Jewish Colonization Society

Henri Bernard van Leeuwen (Rotterdam, 29 februari 1888 – Teaneck, 8 augustus 1973), eigenaar van Van Leeuwens Darmenhandel, was de oprichter van de Jewish Colonization Society. Het was een organisatie die land wilde aanschaffen om op deze manier een veilige woonplaats voor Joden te creëren.

Binnen het Rotterdamse gezin Van Leeuwen werd al voor de Tweede Wereldoorlog gesproken om Nederland te verlaten. Ze hadden familie die uit Duitsland was gevlucht voor het nazi-regime en de verhalen die er werden verteld waren duidelijk. Wanneer Duitsland Nederland zou bezetten, zouden ook de Nederlandse Joden in groot gevaar zijn. En Nederland zou snel overrompeld worden.
Binnen het gezin werd gesproken over de alijah – de emigratie naar Israël. De Van Leeuwens waren niet de enigen, er was inmiddels een grote vluchtelingenstroom op gang gekomen van (Midden-) Europese Joden richting Israël.
De Groot-Moefti van Jeruzalem maakte het vrijwel onmogelijk voor de Joods immigranten om zich er te vestigen en hij ondersteunde Hitler. De Britten waren in deze periode de baas over het toen Britse Mandaatgebied Palestina. Zij waren bang om de Arabieren voor het hoofd te stoten en probeerden de Joodse immigratie te verhinderen. Ze stelden strenge quota in. Op de Europese landen konden Joden evenmin rekenen, daar werden, net zoals in de Verenigde Staten, eveneens quota ingesteld.

Henri van Leeuwen bedacht een oplossing en richtte de Jewish Colonization Society op, een week na de Kristallnacht van 10 op 11 november 1938. De bedoeling van het nazi-regime was door de gebeurtenissen rond deze staatspogrom volledig duidelijk geworden.
Het doel van de organisatie was de aanschaf van gebieden buiten Israël om daar vluchtelingen onder te brengen. Er werd gedacht over Oeganda en Suriname. Hoewel Henri een succesvol ondernemer was, was hij niet zo kapitaalkrachtig dat hij substantiële gebieden kon aanschaffen. Zijn vrouw Eva van Zwanenberg (Oss, 22 februari 1893) was de nicht van de in Wassenaar wonende miljonair Daniel Wolf. Zijn hulp werd ingeroepen en hij werd een financier en stuwende kracht van de organisatie. Wolf had goede contacten en ook zij zeiden hun financiële steun toe. Daaronder waren ondernemers als de Amsterdamse diamantair Abraham Asscher, de Haagse jurist E. Belinfante, de oud-vicepresident van de Raad van Nederlandsch-Indië Emanuel Moresco en de in Den Haag woonachtige industrieel Salomon (Saal) van Zwanenberg.

Het plan werd niet alleen met gejuich ontvangen. Nederlandse en Internationale zionistische organisaties vonden dat er maar één plaats kon zijn waar de Joodse vestiging kon plaatsvinden en dat was niet in Oeganda of Suriname. Van Leeuwen en Wolf haastten zich om duidelijk te maken dat het plan niet antizionistisch was, maar een oplossing wilde worden voor de vluchtelingenstroom. Ze stelden:

‘Palestina moet in het middelpunt staan van de krachtsinspanning der Joden, maar de ontzaglijke nood van het oogenblik maakt onmiddellijke vestiging op groote schaal, ook in een ander gebied, tot dringende eisch.’

Internationaal was er bijval voor het plan. Ook vanuit Frankrijk en Zwitserland werd er geld toegezegd. Maar de zionistische organisaties bleven zich tegen het plan verzetten. Eind november 1938 werd er een conferentie van het Palestina Opbouwfonds en de Nederlandse Zionistenbond belegd waarbij de belangrijkste spreker de locoburgemeester van Tel Aviv, Dov Hoss, was die stelde: ‘Dankbaar zijn we voor iedere Jood die uit de Duitse hel wordt verlost. Maar immigratie op grote schaal is de enige oplossing. En die mogelijkheid biedt alleen en uitsluitend Palestina.’
De voorman van de Nederlandse Zionistenbond Abel Herzberg werd geïnterviewd en hij stelde dat de bond emigratie buiten Palestina niet had goedgekeurd. Op 10 december 1938 was de Nederlandse Zionistenbond nog duidelijker toen zij na hun congres verklaarden:

‘Men zoekt thans naar andere landen voor Joodsche emigratie. Vergeefs! Zij zijn er niet. Een Joodsch nationaal tehuis kan bovendien alleen gevonden worden in het historische vaderland van het Joodsche volk.’

