In Amsterdam waren er voor de oorlog Joodse buurten aan te wijzen, in Rotterdam was dat moeilijker. De Graaf Florisstraat en omgeving waren echter een uitzondering. Uit deze straat zijn veel inwoners weggevoerd naar de concentratiekampen. Nu, in 2010, is de Graaf Florisstraat een statige straat in een statige buurt van Rotterdam bij de Heemraadssingel. Op nummer 45 staat de voormalige huishoudschool. In de hongerwinter had dit gebouw een belangrijke functie, hier kregen kinderen een halve liter bijvoeding per week.
Het aantal Joden dat in de oorlog in deze straat woonden, en vermoord werd, is hoog. Bijna huis-aan-huis.
Graaf Florisstraat 9b – gezin Pels
Hier woonden bedrijfsleider Jakob Pels (Rotterdam, 12 april 1913 – Auschwitz, 30 april 1943) en zijn zussen Elly Pels (Rotterdam, 2 mei 1921 – Auschwitz, 26 februari 1943) en Heintje Clasina van der Hal-Pels (Rotterdam, 5 januari 1915 – Sobibor, 4 juni 1943) samen met hun ouders Henriëtte van Wessel (Maassluis, – Auschwitz, ) en Maurits Pels (Delfzijl, – Auschwitz, ). Volgens een advertentie uit juli 1940 had Jakob een bedrijf in cacao en chocolade dat na het bombardement op het woonadres werd gevestigd. In 1936 was Maurits Pels de agent voor ‘Paaschbroodfabriek Hoogeveen’ die onder de merknaam ‘Emka’ matzes leverde.
Graaf Florisstraat 11a – gezin Felder
Hier woonden Sophia Felder – Van Dam (Rotterdam, 26 augustus 1901 – Auschwitz, 18 november 1943) en Suze Lea Felder (Rotterdam, 11 september 1924 – Auschwitz, 18 november 1943). Sophia en Suze Lea werden op 5 augustus 1943 door Groep X gearresteerd en ingesloten op Politiebureau Haagseveer. Op 10 september 1943 werden zij doorgezonden naar Kamp Vught.
Graaf Florisstraat 12b – David Wolffers
Op 12b woonde David Wolffers (Rotterdam, 17 mei 1923 – Auschwitz, 28 februari 1943).
Graaf Florisstraat 13a – gezin Bierschenk
Op 13a woonden Abraham Bierschenk (Amsterdam, 3 juni 1901 – Auschwitz, 28 februari 1943), zijn vrouw Aaltje Tokkie (Rotterdam, 5 juni 1900 – Sobibor, 5 maart 1943) en hun zoon Nathan (Rotterdam, 23 april 1925, Auschwitz 28 februari 1943).
Graaf Florisstraat 15b – gezin Solmanowitz
Op 15b woonden koopman Samuel Solmanovitz (Rotterdam, 15 augustus 1898 – Auschwitz, 28 februari 1943), zijn vrouw Sophia Maria Wolf (Rotterdam, 19 juni 1910 – Auschwitz, 2 oktober 1942) en hun dochter Mera (Rotterdam, 30 januari 1934 – Sobibor, 13 maart 1943).
Graaf Florisstraat 22a – Kruidenier Hendr. S. de Vries
Rond 1931 was deze kruidenier op dit adres gevestigd.
Graaf Florisstraat 22b – Raatje van Raalte
Aan het begin van de oorlog woonde Raatje van Raalte (Rotterdam, – Rotterdam, ) op dit adres.
Graaf Florisstraat 25a – Lea Hausdorff
Op 25a woonde vertaalster Lea Goldschmidt-Hausdorff (Rotterdam, 12 april 1896 – Auschwitz, 12 februari 1943). Lea kwam uit een gezin met vijf kinderen waarvan er vier de oorlog hebben overleefd. Lea is de zus van Dr. David Hausdorff. Lea werd op 7 december 1942 gearresteerd en een dag later doorgezonden naar Westerbork.
