Auguste van Biene werd op 14 mei 1849 in Rotterdam geboren als de zoon van costumier Joseph van Biene (Rotterdam, 14 juni 1809 – Rotterdam, 4 mei 1858) en Eva van Noorden (Rotterdam, 6 december 1813 – Rotterdam, 7 februari 1881). Hij heette bij zijn geboorte Ezechiel en zijn ouders kregen tien kinderen:
Mietje (Rotterdam, 26 oktober 1833 – Amsterdam, 18 februari 1894),
Emanuel (Rotterdam, 8 februari 1836 – Antwerpen, 5 maart 1911), acteur en muziekmeester,
Abraham (Rotterdam, 2 november 1838 – Rotterdam, 19 juni 1840),
Meijer (Rotterdam, 20 februari 1841 – Amsterdam, 30 september 1882), schouwburgdirecteur en muziekmeester,
Jeannette (Rotterdam, 2 november 1844 – Amsterdam, 19 oktober 1902),
Maurits (Rotterdam, 2 november 1846 – Rotterdam, 17 februari 1857),
Ezechiel (Rotterdam, 14 mei 1849 – Brighton, 23 januari 1913), cellist, acteur, toneelschrijver,
Sophia (Rotterdam, 13 januari 1852 – Amsterdam, 11 mei 1907), actrice
Johanna (Rotterdam, 23 mei 1854 – Rotterdam, 23 mei 1854),
Alida (Rotterdam, 27 januari 1857 – Rotterdam, 19 november 1857).
Auguste studeerde cello in Brussel op het conservatorium. Hij deed dat bij Adrien François Servais. Toen Auguste 15 jaar oud was begon hij zijn carrière en speelde bij het orkest van het Rotterdamse operahuis.
In 1867, 18 jaar oud, ging hij met alleen zijn cello en £ 3,- naar Londen om zijn geluk daar te beproeven. De eerste tijd was niet gemakkelijk en leefde hij in armoede op een zolderkamer op Northumberland Court, samen met andere artiesten.
Hij speelde op de straat en probeerde op die manier geld bijeen te krijgen. Op een zekere dag speelde hij op Hanover Square en werd daar gehoord door Sir Michael Costa. Zijn orkest trad regelmatig op in Covent Garden en in november 1867 werd Auguste door Michael Costa aangesteld als cellist in zijn orkest. Daarna veranderde er veel voor Auguste. Zo’n tien jaar lang speelde hij in diverse orkesten en gaf recitals. Hij werd de eerste cellist van het orkest van Costa. Auguste trouwde op 30 augustus 1871 met Rachel de Solla (Londen, 28 juni 1849 – 11 november 1922).
Toen hij het zich kon veroorloven kocht Auguste een Italiaanse cello van de cellist Alfredo Patti. De cello had geen label, maar volgens Auguste was het een Guaneri. Na zijn dood werd de cello geïdentificeerd als een Grancino en werd toen verkocht voor £ 85,–.
Van Biene begon ook met dirigeren en regisseren en theaterproducties. Uiteindelijk vormde hij zijn “Van Biene Company”. Rond 1880 was hij betrokken bij het management van een theater en hij werd acteur en schreef zelf stukken onder de naam Henri Tempo.
In 1882 maakte hij het stuk “The Broken Melody” waar hij zelf de muziek voor componeerde. Het stuk, en vooral het muzieknummer “The Broken Melody“, werd een groot succes en het lied is zelf nu nog bekend. Het publiek vond het geweldig en Van Biene trad er 6000 keer mee op.
Het tweede deel van het stuk bevat een korte cello recital door een cellist. Van Biene speelde dit en elke avond speelde hij een ander recital. Op zaterdagen speelde hij altijd zijn eigen arrangement van Kol Nidrei (geluidsfragment onder). Critici noemde hem de ‘Magician of the Cello’ aangezien hij met veel emotie speelde en het publiek kon vervoeren.
Van Biene overleed op 23 januari 1913 in Brighton in de Hippodrome. Dat gebeurde tijdens een optreden en hij speelde de cello recital uit Act 2 van een stuk dat “The Master Magician” heet. Hij eindigde het eerste deel, zuchtte, en hij was dood. Het publiek had niet door dat hij dood was aangezien hij bleef zitten. Hij werd door de andere cellisten naar de kleedkamer gedragen.
Auguste van Biene werd begraven op de Golders Green Jewish Cemetery in Londen. Op zijn matseiwa staat:
The melody is broken
I shall never write again
(The Broken Melody, Act 3).
Van Biene’s bescheidenheid en gevoel voor humor worden geïllustreerd door een verhaal dat hij ooit vertelde aan een groep cello-studenten, dat in 1901 in The Strad-magazine gepubliceerd werd: “Ik moest gaan spelen voor Zijne Majesteit Koning Willem III van Nederland… Ik had gehoord dat de koning van moeilijke gedeeltes hield. Dus daar ging ik voor. Toen ik klaar was met spelen liet de koning mij bij zich roepen. Hij zat in een zeer grote stoel want hij was een grote man en hij keek me vriendelijk aan en zei: ‘Van Biene, ik hen alle grote cello-spelers ter wereld gehoord.’ Natuurlijk boog ik, ‘Ik heb Piatti, Grutzmacher, Popper en Goltermann gehoord’, en ik boog nog wat dieper. ‘Maar van alle grote cello-spelers’, tegen deze tijd boog ik bijna tot op de grond, ‘van alle grote cello-spelers die ik heb gehoord zweet u toch wel het meest’.”
bron:
www.cello.org, lemma Van Biene (geraadpleegd 22 oktober 2016)
goudsmit.home.xs4all.nl, lemma Joseph b Abraham van Biene (geraadpleegd 22 oktober 2016)
Stadsarchief Rotterdam, Joseph van Biene, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 52, pagina 78
illustratie:
“Advertentie”. “Nieuw Israelietisch weekblad“. Amsterdam, 06-04-1866. Geraadpleegd op Delpher op 22-10-2016, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010858422:mpeg21:a0014
illustratie Auguste van Biene: Harold Baker (d.1942) – Verlaten Hotel.nl, Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=35358130
Geluid:
Kol Nidre by Auguste van Biene. Performed by the composer on cello, and an unknown pianist. From a 12inch Zonophone record, catalogue A 60, 1908, bron: https://www.youtube.com/watch?v=Y6SOMGJyi44 door Auguste van Biene (This work is in the public domain in its country of origin and other countries and areas where the copyright term is the author’s life plus 70 years or less).
gepubliceerd:
22 oktober 2016
laatst bijgewerkt:
27 februari 2021