Crooswijk was tot 1864 een onbebouwde polder. In die tijd begonnen particulieren met de ontwikkeling van dit terrein tot woonwijk. In 1862 was de Crooswijksesingel al gereed. Deze singel werd in deze polder als een van de eerste straten aangelegd in het kader van het Waterproject van Willen Nicolaas Rose. Midden in de polder kwamen veel arbeiderswoningen, dit is nog steeds te zien aan de nauwe straten. Deze huizenreeks moest voorzien in de toenemende vraag naar woningen voor de groeiende arbeidsbevolking.
Langs de singels verrezen statige panden voor de rijkere burgerij, conform de eis die architect Rose aan het (hele) singelplan had verbonden. De vraag hiernaar in Crooswijk was (in die tijd) niet groot. In het verlengde van de Crooswijksesingel ligt de Boezemsingel.
Crooswijksesingel 4a – A. S. de Beer
Rond 1916 woonde hier het gezin A. S. de Beer. Hij overleed op 7 juli 1920 en was gehuwd met H. Waisfisch.
Crooswijksesingel 7b – arts I. van der Heyden
Deze arts was op dit adres gevestigd en lid van de Commissie tot Spijsverzorging aan Minvermoogende Israëlieten in Rotterdam.
Crooswijksesingel 9 – echtpaar Ph. Pool – Cappel
Dit echtpaar woonde hier rond 1910.
Crooswijksesingel 9 – gezin Hendrik Cohen
Dit was voor de oorlog een van de adressen waar Hendrik Cohen heeft gewoond.
Crooswijksesingel 10a – E. Meijer Pool
E. Meijer Pool overleed hier op 22 oktober 1912. Hij was gehuwd met E. van der Waal en zij hadden twee kinderen, Max en Jeanne.
Crooswijksesingel 23b – gezin Sanders – Prins
Rond 1925 woonden hier M. Sanders en R. Prins die op 3 januari 1926 hun 25-jarig huwelijk vierden en daarmee gefeliciteerd werden door hun kinderen Bella, Roza en Samuel.
Crooswijksesingel 25 – gezin Woudstra
Hier woonden Abraham Woudstra met zijn gezin. In 1922 plaatste Schoontje Woudstra een advertentie in het Weekblad voor Israëlietische Huisgezinnen waarin ze haar droefheid uitsprak in verband met het overlijden van Enoch Italie en ze haar dank uitsprak voor zijn lessen. Schoontje Woudstra was godsdienstonderwijzeres.
Crooswijksesingel 26a – gezin Hartog Kleinkramer en Cornelia den Hartog
Dit gezin van Hartog Kleinkramer (Strijen, – Auschwitz, ) en Cornelia den Hartog (Rotterdam, – Auschwitz, ) woonde hier rond 1919 tot juni 1937 toen ze naar de Oostzeedijk 104c verhuisden. De broer van Cornelia, Sally ( Jacob Salomon; Strijen, 24 november 1891) verloofde zich op 29 mei 1923 met Sara den Hartog. Op 31 maart 1928 vierde zoon Nathan (Nardie) (Rotterdam, – Auschwitz, ) zijn Bar Mitswa (kerkelijk meerderjarig). Zijn zussen Betje (Rotterdam, 20 november 1912) en Sophie (Rotterdam, 27 mei 1918) overleefden de oorlog.
Crooswijksesingel 31a – gezin Philipse-Prins
Op 22 augustus 2012 werden er op de Crooswijksesingel 31a zes Stolpersteinen geplaatst. Deze waren voor Samson Samuel Philipse, Wilhelmina Philipse-Prins, Eva Alexandra Philipse, Mietje Prins- Philip, Hijman Prins en Pienas Levie. Bij het plaatsen van de stenen werd een mooie toespraak gehouden door Elsje Prins, die verhaalde over het leven van deze 6 mensen. Een deel van de toespraak hier:
‘Wij staan nu voor het huis van onze grootouders Hijman Prins en Mietje Prins Philip, Grootvader Pienas Levie, tante Wilhelmina (Mien) Philipse-Prins, haar man Samson Samuel Philipse (Charles) en ons nichtje Eva Philipse.
Bijna 70 jaar geleden, op de dag van hun deportatie op 8 oktober 1942 was grootmoeder Mietje de oudste. Zij was 76 toen ze werd vermoord in Auschwitz. Ons nichtje Eva was amper 14 jaar toen ze in Sobibor werd vermoord.
Wat weten wij van onze familieleden? Onze ouders en tante die ondergedoken waren vanaf 8 augustus 1942 tot en met de bevrijding op 5 mei 1945 op de Witte de Withstraat spraken maar weinig over hun familie en wij vroegen vrijwel niets. Er was een groot taboe om te praten over wat er gebeurd is in die oorlogsjaren maar wij wisten van jongs af aan dat het grootste gedeelte van onze familie vermoord is in de kampen van Auschwitz en Sobibor.
Grootvader Hijman -een echte Amsterdammer- had een koosjere slagerij in de Swammerdamstraat in Amsterdam totdat de familie in 1928 naar Rotterdam verhuisde. Hij heeft in Rotterdam nog vele jaren in de vlees groothandel gewerkt.
