Israëlietische Weldadigheidsvereniging ‘Ten bate der Armen’.

De Israëlietische Weldadigheidsvereniging ‘Ten Bate der Armen’ bestond in 1936 25 jaar en dat werd gevierd met een revue in de Groote Doelezaal in Rotterdam, waar 1200 toeschouwers een voor dit feest geschreven revue opvoerden. Het Weekblad voor Israëlietische Huisgezinnen besteedde er op 20 november 1936 uitgebreid aandacht aan.

REVUE „HALLO DAAR ZIJN WIJ WEER” Medewerkende dames: Leiding Mej. Jules v. Creveld. (Alphabetische volgorde): Dames R. v. d. Berg, E. Blazer, C. Blitz, T. Bonnewitz, M. Bonnewitz, B. Braadbaart, G. Bosman, D. Brücker, R. v. Coevorden, M. Cohen, F. Cohen, H. v. Daelen, F. Ehrlich, H. Friezer, R. Hofstede, B. Kleinkramer, B. Kleinkramer, F. Kleinkramer, S. Manassen, F. Polak, N. Pienas, F. Mok, L. de Roode, J. Son, H. Spetter, T. Walg, S. Wolf en A. Zwarenstein.

Uitverkocht…. dat wil zeggen, dat meer dan 1200 bezoekers zaterdagavond 14 november aanwezig waren in de Groote Doelezaal te Rotterdam, om mede te vieren en te herdenken het 25-jarig bestaan van de vereniging, die zich in den loop) van dit tijdperk op filantropisch gebied zulk een vooraanstaande plaats In onze stad wist te veroveren. Ten Bate der Armen jubileerde! Zoals reeds meermalen in ons blad vermeld, had zich voor deze herdenking een uitgebreid erecomité samengesteld, waarin Burgemeester Mr. P. Droogleever Fortuyn erevoorzitter en opperrabbijn A. B. N. Davids voorzitter waren en, waarin verder vele vooraanstaande persoonlijkheden van allerlei richting zitting hadden. Aan het werkcomité, onder voorzitterschap van den heer H. Rippe, komt de eer toe door een uitmuntende voorbereiding en onvermoeid werken te kunnen bogen op een prachtig succes, zowel wal betreft de organisatie en het verloop van de avond als het financieel resultaat, dat, naar wij vernamen, schitterend geworden is.

Een rijk gevuld programma werd de aanwezigen geboden. Het programma-boek je was keurig verzorgd door den heer E. I. Olman, lid van hel werkcomité en had de vorm van een zilveren collectebus, symbool van de vereniging, die een zilveren jubileum vierde en hieraan een grote geldinzameling verbonden had. De uitvoering daarvan was op uitnemende wijze verzorgd door de Drukkerij van Gebroeders Haagens alhier. De voorzitter, de heer L. Benjamin, heeft de avond geopend met een toespraak, die voornamelijk woorden van dank bevatte voor de buitengewone medewerking van zovele zijden ontvangen. Allereerst bracht spreker eerbiedigen dank aan H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana voor Haar bijdragen in het jubileumfonds, aan den Burgemeester, die de vereniging de eer bewees, om als erevoorzitter in het erecomité zitting te nemen, aan den Minister van Binnenlandse Zaken, die de vereniging een gelukwens deed toekomen, aan den opperrabbijn voor de waardevolle adviezen, door hem verstrekt, aan de leden van hel erecomité en werkcomité, aan Mevr. H. Rippe, die steeds als gastvrouw optrad, wanneer vergaderingen van laatstgenoemd comité werden gehouden, aan Mevr. Marie v. Eysden-Vink, die zich terstond bereid verklaarde, om haar kunstzuster. Mevr. Tartaud-Klein, te vervangen, toen deze door ongesteldheid verhinderd werd haar medewerking te verlenen aan Mevr. Simons-Boekbinder, het enige vrouwelijke bestuurslid voor haar onvermoeide arbeid voor de vereniging, aan de heer I. D. Meijer, die belangeloos de leiding van het bal op zich had genomen, aan alle rijks- en stedelijke autoriteiten, die hun medewerking op zo ruime schaal verleend hadden. Duidelijk bleek hieruit, aldus spreker, dat niet gevraagd werd: wat is uw richting, doch: wat is uw werk? Nadat spreker medegedeeld had, dat wegens de hoge kosten daaraan verbonden, afgezien was van het houden ener receptie en met de bede, om Ten Bate der Armen ook in volgende jaren te steunen, verklaarde spreker de avond geopend.

Opperrabbijn Davids prees het in het bestuur, dat het zich aan alle hulde wilde onttrekken door het nalaten van een receptie, doch achtte het niettemin gewenst, dat één het woord zou voeren namens allen, om hulde te brengen aan de opeenvolgende besturen en vooral aan het huidige bestuur. Hoe belangrijk het werk van Ten Bate der Armen is, hebben wij kunnen lezen in het periodiek, dat ter gelegenheid van dit jubileum verschenen is. Spreker geloofde niet, dat het dikwijls voorgekomen is, dat zulk een veelzijdig comité gevormd werd ter ere van een jubilerende vereniging. Deze waardering vond haar oorsprong in het voorbeeld van H. M. de Koningin en onze gelukkige Prinses, waarvoor wij dankbaar mogen zijn. leder onzer voelt dankbaarheid voor deze vereniging. Duizenden en duizenden hebben van haar arbeid geprofiteerd en dit waren niet alleen de armen, doch ook wij, die goed wonen en goed gekleed gaan, hadden het voorrecht, om mede te helpen aan dit schone werk. Als wij iets willen doen en wij weten niet hoe, dan wisten wij, dat Ten Bate der Armen er is, om onzen wil te vervullen. Spreker besloot met den wens, dat de avond succesvol zou worden, dal het Jubileumfonds er krachtig door zou worden gesterkt, dat Ten Bate zal kunnen blijven werken ten bate van allen, tot eer van deze stad en tot eer van den Joodse naam! Nadat het luid applaus op deze rede verklonken was, verliet de Opperrabbijn het feest.

