Lazarus Voorzanger

1891

Op de Geldersekade 14 had Lazarus Voorzanger een logement voor landverhuizers, Hôtel Voorzanger genaamd. Hij was daarmee een van de logementhouders die logies aanboden voor de vele tienduizenden emigranten die vanuit Oost-Europa naar de Nieuwe Wereld gingen en Rotterdam gebruikte als locatie om op de boot te stappen.

Lararus werd geboren op 19 juni 1847 in Deventer als zoon van Aron Voorzanger (Deventer, 1800 – Deventer, 1848) en Billeke Kan (Bredevoort, 12 januari 1805 – Rotterdam, 31 maart 1891) in een gezin met twee oudere zusters, Mietjen en Batje.
Lazarus trouwde op 16 mei 1877 met Sara Gosschalk (Amsterdam, 20 november 1847 – Den Haag, 24 april 1921) en zij hadden twee dochters, Betsy (Rotterdam, – Sobibor, ) en Eva (Rotterdam, 6 november 1880). In het begin van het huwelijk hebben Lazarus en Sara een poos ingewoond bij de ouders van Sara die toen op de Hoogstraat in Rotterdam woonden.

Diefstal ener vloermat
Echt veel is er niet meer te vinden over dit logement. Maar er was een rechtszaak in oktober 1887 en een verslag stond in het Rotterdamsch Nieuwsblad: J. C. de B., huisvrouw van W. G., werkster, zonder vaste woonplaats, beklaagd van op 23 September een vloermat ontvreemd te hebben uit het portaal van den logementhouder Voorzanger aan de Gelderschekade. Deze beklaagde welke een aantal vonnissen te haren laste heeft, deelde mede, dat; zij dezen vloermat niet ontvreemd had; maar haar in de Weste Wagenstraat ten verkoop ontvangen had van een sjouwer bijgenaamd „mottige Bertus”. De president der rechtbank maakte de beklaagde opmerkzaam, dat er niettegenstaande een herhaald onderzoek van die genoemde persoon geen spoor te vinden was en men dus aan diens bestaan moest twijfelen. Drie getuigen werden in deze zaak gehoord. Het Openbaar Ministerie eischt twee jaar gevangenisstraf. Mr. A. C. Van Blommestein, toegevoegd verdediger, ontkende dat de schuld van beklaagde wettig bewezen is en concludeerde mitsdien tot vrijspraak. Uitspraak: heden over 8 dagen.

…en de ontvreemding van een koffer
Een koffer werd in 1892 ontvreemd uit het portaal van Hotel Voorzanger. Het verslag dat in het Rotterdamsch Nieuwsblad stond in december 1892 luidde als volgt:
H.T., oud 37 jaar, zeeman, wonende te Rotterdam en L. Ph.H., oud 35 jaar, stoker, wonende te Antwerpen, beklaagd van op 28 October te Rotterdam tezamen en in vereeniging een kist, inhoudende schoenen, toebehoorende aan D. L. Wolf, te Meppel, te hebben weggenomen. De eerste beklaagde bekende op 28 October een groote koffer, staande naast den ingang van het hotel „Voorzanger” aan de Gelderschekade te hebben medegenomen. Bij het openen van de koffer in zijn logement in de Raamstraat bleek beklaagde dat de koffer schoenen en pantoffels bevatte. Een paar pantoffels werd door hem aan een schoenmaker op den Schiedamschendijk voor 25 cents verkocht. Na zijn terugkomst in het logement in de Raamstraat, werden zij door de politie gearresteerd. De tweede beklaagde zegt eerst gedacht te hebben, dat de kist met kleeren gevuld was en aan den eersten beklaagde toebehoorde, doch toen hij later na de opening gezien had, dat er niets dan schoenen in waren, begreep hij dat de kist gestolen was en zweeg, hopende door de opbrengst wat te eten te krijgen.  De vertegenwoordiger van de firma Wolf te Meppel, verklaarde, dat de gestolen koffer 150 a 160 stuks schoenwerk bevatte ter waarde van drie a vierhonderd gulden. De hotelhouder Voorzanger verklaarde, dat de gestolen koffer, op genoemden datum niet op straat, maar in het portaal van het hotel gestaan had. De beklaagden hielden vol dat de koffer op straat stond. Na het hooren van zes getuigen werd door den officier van Justitie schuldig verklaring van beide beklaagden geëischt aan de ten laste gelegde feiten en hunne veroordeeling tot zes maanden gevangenisstraf. Mr. A. van der Hoeven was aan beklaagden als verdediger toegevoegd.’ Z.E.G. vroeg voor den eersten beklaagde toepassing van zeer verzachtende omstandigheden en voor den tweede beklaagde vrijspraak.

De vertegenwoordiger van schoenenfabriek Wolf werkte waarschijnlijk voor de schoenenfabriek van de Joodse familie Wolff in  in Meppel, een van de drie schoenenfabrieken buiten de Langstraat. Het bedrijf produceerde onder zoon David Wolff (Meppel, – Polen, schoenen tot in de Tweede Wereldoorlog.

Verder is er vooralsnog niet veel te vinden over dit gezin. Verder informatie is welkom, bijvoorbeeld over hoe het met dochter Eva is afgelopen. Dit kan via dit mailadres.

 

bron:
Stadsarchief Rotterdam, personen, lazarus Voorzanger
www.joodsmonument.nl, lemma Betsy Voorzanger (geraadpleegd 11 januari 2019)
Stadsarchief Rotterdam, Lazarus Voorzanger, bevolkingsregistratie NL-RtGAR_494-03_192_0162.jpg
https://www.openarch.nl/srt:1e0412c3-8b57-5cc9-7617-3976c5f2b5df/nl
“Rechtzaken. ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK.”. “Rotterdamsch nieuwsblad”. Rotterdam, 14-10-1887. Geraadpleegd op Delpher op 28-05-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009307:mpeg21:a0012
“Advertentie werkmeid”. “Rotterdamsch nieuwsblad”. Rotterdam, 23-09-1891. Geraadpleegd op Delpher op 28-05-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011001372:mpeg21:a0046
“Rechtzaken. ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK. Kamer van strafzaken. Zitting van Donderdag 1 December.”. “Rotterdamsch nieuwsblad”. Rotterdam, 02-12-1892. Geraadpleegd op Delpher op 28-05-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011001950:mpeg21:a0086
David Wolff op https://www.joodsmonument.nl/nl/page/130640/david-wolff
David Wolff op http://www.joodsmonumentmeppel.nl/families/wolff-russ/wolff-russ.html
Billeke Kan, Stadsarchief Rotterdam, bevolkingsregistratie  via http://www.stadsarchief.rotterdam.nl/archieven?mivast=184&miadt=184&miaet=54&micode=494-03.567&minr=26764205&miview=ldt

illustratie:
“Advertentie werkmeid”. “Rotterdamsch nieuwsblad”. Rotterdam, 23-09-1891. Geraadpleegd op Delpher op 28-05-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011001372:mpeg21:a0046

gepubliceerd:
11 januari 2019

laatst bijgewerkt:
5 december 2021