–Simon Stad
(Rotterdam, 20 oktober 1896 – Auschwitz, 19 februari 1943) – 46 jaar
Simon Stad
Simon Stad is het eerste kind van Leon Stad en Naatje Stad-Park. Vader Leon is geboren in Maastricht en heeft verschillende beroepen van sigarenhandelaar, ijzerhandelaar tot koopman op het water.
Moeder Naatje is een geboren Amsterdammer. Na hun huwelijk vestigen zich in Rotterdam, waar Simon in 1896 wordt geboren. Twee jaar later wordt zoon Isaac geboren (1898) en nog een jaar later zoon Mozes (1899).
Susanna de Wolf
Simon trouwt op 14 maart 1923 met Susanna de Wolf (1895). Zij is van geboorte Rotterdammer en komt, in tegenstelling tot Simon, uit een groot gezin. Haar vader Levie en moeder Esther-de Wolf-van Bever krijgen tien kinderen. Susanna is het derde kind in het gezin. Zus Estella (1891) en broer Salomon (1892) komen boven haar. Onder haar komen de zussen Elisabeth (1896), Roza (1899), Mathilda (1910), Sara (1912) en de broers Elias Simon (1901), Jacob (1905) en Benjamin (1907. Vader de Wolf is koopman en pandhuishouder.
Het gezin Stad
Simon en Susanna krijgen vier kinderen, drie zonen, Leon (1924), Salomon (1928), Isaac (1934) en een dochter, Esther Nanny (1938). Simon is koopman in ongeregelde goederen en vertegenwoordiger. Vanaf hun huwelijk wonen ze in de Goudschestraat 44a. Maar er volgen nog veel andere adressen. Het was voor de oorlog niet ongebruikelijk dat er veel werd verhuisd. Men ging groter wonen vanwege gezinsuitbreiding of goedkoper wonen als dit zich aandiende. Er moest opnieuw behangen worden. Kortom veel redenen om een deurtje verder te trekken. Vanaf 12 maart 1929 wonen ze op de Josephlaan 20b, in het Oude Westen, dichtbij de Kruiskade. En dichtbij zijn broer Mozes Stad, die op 12b woont. Totdat Simon verhuist.
Scheiding van tafel en bed
Op de persoonskaart van Simon is te zien dat Susanna en Simon op 30 december 1938 scheiden. De kinderen blijven bij Suzanna. Er volgt echter geen officiële scheiding.
Moeder Susanna blijft met haar vier kinderen in de Josephlaan 20b wonen. We spraken de neef van Susanna, de zoon van broer Jacob. Hij heeft nog levendige herinneringen aan tante Suus, zoals ze door hem genoemd werd.
Hij weet nog hoe goed ze was in het bakken van boterkoek. Tante Suus sneed de boterkoek in grote stukken voor de volwassenen. Voor de kinderen in kleinere stukjes. De geur die uit de trommel kwam! Nog steeds als hij boterkoek eet moet hij aan zijn tante denken. Haar boterkoek was niet te overtreffen. Samen met zijn ouders kwam hij regelmatig in de Josephlaan. Hij heeft Simon, zijn oom, er helaas nooit ontmoet, maar de herinneringen aan zijn tantes zijn levendig.
Simon verhuist van de Josephlaan 20b naar de Goudsestraat 55b en woont op vele adressen. Vanaf 30 maart 1940 woont hij op de Vriendenlaan 16a, dichtbij de Rotte. Precies op de brandgrens. Na het bombardement gaat hij op 27 augustus 1940 op Katendrecht wonen, op de Brede Hilledijk eerst op 203c en vanaf 17 november 1940 op 175b, niet ver van de familie Bierschenk op 161a. Op dit adres zijn in 2017 twaalf Stolpersteine geplaatst.
De eerste verontrustende signalen
Vanaf maart 1941 worden Joden via verordeningen op veel manieren beperkt in hun bewegingsvrijheid. De eerste oproepen aan Joodse burgers om zich te melden voor Loods 24 zijn op 31 juli 1942. Er zijn binnen twee weken drie oproepen geweest van ieder 2000 personen. Een groot deel van de opgeroepen personen komen niet opdagen. Voor de personen die niet zijn op komen dagen is dit het eerste signaal om voorzichtig te zijn.
Werkkampen Op 3 oktober 1942 worden alle werkkampen in Nederland ontruimd en de Joodse mannen afgevoerd naar Westerbork. In het kader van ‘gezinshereniging’ werden de familieleden thuis (vrouwen en kinderen) opgehaald en naar Westerbork afgevoerd. Op 9 oktober 1942 worden alle Joden boven de 60 jaar opgepakt.Tussendoor worden per straat huizen waar Joden woonden leeggehaald. Zo worden bijvoorbeeld op 7 december 1942 in de Graaf Florisstraat vijf huizen met 22 personen leeggehaald. |
De oproepen worden per post verzonden, afkomstig van de Zentralstelle in Amsterdam. De Nederlandse Zentralstelle werd op bevel van Reinhard Heydrich, op verzoek van Arthur Seyss-Inquart, opgericht. Op de oproep wordt aangegeven hoe laat en waar men zich moest melden én met welke bagage. De Joodse Katendrechters die gehoor geven aan de oproep zullen de route naar Loods 24 lopend met een koffer in de hand hebben afgelegd, een onzekere toekomst tegemoet.
