David Frank werd geboren in Rotterdam op 30 december 1903. Hij was de tweede zoon van koopman in galanterieën Izaak Frank (Rotterdam, 30 mei 1878 – Auschwitz, ) en Rebekka van der Stam (Rotterdam, 9 augustus 1878 – Auschwitz, ). David groeide op in het centrum van de stad en op de archiefkaart van zijn ouders staan voor die periode adressen als Diergaardestraat 4, Katshoek 5, Rodezand 13, Lijnbaanstraat 11 en het Rodezand 25b.
David trouwde op 5 augustus 1925 met de Rooms-katholieke Hendrika Albertha Sophia (Rieka) van Oers, een dochter van Franciscus Cornelis van Oers en Sophia Pieternella Schoonenberg.
David en Hendrika kregen 19 januari 1926 een zoon, Harry Izaak. Zowel Hendrika als Harry Izaak overleefden de oorlog. Harry Izaak wordt genoemd als een van de leden van de supportersclub van Feyenoord, waar hij in 1938 lid van werd. David en zijn gezin woonden onder andere op het Rodezand 25b tot zij in juni 1926 verhuisden naar de Utrechtsestraat 29-2 in Amsterdam. Op 5 juli verhuisde het gezin naar de Ferdinand Bolstraat 107 in Amsterdam. Het verblijf in de hoofdstad was kort, de familie verhuisde binnen een jaar terug naar Rotterdam. Ze woonden daar in het centrum en na het bombardement ging het gezin naar de Maasstraat 14 in Schiedam.
David had broers en zussen, te weten Wilhelm, Mozes, Marianna, Meijer, Jacob, Henriette en Joseph. Twee broertjes en een zusje overleden al voor de oorlog, zijn andere broers en zus hebben de oorlog overleefd.
David was kelner van beroep. Hij werkte bij de Holland-Amerika-lijn en voer op en neer naar New York. In die periode probeerde hij het Amerikaanse staatsburgerschap te krijgen. Dat lukte niet. David ging, na terugkeer in Nederland, als kelner werken voor verschillende grote hotels. Later werd David koopman in textiel.
Op 3 augustus 1943 werd David Frank gearresteerd en afgevoerd naar Westerbork, waar hij werd ondergebracht in strafbarak 67.
In Westerbork probeerde David bewijzen te verzamelen die aantoonden dat hij gemengd gehuwd was en dat daardoor zijn zoon derhalve deels Joods was. Hiermee wilde David voorkomen dat ook Harry zou worden gedeporteerd. Dat lukte. In 1944 werd zijn zoon echter wel (bij een razzia) opgepakt en heeft dwangarbeid moeten verrichten in Duitsland.
David Frank verbleef enkele maanden in Westerbork en werd tóch nog op 3 maart 1944 als strafgeval met 731 anderen op transport gesteld naar Auschwitz. Het transport arriveerde daar op 5 of 6 maart 1944 waar David het gevangenennummer 174733 kreeg en tewerkgesteld werd in Monowitz, een sub-kamp van Auschwitz ten oosten van de stad. De gevangen in Monowitz werden tewerkgesteld bij de ernaast gelegen fabriek van IG-Farben.
David was nog in leven toen de gevangenen in Auschwitz tussen 18 en 21 januari 1945 geëvacueerd werden naar andere kampen. Volgens twee medegevangenen overleed David in de trein tijdens het transport van Monowitz naar Buchenwald op 21 januari 1945. Het Rode Kruis meldde echter dat David op 9 mei 1945 in Midden Europa om het leven is gekomen.
bron:
Stadsarchief Rotterdam, gezinskaart David Frank, NL-RtGAR_494-03_851-137_0144380R.jpg
Stadsarchief Rotterdam, gezinskaart Izaak Frank, NL-RtGAR_494-03_851-138_0144429V.jpg
www.joodsmonument.nl, lemma David Frank (geraadpleegd 30 april 2019).
Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart David Frank, Frank, D. – 30-12-1903 – 5422-0411-4610
laatst bijgewerkt:
12 september 2019