Wij laten hier nog volgen eenige bijzonder heden betreffende de inwijding van het nieuwe bedeellokaal tot Spijsverzorging van Minvermoogende Israëlieten alhier. Staande het vriendschappelijke maal in het hotel H. J. van Dam zonden de aanzittenden een telegram van hulde en wensch aan haar medelid, den heer E. L. Jacobson Lz. en diens gade, mevr. D. Jacobson—Hartogensis. In het nieuwe gebouw is overgebracht de steen, die vermeldt, dat de eerste steen der oprichting in het oude werd gelegd door den heer Mozes Ezechiels, terwijl in den oostelijken muur een net steenen bord in gulden letteren de namen bevat van de tegenwoordige bestuursleden en hunne functiën. Eene bijvoeging der omlijste namen van de oprichters dezer instelling van weldadigheid zal het geheel en in zekeren zin voltooien en ook voor hare geschiedenis van dienst zijn.
Aangaande de tegenwoordige bedeelplaats. Zij ligt nagenoeg in het centrum, althans veel meer nader onder het bereik der armen-populatie. Zij is p. m. 70 m2 groot, toegang hebbende in de Verlaatstraat en uitgang door de Kalkgang, leidende naar den Oppert. De vloer en wanden zijn terrazzo en van verglaasde tegels voorzien, de zoldering is van Portland cement en geverfd, de kooktoestellen zijn van koper en ijzer. Overigens is water- en lichtaanvoer en afvoer in ruime mate aanwezig, benevens kasten, retiraden, kasten voor de verschillende benoodigdheden, kantoor voor de controle, kolen- en andere bergplaatsen, alles naar de vereischte verhoudingen ingericht en ruim van licht voorzien.
De verbouwing der inrichting is aangenomen foor de firma Klaphaak en van der Hulst, volgens de plannen en onder toezicht van den architect W. C. Coepijn. Beiden kweten zich loffelijk van hunne taak.
bron:
Israëliet. 29 november 1895. Geraadpleegd op Delpher op 13-12-2020, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005579044:00001
laatst bijgewerkt:
13 december 2020