Graaf Florisstraat 29b – gezin De Haas / gezin Van Vriesland
Hier woonden twee gezinnen. Salomon de Haas (Middelharnis, 10 juli 1886 – Auschwitz, 10 september 1943) en zijn vrouw Heintje Simmeren (Groningen, 15 mei 1913 – Auschwitz, 31 maart 1944) en verder woonde er het gezin van Adolphe Isidore van Vriesland (Haarlem, 17 november 1894 – Sobibor, 11 juni 1943), zijn vrouw Heintje Zwartverwer (Amsterdam, 28 september 1889 – Sobibor, 11 juni 1943) en hun zoon Victor Emanuel (Amsterdam, 5 november 1927 – Sobibor, 11 juni 1943). Heintje, Adolphe Isidore en Victor Emanuel werden op 7 mei 1943 gearresteerd en op 12 mei 1943 doorgezonden naar Kamp Vught.
Nota bene: Adolphe was familie van schrijver Victor Emanuel van Vriesland, in 1960 winnaar van de PC Hooftprijs.
Graaf Florisstraat 30b – Sophia van Esso
Op 30b woonde Sophia van Esso (Rotterdam, 2 januari 1882 – Sobibor, 23 april 1943).
Graaf Florisstraat 31b – Firma Louis Blitz
Op 31b was een stempelfabriek en graveerinrichting gevestigd onder de naam Firma Louis Blitz. Hier woonden Jacob Schaap (Rotterdam, 12 april 1870 – Rotterdam, 13 oktober 1942) en zijn vrouw Rebecca Blitz (Rotterdam, 23 oktober 1874 – Auschwitz, 14 januari 1943). Hun zoon Isidore Schaap (Rotterdam, 13 november 1899) overleefde de oorlog.
Graaf Florisstraat 32a – gezin Cohen
Op 32a woonde op 1 april 1942 apotheker Samuel Isidoor Cohen (Rotterdam, 14 februari 1907 – Sobibor, 23 juli 1943) en zijn vrouw Edelina van Os (Amsterdam, 16 december 1914 – Sobibor, 2 juli 1943). Dit echtpaar verhuisde in de loop van de oorlog naar Amsterdam waar ze uiteindelijk, voor hun deportatie, op de Ingogostraat 6 II woonden.
Graaf Florisstraat 33b – gezin Kattenburg
Hier woonden, na het overlijden van Levie Mozes Kattenburg (Haarlem, – Rotterdam, ), ging zijn vrouw, pianiste Grietje (Margaretha) Hartz (Amsterdam, – Sobibor, ) met hun drie dochters, Meta (Rotterdam, – Ramat Hasharon, ), Frieda Marcella (Rotterdam, – Jeruzalem, ) en Rita (Rotterdam, – Sobibor, ) op dit adres wonen.
Graaf Florisstraat 33b – gezin Van Geldere
Hier woonde Jacob Levie van Geldere (Rotterdam, 16 oktober 1883 -Auschwitz, 14 oktober 1944), zijn vrouw Elizabeth Blaaser (Rotterdam, 28 januari 1894 – Auschwitz, 15 oktober 1944) en hun zoon Louis Jules (Rotterdam, 22 augustus 1927 – Dachau, 21 april 1945).
Graaf Florisstraat 34 – gezin Sanson – Catz
Vlak voor 1940 woonde hier het gezin Sanson – Catz.
Graaf Florisstraat 36 – secretariaat Joodse vrouwenraad
In 1932 was op nummer 36 het secretariaat van het bestuur van de “Joodschen vrouwenraad” te Rotterdam gevestigd. Zij vroegen in dat jaar voor hun “Zwaluwnest”, wellicht een kleuterschool, een hoofdleidster. Op dit adres woonde Eva Cohen – Hartog. In 1938 kon men zich tot haar wenden wanneer men toestemming wilde hebben om de Joodse vluchtelingen in het quarantaine-station op Heyplaat te bezoeken. Eva verstrekte de toegangskaarten.
Op 20 april 1925 werd op dit adres Herbert Samuel Cohen geboren, zoon van Eva Hartog (Oss, – ) en Dr. Salomon Cohen (Rotterdam, – Rotterdam, ), hoofd van een scheikundig laboratorium. Herbert had een oudere broer Hans Samuel (Rotterdam, 18 februari 1914 – 19 oktober 1989), een zus Marjanna (Rotterdam, 24 mei 1916 – Rotterdam, 17 januari 2008), een broer Johan Samuel Salomon (Rotterdam, – Dachau, ). Het gezin woonde vanaf 1920 op dit adres. Herbert Samuel werd op 9 maart 1945 in Dachau vermoord.
