Israëlitisch weeshuis Megaddelee Jetomiem 100 jaar

weeshuis1937In 1933 bestond het Israëlitisch Weeshuis in Rotterdam 100 jaar. Een eeuw eerder werd Ezrath Jethomiem (hulp aan wezen) op initiatief van opperrabbijn E. J. Löwenstam opgericht. Het eerste weeshuis stond aan de Boompjes en de naam werd later gewijzigd in Megadle Jethomiem (opvoeding der wezen). Ter gelegenheid van het eeuwfeest stond er in het Nieuw Israëlietisch Weekblad van 21 april 1933 een uitgebreid artikel waarin veel zaken gememoreerd werden. Hier de tekst van dit artikel, in de toenmalige spelling.

‘Den 8sten Mei a.s. (1933 – red) zal het honderd jaren geleden zijn, dat het Israël. Weeshuis alhier opgericht werd. Regenten en regentessen waren van oordeel, dat deze dag niet ongemerkt mocht voorbijgaan.

Donderdag 13 April j.l. hebben zij in een persconferentie uiteengezet, wat zij voornemens zijn te doen en wat reeds gedaan is. De Voorzitter van het College van Regenten, de heer S. v. d. Bergh, die het voornemen om na die herdenking zijn functie als zoodanig neer te leggen, had de leiding dezer bijeenkomst opgedragen aan den heer H. Hertzberger. Deze deelde dan mede, dat het Weeshuis is opgericht door schenkingen en giften en op die wijze 100 Jaar heeft bestaan. Steeds zonder eenige subsidie. Daardoor bleven Regenten zelfstandig. Geheel vrij van eenige controle. Onder het College van Regenten en Regentessen heerscht de meest aangename verstandhouding. Bij de oprichting bestond het college uit de H. H. Opperrabbijn A. J. Löwenstam, A. J. Polak, I. Benedictus, I. de Jong, M. S. de Sterke, M. M. Jacobson en mevr. H. Löwenstam —Jacobson alsmede mevr. E. Polak—Van Goch.

Het was allereerst gevestigd in een huis aan de Boompjes. 1 Nov. 1848 werd het verplaatst naar de Kwakernaat, 2 Juli 1858 naar den Oppert, 30 Mei 1897 had de eerste steenlegging plaats van de huidige inrichting in de Mathenesserlaan 208, terwijl 26 Mei 1898 de inwijding plaats vond.

Natuurlijk hebben in dien tijd verschillenden als Vader en Moeder gefungeerd. Velen zullen zich nog herinneren het echtpaar Kiek z.g., het thans nog levende echtpaar R. Kalker, terwijl ogenblikkelijk als zoodanig fungeeren het echtpaar Koppelman. Bij de aanstelling van laatstgenoemd echtpaar was men oorspronkelijk van plan de keuze te laten vallen op een echtpaar van middelbaren leeftijd, doch na wikken en wegen besloot men tot aanstelling van Jonge menschen. Het bleek, dat men goed gezien had. Zij leven met de kinderen mede, terwijl de kinderen hen niet anders beschouwen dan als een werkelijke Vader en Moeder.

Er is ruimte voor 50 a 60 kinderen. Gestichtskleeding is afgeschaft. Toezicht wordt gehouden over de lessen. Met de hoofden van scholen wordt voeling gehouden. Vele oud-weezen zijn gevormd tot degelijke menschen in de maatschappij. Bij het verlaten der school wordt nauwkeurig toezicht gehouden of verdere studie gewenscht is, dan wel of het meer gewenscht is hun een vakopleiding te verschaffen.

In den laatsten tijd verminderen de bijdragen, terwijl de aanvragen om plaatsing grooter worden. Met het oog op de middelen is beperking noodzakelijk. Regenten hebben nu besloten te trachten een fonds te vormen op ruimere basis, voor meerdere opnamen. Een comité van circa 50 dames en heeren heeft zich gevormd. Eere-voorzitters zijn Burgemeester Drooglever Fortuyn en Opperrabbijn Davids. Met goedkeuring van den Minister zal voor dit doel een loterij plaats hebben van 24000 loten a ƒ 2.50 per lot. Reeds 2000 loten zijn geplaatst. Hoofdprijs is een schitterend heerenhuis. Medewerking heeft men van neringdoenden, die voor gereduceerden prijs talrijke artikelen voor de loterij bereid zijn te leveren.

De heer Hertzberger brengt dank aan den heer v. Hasselt voor zijn medewerking, ook aan den Secretaris, Notaris Wijsenbeek, die zich zeer verdienstelijk gemaakt heeft door de samenstelling van een gedenkboek, waarin artikelen zullen voorkomen van Minister van Karnebeek, Burgemeester Drooglever Fortuyn, S. v. d. Bergh, Opperrabbijn Davids, A. Sandfort, mr. Nelemans, Van Walsum, van de beide oud-voorzitters Dr. Polak en M. Polak, alsmede van den oud-penningmeester S. H. Catz.
Spreker heeft op zijn reis naar New York bij een bezoek aan een dergelijke inrichting ervaring opgedaan, waarvan men hier denkt gebruik te maken. Zoo zijn wij — zegt spreker — voornemens ook hier een register aan te leggen van ieder wees, bevattende al de gegevens van zijn jeugd af, alsmede over diens familie, voorts stelt men zich voor, dat weezen na hun verlaten van de inrichting, bij moeilijkheden onder zeker patronaat zullen staan, om in die moeilijkheden bijstand te verleenen.

De heer Davidson merkt op, dat men wegens tijdsomstandigheden van feestelijkheden afziet, dat het dus een eenvoudige herdenking wordt. Hierna wordt naar Schiebroek gereden, waar men de villa, die als hoofdprijs zal dienen, in oogenschouw neemt. Dit gebouw, waarin „de Bijenkorf” haar meubelen geëtaleerd heeft, is een geheel nieuw, aan de eischen des tijds ingerichte woning, die zeker een groote attractie vormt tot het koopen van loten. Even verder was in een ander gebouw de prijzen opgesteld, welke tentoonstelling door de Burgemeester van Schiebroek, den heer Donker, met een passend woord geopend werd. Hiermede was de conferentie voor de pers geëindigd.

verder:
De foto is van 24 februari 1937, bij de opvoering van een toneelstuk in het weeshuis.
Het verhaal over Heinz Joachim Unger, een van de bewoners van het weeshuis.
Het echtpaar Kopelman was het laatste directeursechtpaar voor de Tweede Wereldoorlog.

 

bron:
Nieuw Israëlietisch Weekblad, 21 april 1933, een honderdjarige

Illustratie:
Nieuw Israëlietisch Weekblad, 15 juli 1966, foto van vroeger

gepubliceerd:
7 april 2016

Laatst bijgewerkt:
31 juli 2023