Daarna trad de heer Theo Frenkel naar voren en opende als conferencier den avond. De eerste medewerkster aan het programma, Mevr. Marie van Eijsden-Vink, kreeg bij haar optreden een ovatie. Zij zeide gaarne aan de uitnodiging van het comité gehoor te hebben gegeven, omdat zij haar hart aan Rotterdam heeft verpand en haar grote belangstelling naar het werk van deze vereniging uitgaat. In haar toespraak liet zij uitdrukkelijk naar voren komen, dat in ons land allen gelijk zijn, dat hier geen godsdienst- of rassenhaat wordt aangetroffen. Een sympathiek geluid uit den mond van deze artieste, dal den aanwezigen aanleiding gaf haar opnieuw luiden bijval te betuigen. Na haar toespraak droeg Mevr. V. Eijsden de grote scène uit bet tweede bedrijf van Madama Sans-Gêne voor. Achtereenvolgens traden hierna op Signora Amelita Conté en Signor Gaspare Rubino, solisten van de Italiaanse Opera. Mevr. Dora Gerson en de C. J. Band met een grote muzikale show, waaraan 30 personen medewerkten.

„Hallo, daar zijn wij weer!”, een door den heer Meijer Olman vervaardigde revue-schets, het werk van Ten Bate in al zijn delen belichtend, werd ten tonele gevoerd door een aantal jongedames. Het succes was groot.
In de pauze werd gelegenheid gegeven tot dansen en offeren voor het grote doel. Rad van Avontuur, Prikplank en andere hulpmiddelen waren daartoe opgesteld en vonden veel aftrek. In de foyer had de heer N. v. Straten een stand ingericht, waarop keurig gegarneerde vleesschotels waren geëtaleerd en waaraan de hongerigen zich konden spijzigen. Buitengewoon sympathiek was het van den heer Van Straten, dat hij de netto-opbrengst van den verkoop geheel gestort heeft in de jubileumkas!
Na de pauze traden Fritz Hirsch, Friedl Dolza en Johan Kaart op. Het feest duurde tot laat in den nacht. Het was wel geslaagd en zal nog lang in de herinnering van hen, die het meemaakten voortleven. In de pauze heeft Mevr. van Eijsden gecollecteerd voor het goede doel. Onvermoeid bewerkte zij de zaal, inderdaad geen kleinigheid voor een dame op haar leeftijd! Haar sympathieke verschijning werkte ertoe mede, dat niemand zijn of haar gave achterhield met als resultaat, dat deze collecte niet minder dan ƒ 245,- opbracht. Naar wij vernamen bedroeg de totale opbrengst van den avond ruim ƒ 3000,-.
Op de jubileumavond zijn aan het bestuur van de vervening „Ten Bate der Armen” fraaie bloemstukken ‘aangeboden door de gezamenlijke Joodsche werkloozen, bezoekers van de ontspanningslokaliteiten, het Comité voor Joodsche werkloozen, de afdeling Rotterdam van de S. A. Rudelsheimstichting, de firma Gebroeders Haagens, uitgevers van het Weekblad voor Israëlietisch Huisgezinnen en anderen.

1932
In 1932 was de vereniging gevestigd op Strooveer 14, waar Esther Frank-Polak woonde en het contactadres van de vereniging was. In het Nieuw Israëlietisch Weekblad van 12 augustus 1932 staat een verslag over de activiteiten, en de vereniging was bedoeld voor de noodlijdende Joodse armen te Rotterdam. Men meldde in het Nieuw Israëlietisch Weekblad dat er in augustus al veel aanvragen binnenkwamen voor steun, en dat die steun naarmate de winter nadert nog meer nodig zou worden. Men hoopte dat het niet nodig zou zijn vanwege de beperkte middelen om de steunaanvragen te korten of af te wijzen en op 2 september werd er een bloempjesdag georganiseerd. In de krant roept men “dames en heren” van boven de 16 op om als verkoper op te treden. Men kan zich elke werkdag (behalve zaterdag) aanmelden bij mevrouw Carsch-Markus op de Heemraadsingel, mevrouw Frank-Polak op het Strooveer en mevrouw Simons-Boekbinder op de Westzeedijk.

 

bron:
Strooveer 14, Nieuw Israëlietisch Weekblad, 30 september 1932.
Jubileum, Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen. 20 november 1936. Geraadpleegd op Delpher op 11-02-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005428099:00001.

illustratie:
revue, Jubileum, Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen. 20 november 1936. Geraadpleegd op Delpher op 11-02-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005428099:00001.

gepubliceerd:
11 februari 2024

laatst bijgewerkt:
11 februari 2024