Jacob van Cleeff

Zondag j.l. (25 juni 1939 -red.) is in den ouderdom van 81 jaar hier ter slede overleden de heer Jacob van Cleeff Szn., die van 1888 tot 1933 lid geweest is van den Kerkeraad der Nederlandsch Israëlitische Gemeente, waarvan 28 jaar lang lid van het Dagelijks Bestuur en Thesaurier.

Jacob van Cleeff stamde uit een oud Rotterdamsch geslacht, waaraan onze Gemeente groote verplichtingen heeft. Reeds in 1725, zoo vernamen wij eens uit zijn eigen mond, had een zijner voorvaderen zitting in het bestuur dezer Gemeente; in 1790 werd zijn overgrootvader, in 1825 zijn grootvader en in 1875 zijn oom als lid van den kerkeraad gekozen. Op 30-jarigen leeftijd trad de thans ontslapene – zelf in dit college waarin hij een der meest vooraanstaanden is geweest. In den langdurige zittingsperiode heeft hij velen zien komen en gaan, tot op hogen ouderdom bleef hij op zijn post, totdat hij zelf den tijd gekomen achtte, om zijn taak aan jongeren over te dragen. Alle in den Kerkeraad behandelde onderwerpen hadden zijn volle belangstelling, naar zijn woord werd gaarne geluisterd, met kracht verdedigde hij telkenjare de door hem hij den Raad diende begrooting voor het komende zittingsjaar wanneer uit den Raad hem op- of aanmerkingen daaromtrent bereikten. En moge het de laatste jaren van zijn Thesaurierschap zijn voorgekomen dat de jongere leden van den Raad het niet met zijn financiële politiek eens waren, hij wist altijd zijn begrooting sluitend te maken en tekorten kwamen, voorzoover wij ons herinneren, nooit voor. Wanneer dan ook het College van thans de vruchten plukt van zijn financieel beleid, zooals de huidige Voorzitter van den Kerkeraad het aan zijn lijkbaar verklaarde, dan moge dit een hulde aan de nagedachtenis van den stoere werker, die Jacob van Cleeff geweest is, geboekstaafd worden. . .
Ook in de zittingen van de Centrale Conmissie tot de zaken van hel Nederlansch Israelitisch Kerkgenootschap waarin de overledene als afgevaardigde van Rotterdam vele jaren zitting had, was hij een geziene persoonlijkheid.

De teraardebestelling
Groot was ‘de belangstelling hij de teraardebestelling, die dinsdagmiddag ter begraafplaals Toepad plaats had. Een talrijke schare was aanwezig, om den dierbaren overledene de laatste eer te bewijzen. Onder hen bevond zich Opperrabbijn A. B. N. Davids. De heren M. Zilversmit en Joz Vromen konden wegens uitlandigheid niet hij de plechtigheid aanwezig zijn. De heren I. S. Cohen, lid van het Dagelijks Bestuur en de Secretaris de heer D. Wessel Wzn., vertegenwoordigden het college. Van de Kerkeraadsleden waren de heren Arts M. Hertzberger, Mr. H. Sanders en M. de Sterke; verder merkten wij op de oud-leden van den Raad, de heren Simon S. Bosman, H. J. Hartogensis, A. Davidson, Notaris S. S. Wijsenbeek, L. Israëls en M. Davidson. Van hun belangstelling gaven verder blijk de heren M. H. Zwart, Leo Frenkel, M. H. van Hertzfeld, Mr. A Bosman, S. Hijman Mzn., Arts I. v. d. Heyden en vele vrienden en familieleden van den ontslapene. Een enkel bloemstuk dekte de lijkbaar. In het weenhuis heeft de heer M. Melamed, leraar bij het Begraafgenootschap, de lijkrede uitgesproken. Als tekst had spreker gekozen Numeri 20;l7: Derech Hammelech Neileig, den Koninklijken weg willen wij gaan. Een oud-Joodsche sententie luidt, dat men altijd, wanneer men een voetreis had te ondernemen, het middenpad van den weg had te begaan, omdat aan de kanten van den weg velerlei gevaren dreigden. Steeds zal de mensch op zijn levensweg den gulden middenweg nemen zonder te veel naar rechts of te veel naar links te wijken. Heeft hij dan tenslotte het einde van zijn levensweg bereikt, dan kan hij met voldoening op dien afgelegde weg terug zien zien.

Zoo was ook deze overledene, 22 jaar lang mocht spreker hem in zijn arbeid gadeslaan. Hij was een Parnas in den waren zin des woords, een verzorger, die zich geheel gaf aan de zorgen van de Gemeente en ook die zorgen op zich nam. Eenvoud en eerlijkheid kenmerkten zijn persoonlijkheid, Trouw bleef hij aan de traditiën hem uit hel ouderlijk huis medegegeven. Op de feestdagen en bijzondere dagen kwam hij geregeld ter Synagoge-Boompjes, waar hij zich verlustigde in het traditioneele Gazzonoes en na den dienst nimmer naliet den Voorzangers op hartelijke wijze de hand te drukken. Naast woorden van troost voor de achtergebleven weduwe en de kinderen, liet spreker woorden van dank hooren voor alles, wat de overledene voor de Joodsche gemeenschap heeft gedaan. Moge hij thans, aldus besloot spreker, den weg naar den Koning volbrengen en daar het loon ontvangen voor zijn brave levenswandel. De oudste zoon van den ontslapene, de heer Fr. van Cleeff, schetste diep bewogen, de goede eigenschappen, die zijn vader hadden getooid. Zij zullen in de herinnering blijven voortleven en tot voorbeeld voor het nageslacht blijven strekken.

Mr. H. Sanders voerde het woord namens den kerkeraad en de Joodsche burgerij. Van generatie op generatie strekte het geslacht Van Cleeff den Joodschen handelsstand te Rotterdam tot ere. Eerlijkheid, oprechtheid en een groote welwillendheid tegenover den medemensch maakte deze overledene tot een sieraad van de Gemeente. In den Kerkeraad heeft spreker  hem leren waarderen door zijn bezadigd, vriendelijk en vertrouwengevend optreden. Tot zijn eer moge gezegd worden, dat het Dagelijks Bestuur van thans de vruchten plukt van zijn financiele politiek. waardoor grote planne verwezenlijkt konden worden. Het aandenken aan hem zal in den Raad in dankbare herinnering worden gehouden. De heer Ernst van Cleeff nam bewogen afscheid van zijn betreurden oom, waarna Ir. A. Davidson, als kleinzoon, een afscheidswoord sprak. Nadat de kist in de gedistingeerde rij was bijgezet, heeft de Opperrabbijn de Ribboun uitgesproken en tenslotte de heer Fr. v. Cleeff dank gezegd voor de aan zijn vader betoonde belangstelling.

 

 

bron:
Jacob van Cleeff Szn. overleden, Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen. 30 juni 1939. Geraadpleegd op Delpher op 23-05-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005424026:00001.

illustratie:
Jacob van Cleeff Szn. overleden, Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen. 30 juni 1939. Geraadpleegd op Delpher op 23-05-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005424026:00001.

gepubliceerd:
23 mei 2024

laatst bijgewerkt:
23 mei 2024