Half augustus 1941 worden Joodse mannen in Rotterdam opgeroepen voor het werkkamp Ellecom en andere werkkampen.
Arrestatie Simon
Velen proberen gedurende deze onzekere periode te ontsnappen door onder te duiken. De jacht op ondergedoken Joden vindt al plaats vanaf de eerste oproepen. Met name de Groep X (30 man van de Rotterdamse politie) stond bekend als een van de beruchtste ‘Jodenjagers’.
Simon wordt op 27 januari 1943 gearresteerd door deze groep Jodenjagers en overgedragen aan de Duitse Sicherheitspolizei. Van 27 januari 1943 tot 1 februari 1943 zit hij gevangen in het Huis van Bewaring Noordsingel in Rotterdam. Vermoedelijk houdt hij zich thuis schuil maar wordt hij verraden. Op 13 februari 1943 wordt hij naar Westerbork gestuurd en opgesloten in de strafbarak 66 waar alle mannelijke onderduikers verblijven. Simon gaat op 12 februari op transport naar Auschwitz en wordt daar op 19 februari 1943 vermoord.
Slechts tien families
Op uiterlijk 22 april 1943 dienen alle nog resterende Joden zich te melden in Kamp Vught. De dringende oproepen werden in advertenties in de landelijke dagbladen geplaatst.
Na 22 april 1943 mogen er nog tien families met toestemming van de Sicherheitsdienst in Rotterdam blijven, maar tussen juni en september 1943 worden zij alsnog opgepakt als het hen niet gelukt was om onder te duiken. Op 29 september 1943 verklaren de Duitsers Rotterdam (en Nederland) officieel ‘Judenrein’.
Suzanna, Leon, Salomon, Isaac en Esther
Susanna en de vier kinderen worden op 9 april 1943, met de laatste razzia in Rotterdam opgepakt. Tot 18 mei zitten ze gevangen in Kamp Westerbork. Moeder en kinderen worden in mei in Sobibor vermoord. Simon is dan al in Auschwitz vermoord. Het verhaal dat volgens neef Leo gaat dat Susanna en Simon en de kinderen elkaar in Westerbork nog ontmoet zouden hebben, is meer een wens van de gedachte geweest. Pas in 1951 wordt het overlijden van Simon in opdracht van de minister van Justitie aangetekend in de Burgerlijke Stand.
Hoe verging het de familie van Simon Stad?
De ouders van Simon, Leon en Naatje Stad
Leon en Naatje overleefden de oorlog niet. Naatje stierf al tijdens de oorlog op 6 februari 1942 op 68-jarige leeftijd. Haar graf is te vinden in de begraafboeken van de Joodse begraafplaats te Rotterdam. Vader Leon wordt negen maanden later op 2 november 1942 in Auschwitz vermoord. Hij was 69 jaar.
Broer Mozes Stad
Mozes overleefde de oorlog. Hij trouwde op 8 februari 1928 met Maria Huberta Johanna van Zuilekom. Er volgt een scheiding in 1934. Mozes hertrouwde in datzelfde jaar met Cornelia Boven. Vier jaar later volgde wederom een scheiding. In 1939 hertrouwde hij met Pieternella Elisabeth Kappers.
Broer Isaac Stad
Isaac, sorteerder van beroep, overleefde de oorlog niet. Evenals zijn vrouw Eva Stad-Eijsman en hun zoon Leon. Isaac werd 44 jaar, Eva 43 jaar en Leon 18 jaar. Het gezin woonde in de Havenstraat 98c in Rotterdam
Hoe verging het de familie van Susanna Stad-de Wolf?
Broer Jacob de Wolf
We spraken de zoon van Jacob de Wolf, de broer van Susanna, Leo Andries de Wolf(1936). Hij is inmiddels 85 jaar. Hij vertelt hoe zijn vader Jacob, boekhandelaar in Charlois, zich in juli 1943 vrijwillig als krijgsgevangene heeft gemeld, onder druk van de toenemende maatregelen tegen Joden.
De dringende oproepen via advertenties in de kranten, geadresseerd aan alle Joden, om zich te melden in Kamp Vught, waren hem niet ontgaan. Via kamp Amersfoort kwam hij na een lange reis in krijgsgevangenenkamp Oschatz terecht waar hij tot 16 april 1944 werkte in een chemische fabriek, waar onder andere zeep werd gemaakt.
Als krijgsgevangene viel hij onder het Verdrag van Genève. Maar op zijn persoonsbewijs stond de grote rode letter ‘J’. De Duitse militair die dit zag, was hem welgezind en gooide het bewijs in de kachel.