Het gezin was traditioneel Orthodox Joods en hielden zich aan de wetten van het Joodse leven. Hijman en Mietje voerden ook aan de Crooswijksesingel een pension en er woonden Duitse Joodse vluchtelingen tot 1941. In 1941 kwam er een woonverbod en Joodse Duitse vluchtelingen moesten zich terugtrekken uit het kustgebied naar het binnenland.
Grootmoeder Mietje kreeg elf kinderen waarvan er drie niet levensvatbaar waren. Mien wordt beschreven als een zachte, lieve vrouw. Mien was verpleegkundige en heeft als psychiatrisch verpleegster in het Sinaï Centrum in het Apeldoornse Bos gewerkt. Later werkte ze bij het Joods Ziekenhuis op de Schietbaanlaan.
Mien was getrouwd met Samson Samuel Philipse (Charles) die musicus was. Hij leed aan zware astma en lag veel in het ziekenhuis. Hun dochtertje Eva –ons nichtje- was met ons nichtje Mary bruidsmeisjes bij het huwelijk van onze ouders -Wim en Riek Prins – op 8 september 1940.
Eva bezocht de meisjesschool op de Boezemsingel en zat in de klas van juffrouw Blauw. Zij ging ook wekelijks naar Joodse les op de synagoge aan de Botersloot. Vanaf september 1941 mochten Joodse kinderen niet meer naar openbare scholen en volgens een ooggetuige was Eva vanaf die tijd thuis.
Eva speelde vaak met het buurjongetje op het platte dak waar zijn vader sierkippen en konijnen verzorgde.
Van Grootvader Pienas Levie weten we dat hij een handelsreiziger was. Hij was getrouwd met Rosalia van Thijn. Zijn vrouw leed aan dementie en is in 1942 overleden in het Sinai Centrum in Apeldoorn. Daar in die tijd Joden niet meer mochten reizen met openbaar vervoer was niemand van de familie aanwezig bij haar begrafenis.
De deportatie
Een ooggetuige heeft me verteld over de dag van de deportatie op 8 oktober 1942. De Rotterdamse politie kwam om ongeveer 7 uur ‘s avonds langs. Er stonden zes mensen op de transportlijst maar Samson lag in het Bergwegziekenhuis en de politie wilde dat hij eerst teruggehaald werd naar de Crooswijksesingel. Dat is dan ook gebeurd en een ambulance heeft hem thuis gebracht. Mien heeft de buren gewaarschuwd dat de politie er was en zo hebben de buren inclusief Guus afscheid genomen van de familie Prins, Philipse en Levie. Iedereen geloofde toen nog dat ze terug zouden komen. Na de arrestatie zijn de families vanuit Loods 24 naar Kamp Westerbork gebracht en vandaar op transport gesteld naar Auschwitz en Sobibor. Het huis is leeggehaald en heeft lange tijd leeg gestaan. Later tijdens de oorlog werd het pand een bordeel.
Voor mij zijn dit schimmen maar ook dierbare fragmenten van families die wij nooit gekend hebben.
Eens waren er grote uitgebreide families die zijn vermoord vanwege antisemitisme. Door deze Stolpersteine te laten leggen hopen we dat hun namen niet worden vergeten zelfs als onze generatie er niet meer is.
Zichram levracha
(Moge hun nagedachtenis tot zegen zijn)‘.
verder:
Het gezin Philipse – Prins wordt ook herdacht in het boek “Joodse Huizen”, dat op 30 april 2015 uitkwam. ISBN 9789491363429.
Crooswijksesingel 32a – gezin Herzberger
Leopold Herzberger werd geboren in Rotterdam op 6 februari 1922 als zoon van Anna en arts Maurits Hertzberger. Maurits was in 1939 lid van de kerkeraad van de Nederlands Israëlitische Gemeente en bestuurslid van de Vereeniging Israëlietische Kindervoeding.
Leopold ging naar het Erasmiaans Gymnasium en haalde zijn eindexamen in 1941. Hij mocht niet meer naar de universiteit vanwege de maatregelen van de bezetter.
Hij ging toen in de leer bij vioolbouwer Lou Blitz en dook onder. Samen met drie leden van de familie Heimans uit Amsterdam werd hij op 27 oktober 1942 opgepakt in huisje “De Pit”, tussen Lochem en Barchem. Leopold werd op 30 april 1943 vermoord in Auschwitz, de andere onderduikers overleefden de oorlog.
Op 14 september 1943 werd Anna Hertzberger-Cohen onteigend en werd het huis doorverkocht voor een bedrag van ƒ 18.000,- aan H. E. J. Knetemann.
Meer informatie over de familie Herzberger via deze link en deze link.