Graaf Florisstraat 36 – mr. Jakob Slijper
Op nummer 36 woonde na de oorlog mr. Jakob Slijper. Hij was een van de juristen die in Rotterdam zorgde voor de afhandeling van erfenissen van vermoorde Rotterdamse Joden. Mirjam Slijper was in 1957 voor de Joodse jeugdvereniging Haboniem een van de adressen in Rotterdam waar bijeenkomsten gehouden werden.
Graaf Florisstraat 39 – particuliere Montessori-kleuterklas Bep Spetter
Voor 1938 was op de Henegouwerlaan 54b de Montessori kleuterklas van Bep Spetter gevestigd. Bep woonde op de Mathenesserlaan 137 bij haar vader, de huis- en decoratieschilder Simon Spetter (Rotterdam, 7 februari 1881 – Rotterdam, 17 juli 1938) en Willemina van der Giessen (Sliedrecht, – Sobibor, ). Simon en Willemina hadden drie kinderen, Jacob (Rotterdam, 28 mei 1910 – Rotterdam, 12 januari 1926), Elizabeth (Rotterdam, 18 juli 1912 – 2 april 1995) en Rozette (Rotterdam, 17 augustus 1919 – Rotterdam, 9 maart 2017). Elisabeth verhuisde in 1938 de kleuterklas naar de Graaf Florisstraat 39. Na het overlijden van haar man verhuisde Willemina naar de Nolensstraat 25b.
Graaf Florisstraat 39a – Siegfried Kan
Op 39a woonde Siegfried Salomon Kan (Oldenzaal, 31 mei 1892 – Auschwitz, 30 september 1942). Siegfried was niet gehuwd en had een zus Helena (Oldenzaal, – Auschwitz, ).
Graaf Florisstraat 45 – De Rotterdamse Huishoudschool
Meer over deze school via deze link.
Graaf Florisstraat 45 – Anna Dorndeck
Anna Julie Tonij Dorndeck woonde eveneens op het adres van de huishoudschool. Naast dat dit adres een school was, waren er dus ook woningen. Anna werd geboren in Frankfurt am Main op 23 december 1889. Ze werd in Rotterdam ingeschreven op 9 maart 1925 en woonde daarvoor in Amsterdam, waar ze op 15 november 1922 werd ingeschreven. In Amsterdam woonde Anna op de De Lairessestraat 33 en ze verhuisde op 9 februari 1923 naar de Wouwermanstraat 44 waar ze bij haar zwager, Alfred Bachrach (Veseliche, 3 april 1867) en haar zus Mathilde (Frankfurt, 27 juli 1884 – 24 juni 1972), in trok. Voor haar tijd in Amsterdam woonde Anna in Duitsland. In Rotterdam was Anna hoofd van het internaat van de Rotterdamsche Huishoudschool. In juli 1932 werd Anna genaturaliseerd tot Nederlander.
Graaf Florisstraat 60b – gezin Fruitmann
Vanaf 1937 woonde hier het gezin Fruitmann. Meer over hen via de Witte de Withstraat 47.
Graaf Florisstraat 72b – Mietje Slier en gezin Levison
Op 72b woonde Mietje Slier (Rotterdam, 22 januari 1920 – Auschwitz, 23 september 1942). Op hetzelfde adres woonde Moses Maurits Levison (Oss, 2 november 1886 – Auschwitz, 5 oktober 1942) en zijn vrouw Anna Kadt (Oss, 25 februari 1872 – Auschwitz, 15 oktober 1942).
Graaf Florisstraat 77b – gezin Wolf
Op 77b woonde Jacob Wolf (Rotterdam, 31 januari 1883 – Rotterdam, 25 juni 1942), zijn vrouw Cornelia van Embden (Rotterdam, 17 september 1884 – Auschwitz, 14 januari 1943) en hun dochters Jacoba Bernardina (Rotterdam, 28 december 1919 – Auschwitz, 30 april 1943) en Rosa Hetty (Rotterdam, 14 mei 1916 – Sobibor, 16 juli 1943).