Leo was vier toen de oorlog uitbrak. Hij bleef met zijn moeder en zus achter in de Ebenhaëzerstraat 37 in Charlois. Hij heeft geen vervelende herinneringen aan de oorlog. Moeder Margaretha Christina Magdalena de Wolf – Barneveld was Rooms-katholiek.
Vader Jacob kwam in mei 1945, wel gevoed en met tien witte broden, via Luxemburg en België terug in Nederland. Door de bijzondere actie van vader om zich te melden, niet geheel zonder risico, én het gemengde huwelijk overleefde het gezin de oorlog en kan Leo als een van de weinige nazaten van de familie deze verhalen nog vertellen.
Zijn vader houdt in het kamp een dagboek bij. Dit dagboek heeft zoon Leo de Wolf na zijn overlijden in 1985 gedigitaliseerd en is opgenomen in het archief van het NIOD.
Broer Elias Simon de Wolf
Elias overleefde de oorlog. Hij had een viszaak in Rotterdam
Broer Salomon de Wolf
Hij is daar in de nacht van 31 januari en 1 februari 1922 op een tragische wijze om het leven gekomen, toen hij aan het werk was in het restaurant van Harry Baker op 1459 Third Avenue. Het restaurant was al gesloten maar twee mannen wilden nog wat eten. Toen hij dit weigerde, werd Charles (zoals hij inmiddels heette) neergeschoten. Leo beschrijft de gebeurtenis in de Oud-Rotterdammer van 26 januari 2016.
Broer Benjamin de Wolf
Benjamin (Ben) werkte als vertegenwoordiger en woonde in de Nolenstraat 65c te Rotterdam. Hij trouwde in 1940 met een niet-joodse vrouw. Het echtpaar kreeg geen kinderen.
Tijdens de oorlog was Benjamin de Wolf thuis ondergedoken. Hij werd echter verraden. Toen hij bij zijn arrestatie trachtte te vluchten werd hij door één of meerdere kogels getroffen. Benjamin de Wolf verbleef vervolgens in het ziekenhuis in Rotterdam. Na zijn herstel werd hij naar kamp Vaihingen, een satellietkamp van Natzweiler, gedeporteerd en overleed daar op 18 maart 1945, net voor de bevrijding.
De zussen van Susanna Stad-de Wolf
De zussen van Susanna; Sara, Elisabeth, Roza en Mathilda, hebben de oorlog niet overleefd.
bron:
https://www.oorlogslevens.nl/tijdlijn/Simon-Stad/01/8555
https://www.joodsmonument.nl/nl/page/513873/about-benjamin-de-wolf
https://www.deoudrotterdammer.nl/archief/dor/2016/week04/files/assets/basic-html/page21.html
https://www.archieven.nl/mi/298/?mivast=298&miadt=298&mizig=0&miview=lst&milang=nl&micols=1&mizk_alle=dagboek%20Jacob%20de%20Wolf
https://docplayer.nl/189206595-Ester-kalkoene-leo-andries-de-wolf-1936.html
https://www.joodsmonument.nl/nl/page/226152/naatje-stad-park
https://www.joodsmonument.nl/nl/page/525990/about-naatje-stad-park
https://www.joodsmonument.nl/nl/page/219820/leon-stad
https://www.geni.com/people/Mozes-Stad/6000000018154425099
https://www.openarch.nl/srt:9E4332F9-E980-4239-80BE-67F6A33E7F8F
Arolsenarchieven
Stadsarchief Rotterdam
illustratie:
Privécollectie van Leo Andries de Wolf (met vriendelijke toestemming)
Stadsarchief Rotterdam, beeld en geluid. 21369-2-35 Huis van Bewaring hoek Noordsingel met Bergstraat; links café De Wachtzaal, mei 1969. Collectie Ary Groeneveld, toegangsnummer 4121. © Gemeente Rotterdam (Stadsarchief) CC-0; Stadsarchief Rotterdam
Colofon:
Project: Stichting Kaapse Kringen, Marianne Ketting
Tekst: Stadsatelier Corneel, Cora de Roon
Research: Han de Bruijne, Cora de Roon
Eindredactie: Rob Snijders, historicus (www.joodserfgoedrotterdam.nl)
disclaimer
Wij hebben onze uiterste best gedaan van het materiaal op de website de makers en rechthebbenden te achterhalen. Ook hebben wij ons uiterste best gedaan om de ons aangeleverde informatie op de website zo verantwoord mogelijk te presenteren. Al hoewel wij daarbij zeer zorgvuldig te werk zijn gegaan kan het toch zijn dat een bezoeker, auteur, gebruiker of rechthebbende meent dat publicatie in strijd is met zijn of haar rechten, zoals portretrecht(en) en of auteursrechten. Indien een dergelijk situatie het geval lijkt verzoeken we onmiddellijk contact op te nemen met de projectleiders.
gepubliceerd:
9 februari 2022
laatst bijgewerkt:
9 februari 2022