Crooswijksesingel 167a – gezin Boesman (Bösman)
Op dit adres woonde vanaf 1928 spekslager Meijer Boesman (Rotterdam, 30 oktober 1881 – Auschwitz, 22 oktober 1942) en zijn vrouw Eva Stern (Coevorden, 4 april 1891 – Auschwitz, 22 oktober 1942). Meijer en Eva hadden drie kinderen; Joseph (Rotterdam, – Auschwitz, ), Abraham (Rotterdam, – Auschwitz, ) en Suzanna (Rotterdam, – Auschwitz, ). Volgens de gezinskaart was het laatste adres van het gezin de Oudedijk 212b, volgens de kaart van de Joodsche Raad woonden ze tijdens de oorlog op de Crooswijksesingel 167a.
bron:
Crooswijksesingel 31a: toespraak Elsje Prins bij het leggen van de Stolpersteinen op de Crooswijksesingel op 21 augustus 2012, met de vriendelijke toestemming van Elsje Prins.
Onteigening en doorverkoop Crooswijksesingel 32 via https://pointer.kro-ncrv.nl/artikelen/hier-staan-van-joden-onteigende-panden-bij-jou-in-de-buurt (geraadpleegd 23 mei 2020).
Pool-Cappel, Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen; uitgegeven vanwege de Vereeniging van Joodsche Wetenschappen te Rotterdam, jrg 41, 1910, no 39, 30-09-1910. Geraadpleegd op Delpher op 08-07-2022, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005418092:00001.
E. Meijer Pool, Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen; uitgegeven vanwege de Vereeniging van Joodsche Wetenschappen te Rotterdam, jrg 43, 1912, no 43, 25-10-1912. Geraadpleegd op Delpher op 08-07-2022, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005419043:00001.
A. S. de Beer, Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen; uitgegeven vanwege de Vereeniging van Joodsche Wetenschappen te Rotterdam, jrg 47, 1916, no 39, 27-09-1916. Geraadpleegd op Delpher op 08-07-2022, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005420092:00001.
Kleinkramer, Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen; uitgegeven vanwege de Vereeniging van Joodsche Wetenschappen te Rotterdam, jrg 50, 1919, no 39, 24-09-1919. Geraadpleegd op Delpher op 08-07-2022, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005421091:00001.
A. S. de Beer, Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen; uitgegeven vanwege de Vereeniging van Joodsche Wetenschappen te Rotterdam, jrg 51, 1920, no 28, 09-07-1920. Geraadpleegd op Delpher op 08-07-2022, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005421132:00001.
Sophie Kleinkramer, Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen; uitgegeven vanwege de Vereeniging van Joodsche Wetenschappen te Rotterdam, jrg 51, 1920, no 34, 20-08-1920. Geraadpleegd op Delpher op 08-07-2022, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005421138:00001.
Enoch Italie, Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen; uitgegeven vanwege de Vereeniging van Joodsche Wetenschappen te Rotterdam, jrg 53, 1922, no 3, 20-01-1922. Geraadpleegd op Delpher op 08-07-2022, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005422054:00001.
Klienkramer-Hartog, Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen; uitgegeven vanwege de Vereeniging van Joodsche Wetenschappen te Rotterdam, jrg 54, 1923, no 22, 01-06-1923. Geraadpleegd op Delpher op 08-07-2022, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005422125:00001.
Sanders-Prins, Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen; uitgegeven vanwege de Vereeniging van Joodsche Wetenschappen te Rotterdam, jrg 56, 1925, no 52, 25-12-1925. Geraadpleegd op Delpher op 08-07-2022, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005423105:00001.
Nardie Kleinkramer, Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen; uitgegeven vanwege de Vereeniging van Joodsche Wetenschappen te Rotterdam, jrg 59, 1928, no 12, 23-03-1928. Geraadpleegd op Delpher op 08-07-2022, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005425064:00001.
Hrtog Kleinkramer, Stadsarchief Rotterdam, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-246.
Van der Heyden, Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen; uitgegeven vanwege de Vereeniging van Joodsche Wetenschappen te Rotterdam, jrg 59, 1928, no 44, 02-11-1928. Geraadpleegd op Delpher op 08-07-2022, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005425096:00001.
Schoontje Woudstra, Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen; uitgegeven vanwege de Vereeniging van Joodsche Wetenschappen te Rotterdam, jrg 60, 1929, no 35, 30-08-1929. Geraadpleegd op Delpher op 08-07-2022, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005425139:00001.
Kindervoeding, Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen; uitgegeven vanwege de Vereeniging van Joodsche Wetenschappen te Rotterdam, jrg 37, 1936, no 1, 03-01-1936. Geraadpleegd op Delpher op 08-07-2022, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005428053:00001.
illustratie:
Stadsarchief Rotterdam, beeld en geluid, PBK-1670 De Crooswijksesingel gezien uit het westen, op de achtergrond de torens van de Koninginnekerk, 1914. Prentbriefkaarten verzameld door het Stadsarchief Rotterdam, toegangsnummer 4029
foto’s familie Philipse, ©familiearchief Elsje Prins. Met vriendelijke toestemming.
Enoch Italie, Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen; uitgegeven vanwege de Vereeniging van Joodsche Wetenschappen te Rotterdam, jrg 53, 1922, no 3, 20-01-1922. Geraadpleegd op Delpher op 08-07-2022, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005422054:00001.
gepubliceerd:
5 maart 2016
laatst bijgewerkt:
8 juli 2022