Graaf Florisstraat 78a – gezin Minco
In maart 1939 kwam het gezin Minco op dit adres wonen, daarvoor woonden zij vanaf 1936 op nummer 104b. Vertegenwoordiger David Minco (Ootmarsum, 25 februari 1893) was gehuwd met Rosalie Godschalk (Almelo, 24 juli 1894) en zij hadden twee kinderen; verzetsstrijder Sebil (Bill, Almelo, 21 mei 1922 – Amersfoort, 5 mei 2006) en Hugo Jacob (1925). Lees verder.
Graaf Florisstraat 89 – Mr. Harry Tels en Maria van der Klein
OIn dit huis woonde Mr. Harry Hijman Tels (Rotterdam, 29 juni 1897 – Mauthausen, 10 juli 1942). Hij was gehuwd met Lucie Juliette Elzas (Rotterdam, 16 oktober 1899) en zij hadden twee kinderen; Martinus (Rotterdam, 16 augustus 1926) en Annie Eliza (Rotterdam, 23 februari 1930). Lucie en de kinderen overleefden de oorlog. Lucie voerde rond 1926 het secretariaat van de redactie van Ha’Ischa, het orgaan van de Joodse Vrouwenraden in Nederland.
Harry was de kleinzoon van Hartog Hijman Tels en was deken van de Orde van Advocaten. Hij was een van de eerste Rotterdammers die door de nazi’s werd opgepakt, door de Sicherheitspolizei op 17 oktober 1940. Hij werd op 22 mei 1941 doorgestuurd naar Buchenwald.
Op dit adres woonde ook Maria van der Klein (Rotterdam, 11 mei 1922 – Auschwitz, 30 september 1942).
Graaf Florisstraat 90a – gezin De Vries
Op 90a woonde David de Vries (Amsterdam, 6 april 1896 – Neukirch, 5 juni 1943), zijn vrouw Jetje van der Heijm (Rotterdam, 17 april 1900 – Auschwitz, 5 november 1942), hun dochter Sientje (Rotterdam, 9 juli 1934 – Auschwitz, 5 november 1942) en Jansje (Rotterdam, 22 juni 1921 – Auschwitz, 30 september 1942).
Graaf Florisstraat 90b – gezin Margulies
Op 90b woonde Josef Michel Margulies (Petzykow, 7 november 1886 – Sobibor, 21 mei 1943), zijn vrouw Adela Mahler (Dukla, 20 december 1884 – Sobibor, 21 mei 1943) en familielid Bernard Margulies (Tarnopol, 25 januari 1912 – Sobibor, 23 april 1943). Zij hadden een sigarenzaak in Rotterdam; hun twee kinderen overleefden de oorlog. In 2010 zijn hier drie Stolpersteinen geplaatst.
Graaf Florisstraat 90b – gezin Van Baale
Hier woonde Elizabeth van Baale (Rotterdam, 31 december 1896 – Auschwitz, 30 september 1942). Op ditzelfde adres woonde Moses Posner (Rotterdam, 11 november 1897 – Sobibor, 23 juli 1943), zijn vrouw Sara de Wolf (Rotterdam, 7 februari 1894 – Sobibor, 23 juli 1943), hun dochter Betje Hanna (Rotterdam, 25 oktober 1927 – Sobibor, 23 juli 1943) en Lena Gretha (Rotterdam, 29 juli 1935 – Auschwitz, 30 september 1942).
Graaf Florisstraat 94a – gezin Maurits Posner
Het gezin van Maurits Posner woonde in 1938 op de Groene Hilledijk 187. Meer op die pagina.
Graaf Florisstraat 94b – gezin Maritz
Op 94b woonde Rijntje Maritz (Gorinchem, 5 september 1902 – Auschwitz, 15 oktober 1942) en haaBernard Samuel Maritz (15 februari 1877 – Auschwitz, 15 oktober 1942).
Graaf Florisstraat 99a – Charles Mol
Hier woonde Charles Mol (Rotterdam, – Auschwitz, ).
Graaf Florisstraat 100a – gezin Bosman
Hier woonde Jona Bosman (Rotterdam, 2 februari 1901 – Rotterdam, 1 januari 1945), zijn vrouw Eva de Jong (Borculo, 3 oktober 1905 – Sobibor, 11 juni 1943), zoon Arnold (Rotterdam, 22 september 1934 – Sobibor, 11 juni 1943), dochter Mirjam Anna (Rotterdam, 4 augustus 1933 – Sobibor, 11 juni 1943) en dochter Jehoedith (Rotterdam, 1 november 1937 – Sobibor, 11 juni 1943). Het gezin Bosman werd op 7 mei 1943 gearresteerd en op 14 mei 1943 doorgestuurd naar Kamp Vught.
