Esther van Rijk werd in Rotterdam geboren op 29 juli 1853 op de Peperstraat 13. Haar vader was Mozes van Rijk, pettenmaker en later administrateur, en haar moeder was Adriana Wolfhart, naaister.
Esther trouwde op 24 augustus 1881 met musicus Henri de Boer en het echtpaar kreeg een dochter Sophie (Rotterdam, 19 juni 1882 – Auschwitz, 11 februari 1944). Esther overleed in Amsterdam op 7 september 1937.
Esther had eigenlijk, net zoals haar moeder, naaister moeten worden, maar het toneel trok haar meer. Haar ouders zagen een carrière op het toneel echter niet zitten, zij zagen dat als een verderfelijk beroep.
Maar op vijfjarige leeftijd werd ze al op de tafel van haar tante gezet waar met parmantige gebaren liederen voor de toeschouwers zong. Naar eigen zeggen was Esther op deze leeftijd al bezig met de invulling van rollen, hoewel ze toen nog nooit bij een toneelstuk was geweest. Na haar eerste bezoek aan een toneelstuk speelde zij het stuk na op de zolder van haar huis. Ze bekwaamde zich op deze jonge leeftijd al in het inleven in de rollen. Zo meldde ze dat zelfs bij de zoveel honderdste voorstelling van “Op hoop van zegen” Kniertje (postzegel) nog wel eens oprecht huilde.
Ze werd opgeleid tot naaister maar op twaalfjarige leeftijd maakte zij haar toneeldebuut. Haar talent viel op. Toen ze 19 was behaalde ze in een wedstrijd voor amateurgezelschappen de prijs voor de beste actrice. Ze kreeg hierdoor een engagement aangeboden. Haar moeder verzette zich nog tegen deze carrière, haar vader was inmiddels overleden. Moeder staakte het verzet toen ze de toezegging kreeg dat Esther op de avond voor Jom Kippoer (Grote Verzoendag) vrij zou zijn.
Een jaar na haar huwelijk in 1881 trok ze naar Amsterdam. In Rotterdam had ze opgetreden met progressieve gezelschappen, in Amsterdam kwam ze terecht bij diverse kleine toneelgezelschappen.
In 1893 kwam ze bij de Nederlandsche Toneelvereeniging (NTV) terecht. De NTV was zeer democratisch ingesteld wat goed aansloot bij Esther. Het ging dit gezelschap voor de wind, in 1895 ging men zelfs naar Berlijn. Na de eeuwwisseling later ging het veel minder en in 1912 ging dit gezelschap failliet. De artistieke kwaliteit was hoog, maar er was te weinig publieksbelangstelling. Ook in die periode werd haar man zo ziek dat het gezin financieel volledig van Esther afhankelijk werd.
Ondanks dat het voor Esther sappelen was konden in deze periode tal van liefdadigheids-instellingen op haar rekenen. Ze ondersteunde Joodse ballingen, tal van Joodse instellingen en sanatorium Zonnestraal in Hilversum.
Na het faillissement in 1912 werd door Herman Heijermans een nieuw toneelgezelschap opgericht, de Toneelvereeniging. Dit gezelschap heeft tot 1922 bestaan en Esther kon haar loopbaan hier voortzetten.
In 1922 was het echter gedaan met de Toneelvereeniging. Esther was toen al 69 en had geen werk. Ze stichtte een eigen gezelschap en reisde met Gezelschap Esther de Boer – van Rijk door het land. In 1927 – 1933 ging het gezelschap op in het Schouwtooneel en van 1933 tot haar dood in 1937 had zij weer haar eigen gezelschap, het Esther de Boer – van Rijk Ensemble. In deze periode zette Esther zich met benefietvoorstellingen in voor de opvang van Joodse vluchtelingen uit Duitsland en hield ze voordrachten voor het Palestina Opbouwfonds.
In 1936 bezocht ze haar geëmigreerde kleindochter in Palestina.
Haar gezondheid begon haar parten te spelen en het was de planning om een afscheidstournee te maken. Zover kwam het echter nooit, na een kort ziekbed overleed Esther de Boer op 7 september 1937, 84 jaar oud, in haar huis op het Oosteinde in Amsterdam.
Haar kist werd geplaatst in de Stadsschouwburg in Amsterdam waarna deze ’s middags naar de Joodse begraafplaats in Muiderberg werd gebracht. De stoet heeft uren over deze reis gedaan vanwege het grote aantal belangstellenden langs de weg. Zij werd begraven naast haar echtgenoot.
De Hollandse Schouwburg, waar Esther had opgetreden voor de oorlog, kreeg voor haar familie een andere betekenis.
Haar dochter Sophie, haar schoonzoon Henri de Vries (Amsterdam, 6 april 188 – Auschwitz, 11 februari 1944), kleinzoon Martijn Henri de Vries (Amsterdam, 18 september 1913 – Sobibor, 30 april 1943) en zijn vrouw Sellie Nieuwkerk (Amsterdam, 17 november 1914 – Sobibor, 30 april 1943) met hun kinderen Martijn Henri (1937 – 1943) en Carolijn Sophie (1939 – 1943) werden via deze plek naar de vernietigingskampen gedeporteerd.
Een achterkleindochter van Esther woont in Israël.1
bron:
www.iisg.nl,
www.bdnwiki.nl
joodsmonument.nl
1 = bron Lakmaker, Joosje. Esther de Boer – van Rijk. Hollands populairste actrice. JHM-magazine (Amsterdam 2013).
Laatste alinea van dit artikel, aangevuld met gegevens uit www.joodsmonument.nl
adresboek Rotterdam, 1858. Peperstraat 48 – J van Rijk
met dank aan E Borgman
gepubliceerd:
28 februari 2016
laatst bijgewerkt:
17 mei 2023