Internationaal werd er door zionisten eveneens niet met enthousiasme op het plan gereageerd. Chaim Weizmann, de leider van de Wereld Zionisten Organisatie, oefende druk uit op zijn vertrouweling Samuel van den Bergh, de ondernemer van het bedrijf Van den Bergh dat later Van den Bergh & Jurgens werd en uiteindelijk fuseerde tot Unilever. Van den Bergh was een volle neef van de schoonmoeder van Daniel Wolf. Via de familie hoopte Weizmann druk te kunnen uitoefenen en liet Van den Bergh weten geen tijd of geld in het plan te steken.

Samuel van den Bergh was geen zionist maar ondersteunde het plan wel door zijn afschuw over de gebeurtenissen tijdens de Kristallnacht. Maar hij had Wolf laten weten dat hij eerst met Weizmann contact zou hebben voordat hij daadwerkelijk tot financiële steun zou overgaan. Van den Bergh ging Van Leeuwen en Wolf daarna toch steunen en trad in december 1938 toe tot het Nederlands comité. Ook in het buitenland werden comités gevormd, zoals in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. In Zwitserland en Scandinavië waren er eveneens initiatieven.

Chaim Weizmann liet dit niet over zijn kant gaan. Hij kwam eind december 1939 naar Nederland en wilde dat Wolf het opgehaalde geld in de emigratie naar het Britse Mandaatgebied Palestina zou steken. Leon van Leeuwen, zoon van Henri, schreef in zijn autobiografie Let my half cry over deze periode dat de zionisten elke stap van het comité probeerden te saboteren. Hij achtte het logisch dat het Mandaatgebied als het land voor de Joden voelde, maar op deze termijn was dat niet de oplossing.
Weizmann kon Wolf niet overtuigen. Wolf zegde Weizmann wel GBP 20.000 toe voor zijn toen net geopende wetenschappelijke instituut in Rehovot.

In 1939 bleef de inzameling van fondsen en ook andere initiatieven door gaan. Totdat op 1 september 1939 nazi-Duitsland Polen binnenviel en daarmee de 2e Wereldoorlog een feit werd.

Henri van Leeuwen kocht in 1939, nadat zijn vader overleed, voor zijn gezin tickets om met de Holland America Line naar New York te gaan. Familieleden verklaarden moeder Eva voor gek dat ze wilde vertrekken. Holland zou wel neutraal blijven.
Eva zou met de kinderen naar Amerika gaan, vader zou achterblijven in verband met de onderneming. Van dat plan was vader niet af te brengen, wanneer Nederland neutraal zou blijven zouden Eva en de kinderen een mooie vakantie hebben, indien Nederland bezet zou worden zouden ze veilig zijn, was zijn redenering.
Eva en de kinderen Leon Bernard (Rotterdam, 9 juli 1923) en Ruben (Rotterdam, 9 maart 1927) vertrokken op de Statendam. Zoon Nathan (Rotterdam, 25 februari 1920) was al eerder naar New York gereisd. Dochter Kato (Rotterdam, 23 juni 1917) was bij vader gebleven om verder met haar medische studie te gaan en kwam op 9 mei 1940 met de SS Conte de Savoie in New York aan. Bij het vertrek van de Statendam zwaaide de hele familie van vader Eva en haar zoons uit, er stonden er zeker 75 op de kade. Ze kwamen zonder problemen in de Verenigde Staten aan.
Vader Henri overleefde de oorlog eveneens.  In 1943 werd hij gearresteerd bij een razzia en naar Westerbork gestuurd. Vanaf Westerbork werd hij naar Bergen-Belsen gedeporteerd en in 1945 uitgewisseld voor gevangenen en kwam in Zwitserland terecht. Na de oorlog werd hij met zijn gezin herenigd in de Verenigde Staten.

Trivia
De huisarts van Henri van Leeuwen in Rotterdam was Johan Voorzanger.

bron:
Herman Langeveld en Bouwens, Bram, Daniël Wolf, Joods ondernemer in crisis en oorlogstijd, Zakenman probeerde Joden uit Midden-Europa een veilig heenkomen te verschaffen op https://historiek.net/daniel-wolf-joods-ondernemer-in-crisis-en-oorlogstijd/84031/ (geraadpleegd 21 december 2019)
Leon B. van Leeuwen, Let my half cry (Lincoln 2007) 102, 127, 129, 130, 141.

“ENGELSCHEN DONDERDAG NAAR DEN HAAG. De heer D. Wolf over zijn plannen.”. “De Telegraaf”. Amsterdam, 1938/12/04 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 21-12-2019, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110579044:mpeg21:p005
“DE REACTIE OP DEN FUROR TEUTONICUS”. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 1938/12/09 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 21-12-2019, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010874653:mpeg21:p001
“Medewerking”. “Zaans volksblad : sociaal-democratisch dagblad”. Amsterdam, 1938/12/13 00:00:00, p. 11. Geraadpleegd op Delpher op 21-12-2019, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010944434:mpeg21:p011

laatst bijgewerkt:
8 maart 2020