Op 26 december 2020 overleed in Moskou de dubbelspion George Blake op 98-jarige leeftijd. George Blake werd als George Behar geboren in Rotterdam, op 11 november 1922.
De vader van George was Albert William Behar, een Sefardische Jood, en volgens een interview met George afkomstig uit Constantinopel. Volgens de gezinskaart bij het Stadsarchief Rotterdam werd hij op 10 mei 1889 in Caïro geboren. Vader diende in het Britse leger tijdens de Eerste Wereldoorlog en kwam aan het einde van die oorlog in Rotterdam terecht om daar te assisteren bij het verschepen van Britse troepen naar Groot-Brittannië.
Albert leerde in Rotterdam Catharine Geertruij Beijderwellen (Rotterdam, 15 oktober 1895) kennen. Ze werden verliefd en trouwden op 16 januari 1922. Het echtpaar kreeg drie kinderen, George, Adèle Geertrude (Rotterdam, 21 juni 1924) en Elisabeth (Rotterdam, 28 augustus 1925).
Het gezin had de Britse nationaliteit en woonde van 1922 tot 1925 op de Botersloot (eerst 102, daarna 104) en vanaf 1925 op de Spangesekade. Vader had een zaak in leer (leren handschoenen voor de havenarbeiders), die eerst op de Botersloot 104 en later op de Leuvehaven 55 gevestigd was onder de naam British Sports House.
George was de oogappel van zijn grootmoeder, die op het Burgemeester Meineszplein 55a woonde en logeerde vaak bij haar. Ondanks de Sefardische afkomst werd George niet Joods opgevoed. Het was nog sterker, George kwam er pas achter dat hij van Joodse afkomst was toen hij na het overlijden van zijn vader naar Egypte ging en merkte dat zijn vader uit een Joods gezin kwam. De Behars kunnen hun afkomst herleiden naar het Iberisch schiereiland in de vijftiende eeuw en zij waren onder de ca. 200.000 Joden die door de katholieke koningen Isabella en Ferdinand werden uitgewezen. De familie van moeder was grotendeels remonstrants. Politiek gezien was het gezin liberaal en voor de crisis waren ze niet rijk maar ook niet arm.
Vader Albert overleed aan longkanker op 6 april 1936. Door de crisis waarin Nederland verkeerde, ging de zaak kort na het overlijden failliet. Om het hoofd boven water te houden vertrok het gezin naar Scheveningen, waar Catharina huurders in huis nam en maaltijden kookte voor de kantoren in de buurt. Kort daarna nam een zus van vader, die getrouwd was met een rijke bankier, George in haar gezin op om de middelbare school in Caïro te volgen. Het contact met de familie van Albert werd hersteld nadat dat in 1922 verbroken was. George volgde in Caïro lessen op de Britse en Franse school en door zijn twee Egyptische neven werd George politiek bewust.
De neven waren waren communist. De jongste neef, Henri Curiel, werd later een van de oprichters van de Communistische Partij in Egypte. In die periode hoopte zijn oom, de bankier, dat George in de zaak zou komen maar George wilde na de opleiding terug naar Nederland en dominee worden. De moeite die George met het communisme had lag ook hier in verscholen, de haat tegen de godsdienst binnen het communisme was voor hem niet acceptabel. Later zou George toch communist worden.
Toen de oorlog uitbrak was George in Rotterdam bij zijn grootmoeder. Daar was hij ook toen het bombardement op Rotterdam plaats vond. Na een paar dagen kon George op de fiets naar Den Haag maar moeder en de zussen waren naar Engeland vertrokken op aanraden van het Britse consulaat. Het consulaat gaf moeder de indruk dat ook George naar Engeland was. George vond het niet erg om bij zijn grootmoeder te blijven.
George werd door de nazi’s drie weken geïnterneerd in Kamp Schoorl, omdat hij Brits onderdaan was. Zodra de nazi’s ervan overtuigd raakten dat ze ook Engeland spoedig zullen veroveren laten ze de gevangenen vrij. George zou in dat jaar 18 worden en had daarmee de dienstplichtige leeftijd. Om dienst te voorkomen moest George onderduiken. Hij dook onder in Hummelo. Toen de ondergrondse beweging daar begon ging George meewerken. Hij sloot zich aan bij de groep ‘Vrij Nederland’ en reisde door Nederland met pamfletten en blaadjes. Dat hield George zo’n twee jaar vol, maar hij wilde meer doen. Hij wilde geheim agent worden voor de Britten. Daarvoor zou hij naar Engeland moeten voor de opleiding, in Nederland zou hij zich dan heel nuttig kunnen maken met spionage-werk als hij terug kwam.
