingen blijven er even staan en de gids zegt dan met een veelbetekenend gebaar: ‘de Walletjes, rode lichtjes’ en iedereen grinnikt. Maar wat zijn de Walletjes in vergelijking met de Zandstraat in de gloriedagen van Maupie Staal? Laten we zeggen een wat opgepoetste speeltuin.

Maar de Zandstraat, die bij alle zeelui ter wereld uit Lapland, Mozambique of Elba of waar ook ter zee, te land of in de lucht berucht was onder de naam ‘De Polder’, een naam die geschiedkundigen nooit hebben kunnen verklaren, was de buurt waar je de kans liep geluidloos de hals te worden afgesneden of in elk geval zonder plichtplegingen te worden neergeschoten. Ze deden niet eens de moeite je in een koffer te pakken en in de Maas te kiepen. Gewoon wild-west.

Vechten
Iedere avond vechten, iedere avond kwamen de agenten van het politiebureau Grote Paauwensteeg om de lat er over te leggen. In die buurt groeide Maupie op. Hij vond er in zijn kinderjaren een vriendinnetje, maar een half jaartje jonger dan hij, Heintje Davids. Ze gingen op dezelfde school, die ze in Rotterdam de ‘Haveloze school’ noemden en dat ‘haveloos’ was dan wel het ergste wat je bedenken kon. Samen liepen ze achter het orgel van Ome Dirk Paternots, samen stonden ze bij de mosselenkar naast Jan Loert op de Raambrug, samen pestten ze Izaak met de schoenenbak en samen gingen ze dansen in ‘Het paard in de wieg‘, en samen werden ze grote artiesten. Heintje heeft het langer volgehouden, die houdt het trouwens nog altijd vol, hoewel ze begin volgend jaar ook 78 wordt.

Muzikaal
Maupie Staal werd al snel de gevierde gentleman humorist. Hij stamde uit een muzikale familie. Zijn vader was tambour-maître bij de schutterij en hij zelf liep als jongen altijd achter de mariniers aan als ze uitrukten met die rooie tamboer voorop en met al die pijpers. Fluiten vond Maupie prachtig. Hij kocht ergens in een winkeltje een fluitje van drie centen en ‘met het fluitje van drie spie’ is hij beroemd geworden.

Hij haalt het voor de dag als we in zijn huis voor het raam zitten praten en hij blaast er nog zijn melodietjes van vroeger op. Hij vertelt door elkaar van de Transvaalse oorlog, van mevrouw en Frits Strengholt uit de Ammanstraat die zo veel voor jonge artiesten deden, van Amicitia op de Delftsevaart en Kees van Gelder in de Krattensteeg en tenslotte, van zijn debuut in het Rotterdamse Casino van Philip Soesman. Daar trad hij op met hoge hoed en avondcape, daar stond hij in het zelfde programma met Hollands eerste soubrette Louise Fleuron, die ‘Aan de deur van je woning’ zong.

Drie spie
Zijn eigen repertoire? Denk eens aan dit fraaie lied: ‘Op mijn fluitje van drie centen, Toon ik grote fluittalenten, Ik verdien een aardig duitje, Alles doe ik met mijn fluitje.’ Kolossaal is de fluit van Maupie Staal.
En ‘Ah viva la Espana , Pisang en banana’, waarbij hij in toreadorskostuum optrad. Onvergetelijk is zijn ‘Yes I am an English boy, ze hebben me gevonden in Londen. Al woon ik in de Peperstreet, mijn vaderland vergeet ik niet; Yes, I’m an English Boy’.
Zijn beste liedje was misschien wel ‘In de maneschijn’, met woorden en muziek van Louis Noiret.

Tweeënveertig weken, hij vertelt het met trots, trad hij op in Engelse theaters tezamen met de grootste variétéartiesten. De Eerste Wereldoorlog dwong hem naar Nederland terug te gaan. Daarna in gezelschap van Louis Pisuisse, tot in het midden van de jaren twintig een geschokte gezondheid verder optreden voorgoed onmogelijk maakte.

Zijn flinke vrouw leidde daarna een bekend café in Haarlem en zo kwamen ze samen goed aan de kost. Westerbork heeft hij overleefd. Nu leeft hij al jaren rustig in Amsterdam. Lang kon men hem zondagsmiddags bij Ajax of Blauw-Wit zien. Maar tegenwoordig geeft hij er de voorkeur aan om kalm naar de bioscoop te gaan. Hij vindt het fijn dat iedereen hem nog kent. Proficiat Maupie’.

Maupie Staal en zijn Nederlands-hervormde vrouw Geertruij de Rooij (Weesperkarspel, 7 maart 1890) gingen in Amsterdam wonen. Ze woonden onder andere op de 2e Jan Steenstraat 14, Sarphatipark 77, Reguliersbreestraat 31-33 en de Noorder Amstellaan (Churchilllaan) 40 (laatste vanaf 1935).

 

 

bron:
stadsarchief Rotterdam, gezinskaart Isaac van der Staal
theaterencyclopedie,
www.joodsmonument.nl, verschillende lemmata broers en zussen Maupie Staal
“Maupie Staal overleden”. “Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad”. Rotterdam, 28-02-1978. Geraadpleegd op Delpher op 03-12-2018, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010959821:mpeg21:a0135.
“Maupie Staal vandaag jarig IN HET NIEUWS met Jan Liber”. “Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad”. Rotterdam, 15-09-1965. Geraadpleegd op Delpher op 03-12-2018, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010955556:mpeg21:a0117.

illustratie
uit Joods Amsterdam in een bewogen tijd,
“Maupie Staal vandaag jarig IN HET NIEUWS met Jan Liber”. “Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad”. Rotterdam, 15-09-1965. Geraadpleegd op Delpher op 03-12-2018, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010955556:mpeg21:a0117.

gepubliceerd:
29 februari 2016

laatst bijgewerkt:
23 februari 2024