Graaf Florisstraat 104a – gezin Bodenheimer
Op 104a woonde Berthold Bodenheimer (Waibstadt, 16 mei 1885 – Auschwitz, 14 juni 1943), zijn vrouw Rosa Paula Baer (Mannheim, 16 januari 1888 – Auschwitz, 14 januari 1943), hun dochters Madeleine Marianne (Rotterdam, 12 mei 1924 – Auschwitz, 11 januari 1943), Jeannine (Rotterdam, 13 januari 1922 – 26 augustus 1942) en Eliane Hanna (Rotterdam, – Auschwitz, ). Berthold had uit zijn eerste huwelijk een dochter, Julia (Rotterdam, – Auschwitz, ).
Graaf Florisstraat 106a – gezin Meijer
Op 106a woonde Marcus Meijer (Borculo, 26 februari 1883 – Sobibor, 23 april 1943), zijn vrouw Rebekka Sara van Gelderen (Rotterdam, 8 maart 1887 – 4 februari 1943) en hun zoon Louis (Rotterdam, 2 maart 1921 – Birkenau, 1 september 1942).
Graaf Florisstraat 110a – Emanuel de Leeuw
Op 110a woonde Emanuel Mozes de Leeuw (Rotterdam, 8 december 1906 – Bergen-Belsen 22 februari 1945). Voor Emanuel Mozes de Leeuw is in 2010 een Stolperstein geplaatst.
Graaf Florisstraat 110b – gezin Fonteijn
Op 110b woonde Simon Fonteijn (Terneuzen, 8 augustus 1886 – Auschwitz, 22 oktober 1943) en zijn vrouw Bertha Kadiks (Rotterdam, 13 juni 1886 – Auschwitz, 22 oktober 1943). Eén kind overleefde de oorlog.
Graaf Florisstraat 112a – gezin Ostrowski
Hoedenmaker / incasseerder Isaac Ostrowski (Mirgorod, – Auschwitz, ) woonde aan het begin van de oorlog in op dit adres. Hij woonde vanaf 1906 in Rotterdam en kwam uit Odessa. Hij woonde op vele adressen in de stad, van 1936 – 1940 op de Beatrijsstraat 54b. Hij was gehuwd met Maria Kisler (Odessa, 8 oktober 1886) en zij hadden twee kinderen; Lonja Lasar (Odessa, – Montreal Canada, ) en Rachel (Rotterdam, 15 juli 1906). Lonja overleefde de oorlog.
Graaf Florisstraat 112b – gezin Dr. Mozes Elzas
Op nummer 112b woonden -tijdelijk- in juli 1945 de arts Dr. Mozes Elzas (Rotterdam, 7 oktober 1888) en zijn vrouw Geertruida Nathalia Elzas-Edersheim (Den Haag, 4 december 1895). In het NIW van 13 juli 1945 staat de aankondiging van de Bar Mitswo van hun zoon Abraham Hirschel Elzas (Rotterdam, 11 augustus 1932), tijdens de sjabbos Nachamoe. Dit is het eerste teken na de bevrijding dat het Joodse leven in de Graaf Florisstraat door ging.
Moses en Geertruida hadden zes kinderen: Salomon (Rotterdam, 3 juli 1922), Helena Rebekka (Rotterdam, 14 november 1923), Rebekka Marianne (Rotterdam, 23 juli 1925), Erna Marianne (Rotterdam, 16 januari 1927), Abraham Hischel (Rotterdam, 11 augustus 1932) en Joachim Benedictus (Rotterdam, 18 september 1934).