George werd over de grens geloodst en kwam in Antwerpen terecht, en via Leuven in de trein naar Parijs. In de trein was er controle door de nazi’s en die namen zijn papieren af. Ze zeiden dat hij aan het einde van de reis de papieren moest ophalen, maar daar stonk George niet in. Toen de trein langzaam reed in Bergen (Mons) sprong hij er uit, liep het perron af en via de hulp van een pastoor werd hij de weg gewezen naar een trammetje dat richting Franse grens ging. Bij de douane-beambten waagde hij het er op, vertelde wie hij was en hij werd door hen geholpen om de grens over te komen. Aan de Franse kant van de grens kon hij de trein naar Parijs nemen. Hij kwam in Lyon terecht en ontmoette daar de Amerikaanse consul. De consul gaf hem een bewijs dat hij 16 was (terwijl hij al 18 was) en zo kon hij als minderjarige een uitreisvisum krijgen voor Spanje. Maar tijdens die periode trokken de nazi’s heel Frankrijk in, dus het gevaar was niet geweken.
George pakte op tijd zijn biezen, werd door de ondergrondse over de Spaanse grens geloodst, werd opgepakt en opgesloten in een kamp en ontsnapte. Hij nam een boot naar Griekenland en van Griekenland ging hij naar Groot-Brittannië, waar hij zijn moeder weer ontmoette. George gaf zich vrijwillig op voor de Britse marine. Hij werd aangenomen en kreeg de opleiding voor marine-officier. In mei 1944 werd hij luitenant. Maar hij wilde bij de Geheime Dienst. Maar als je dat zei, dan kwam je er niet bij. Je werd er voor gevraagd. Toen hij afstudeerde kreeg George te horen dat er ook nog een speciale dienst was waar men bij kon dienen. Daar gaf men geen verdere details over. George meldde zich ervoor aan.
George moest zich melden bij in Portsmouth. Hij werd opgeroepen voor een dienst in kleine onderzeeboten, die in vijandelijke havens bommen moesten plaatsen. George bleek bij dieper duiken niet geschikt te zijn voor deze dienst. Hij krijgt de opdracht om naar Londen te gaan. Daar werd hij ondervraagd, hij vertelde zijn levensverhaal en moest zich vervolgens melden op een voor hem onbekend adres. Toen was George aangenomen bij de Britse geheime dienst. Maar naar Nederland gestuurd worden kon niet door een overeenkomst. Engelse agenten – en George was officieel Brit – kon niet als agent in Nederland werken. George moest wel mee als begeleidingsofficier voor Nederlandse agenten die door de Britten in Nederland gedropt werden. De kennis van het Nederlands werd van groot belang voor de berichten die vanuit Nederland naar Engeland werden gestuurd. Het was dus beter als George in Engeland bleef om de berichten vanuit Nederland die verminkt overkwamen te herstellen. In deze periode veranderde George Behar zijn naam in George Blake.
Na de bevrijding kwam George naar Nederland. In Wassenaar moest hij zaken van de Britse geheime dienst afwikkelen. George moest ook oorkondes samenstellen voor de mensen die Engelse onderscheidingen kregen. Er werd veel onderzocht. In de herfst van 1945 ging George terug naar Groot-Brittannië.
Het Nederlandse verhaal kwam toen grotendeels ten einde. In 1950 werkte George voor de Britse geheime dienst in Seoel en werd gevangen genomen door de communistische Noord-Koreanen nadat de stad op 24 juni 1950 door Noord-Korea werd ingenomen. Hij bood tijdens de gevangenschap zijn diensten aan aan de KGB, de geheime dienst van de Sovjet-Unie. In 1953 werd George vrijgelaten door Noord-Korea en werd door de Britse geheime dienst eerst in Wenen en daarna in Berlijn gestationeerd. In die tijd gaf George waardevolle informatie door aan de KGB. Hij viel door de mand, werd in 1961 door de Britten gearresteerd en veroordeeld tot 42 jaar gevangenisstraf.
Op 22 juni 1966 ontsnapte George met hulp uit de Wormwood Scrubs gevangenis en werd naar de DDR overgebracht. Vanuit de DDR ging George naar Rusland, waar hij tot zijn dood bleef wonen. George overleed in Moskou op 26 december 2020.
bron:
“Naamlijst voor den interlocalen telefoondienst 1930 : jan.1930”. [PTT, 1930. Geraadpleegd op Delpher op 27-12-2020, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMMVC01:000000023:00039.
“Eenvoudig”. “De Telegraaf”. Amsterdam, 1961/12/30 00:00:00, p. 9. Geraadpleegd op Delpher op 27-12-2020, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011204180:mpeg21:p009.
“Advertentie British Sports House”. “Rotterdamsch nieuwsblad”. Rotterdam, 1922/07/13 00:00:00, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 27-12-2020, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010494395:mpeg21:p004.
Podcast OVT – VPRO 4 juli 1999, te luisteren via https://www.vpro.nl/programmas/ovt/speel~POMS_VPRO_210739~ovt~.html
Thomas Jak, Het leven van dubbel-spion George Blake (98) is een Netflix-serie waard in Trouw, 26 december 2020.
Roger Hermiston, The Greatest Traitor: the secret lives of agent George Blake (London 2014).
illustratie:
“Advertentie British Sports House”. “Rotterdamsch nieuwsblad”. Rotterdam, 1922/07/13 00:00:00, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 27-12-2020, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010494395:mpeg21:p004.
gepubliceerd:
27 december 2020
laatst bijgewerkt:
21 februari 2025