Nu wonen zo’n 500 mensen in deze straat. In de oorlog werden ruim 50 bewoners van de Graaf Florisstraat vermoord. Op 7 april 2010 is ter herinnering aan de voormalige bewoners van nummer 33b daar door Günter Demnig drie Stolpersteinen in het trottoir ingemetseld.
bron:
joodsmonument.nl
Nieuw Israëlietisch Weekblad, 23 dec 1938, E Cohen-Hartog, nummer 36
ibidem, 13 mei 1932, Zwaluwnest, nummer 36
ibidem, 13 juli 1945, Abraham Hirschel Elzas, nummer 112b
ibidem, 29 april 1955, J Slijper, nummer 36
ibidem, 31 mei 1957, Mirjam Slijper, nummer 36
stadsarchief Rotterdam, gezinskaart Mozes Elzas
ibidem, gezinskaart Anna Julie Tonij Dorndeck
stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Anna Julie Tonij Dorndeck
Algemeen Handelsblad, 15 okt 1933, familiebericht Mathilde Dorndeck-Hoffmann
De Telegraaf, 29 sep 1920, familiebericht Juliette Oppenheimer
Nieuwe Rotterdamsche Courant, 25 jan 1922, familiebericht Bernard Simons
Stadsarchief Rotterdam, Lea Hausdorff, 63 Archief van de Gemeentepolitie Rotterdam, inventarisnummer 3488.
Stadsarchief Rotterdam, Suze Lea Felder, 63 Archief van de Gemeentepolitie Rotterdam , inventarisnummer 3689.
Stadsarchief Rotterdam, Sophia Felder – Van Dam, 63 Archief van de Gemeentepolitie Rotterdam , inventarisnummer 3688.
Stadsarchief Rotterdam, gezin Van Vriesland, 63 Archief van de Gemeentepolitie Rotterdam , inventarisnummer 1315, 1316 en 1317.
Stadsarchief Rotterdam, Harry Tels, 63 Archief van de Gemeentepolitie Rotterdam , inventarisnummer 3471.
Stadsarchief Rotterdam, gezin Bosman, 63 Archief van de Gemeentepolitie Rotterdam.
Stadsarchief Rotterdam, Samuel Solmanovitz, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-446.
annotatie Spetter zie Henegouwerlaan
Ha’ischa, 1 januari 1929. Geraadpleegd op Delpher op 26-05-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMATR01:001923001:00001
Stadsarchief Rotterdam, Harry Hijman Tels, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851- 468, pagina 504466
De Joodsche jeugdkrant, 7 mei 1931, Hendr. S. de Vries. Geraadpleegd op Delpher op 26-05-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=OBA01:022970006:00001
Stadsarchief Rotterdam, Salomon Cohen, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-086, pagina 91840
De joodsche wachter, 24 april 1925. Herbert Samuel Cohen. Geraadpleegd op Delpher op 26-05-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005440065:00001
Pels, Advertentie. “Rotterdamsch nieuwsblad”. Rotterdam, 20-07-1940, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 16-09-2021, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011002444:mpeg21:p004
Emka, Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen; uitgegeven vanwege de Vereeniging van Joodsche Wetenschappen te Rotterdam, jrg 37, 1936, no 5, 31-01-1936. Geraadpleegd op Delpher op 16-09-2021, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005428057:00001
Nan Bierschenk, Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen; uitgegeven vanwege de Vereeniging van Joodsche Wetenschappen te Rotterdam, jrg 59, 1938, no 16, 21-04-1938. Geraadpleegd op Delpher op 16-09-2021, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005429069:00001
Stadsarchief Rotterdam, Ostrowski, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-359.
Lea Hausdorff, Het Joodsche weekblad; uitgave van den Joodschen Raad voor Amsterdam, jrg 1, 1941, no 21, 29-08-1941. Geraadpleegd op Delpher op 07-11-2021, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA16:020994021:00001.
Minco, Stadsarchief Rotterdam, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-328.
Levie Mozes Kattenburg, Stadsarchief Rotterdam, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-234.
illustratie:
foto © joodserfgoedrotterdam.nl, 2010
kaart embedded van google maps
Pels, Advertentie. “Rotterdamsch nieuwsblad”. Rotterdam, 20-07-1940, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 16-09-2021, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011002444:mpeg21:p004
Nan Bierschenk, Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen; uitgegeven vanwege de Vereeniging van Joodsche Wetenschappen te Rotterdam, jrg 59, 1938, no 16, 21-04-1938. Geraadpleegd op Delpher op 16-09-2021, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005429069:00001
Lea Hausdorff, Het Joodsche weekblad; uitgave van den Joodschen Raad voor Amsterdam, jrg 1, 1941, no 21, 29-08-1941. Geraadpleegd op Delpher op 07-11-2021, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA16:020994021:00001
gepubliceerd:
6 maart 2016
laatst bijgewerkt:
19 juni 2024