Atjehstraat 46a – Een kappersfamilie pur sang

– Levie van der Sluijs
(Rotterdam, 14 november 1884 – Auschwitz, 19 oktober 1942) – 57 jaar.

 – Batje van der Sluijs-Limburg
(Amsterdam, 15 november 1884 – Auschwitz, 2 november 1942) – 57 jaar.

 – Jacob van der Sluijs
(Rotterdam, 15 februari 1924 – Auschwitz, 30 september 1942) – 18 jaar.

– Eva van der Sluijs
(Rotterdam, 22 april 1925 – Auschwitz, 30 september 1942) – 17 jaar.


Levie (1884), een geboren Rotterdammer, werkt als koopman in parfumerieën. Hij trouwt in 1909 met Batje Limburg (1884). Zij is geboren in Amsterdam. Beiden schelen slechts een dag met elkaar. Ze wonen eerst in Amsterdam waar de eerste vier kinderen, Abraham (1909), Nathan (1911) Sientje (1915) en Engelina (1920) worden geboren.

In 1922 besluiten ze om hun heil in Rotterdam te zoeken. Daar worden nog twee kinderen geboren; Jacob (1924) en Eva (1925). Het gezin is met zes kinderen compleet. Hun eerste adres is de Essenburgstraat 1, vervolgens verhuizen ze in 1924 naar de Coolsingel 29a, vlakbij het nieuwe stadhuis.

Stadsarchief Rotterdam, beeld en geluid. Prentbriefkaart. PBK-10600 Coolsingel met in het midden het Calandmonument, rechts de Passage en het Erasmiaans Gymnasium. Op de achtergrond de toren van het stadhuis. Collectie Goeree, toegangsnummer 4088. 1924 – 1928.
Stadsarchief Rotterdam. PBK-3332 De Keizerstraat, gezien uit het noorden. Rechts het winkelpand van Gebroeders Haagen op nummer 27 aan de westzijde, links kapsalon Maison Sluys, het café van Rasmussen en de vishandel van Jansen. Op de achtergrond de Keizersbrug en de Lutherse Kerk. Verder kruist de Vissersdijk de Keizerstraat.

Een heuse kappersfamilie
De dochters Sientje en Engelina van der Sluijs zijn opgeleid tot kapsters. Ze gaan voortvarend te werk en starten in 1928 een eigen kapperszaak. Ze betrekken daarvoor in 1927 een winkelpand annex woonhuis in de Keizerstraat 22, dichtbij de Laurenskerk, in het centrum van Rotterdam.
Ze worden kapsters bij hun zaak Maison Sluijs en wellicht zorgt hun vader, die koopman is in parfumerieën, voor de nodige aanverwante artikelen. De zaken gaan goed. Ze adverteren regelmatig in het Rotterdamsch Nieuwsblad. In een advertentie van 23 april 1928 vragen ze o.a. aankomende kapsters. In 1932 en 1933 adverteren ze met een nieuwe behandeling. “Een permanente wave en een oliebehandeling”, zou het haar, door de aanschaf van nieuwe apparaten, “naar ieders wensch zijn”, zo vermeldt het bericht.

Opgeschrikt door het bombardement van 14 mei, waar het gebied rond de Laurenskerk verandert in een kaalslag en alleen de Laurenskerk, weliswaar beschadigd, als symbool van hoop overeind blijft, zoekt de familie naarstig naar huisvesting. Ze vinden die op Katendrecht, waar hun zoon Nathan met zijn vrouw Philippina al vanaf 1937 woont.

De Keizerstraat bestaat nog steeds maar niets herinnert meer aan de sfeer van toen. Op de beelden uit het Stadsarchief Rotterdam kunnen we iets ervaren van de levendigheid van de buurt met grachten, bruggetjes en winkeliers. Het archief van Museum Rotterdam bezit het zwaar beschadigde straatbord van de Keizerstraat.

Een nieuwe start
Het gezin Van de Sluijs is niet het enige gezin dat zijn toevlucht neemt tot Katendrecht.
Vanaf 25 juni 1940 kunnen ze terecht in de Atjehstraat 46a waar ze opnieuw een kapperszaak beginnen. De oudste kinderen Abraham en Nathan zijn dan al het huis uit. Beiden werken als kapper. Sientje, Engelina, Jacob en Eva wonen nog thuis en verhuizen mee.

De hele familie verenigt op Katendrecht
Abraham trouwt in 1934 met de Rooms-Katholieke Hendrika Dal (1913) uit Dordrecht. Ze is ook kapster. Ze krijgen een dochter, Betty Gerarda, geboren op 12 maart 1938 in Rotterdam. Op een bepaald moment na het bombardement komen ze ook op Katendrecht wonen, in ieder geval tot 18 februari 1943 in de Katendrechtsestraat 11b.

Nathan trouwt op 1937 met de Nederlands Hervormde Philippina Helena van Duuren. Vanaf die tijd woont het echtpaar op Katendrecht, in de Atjehstraat 25b, niet ver van waar zijn ouders, zijn broer en zijn zussen zullen neerstrijken.

Sientje trouwt kort na de verhuizing op 14 augustus 1940 met Jonas Stibbe. Na hun huwelijk gaat het pasgetrouwde stel een deur verder wonen op 48a, direct naast de kapperswinkel. Een half jaar later op 7 maart 1941 krijgen ze een woning aan de overkant van diezelfde straat op 19b. Sientje blijft werken in de kapperszaak op 46a.

Engelina trouwt twee jaar later op 15 april 1942 met de broer van Jonas; Israël Stibbe en de twee echtparen wonen gezamenlijk op 19b . Ook Engelina blijft werken in de kapperszaak. Het verhaal van de echtparen Stibbe-Van der Sluijs staat hier.

Eva woont nog thuis woont. Ze is al op jonge leeftijd in de kapperszaak te vinden. Ze leert het vak van het zussen en broers.

Jacob woont ook nog thuis en werkt als magazijnbediende.

Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog woont de hele familie op Katendrecht.

In een advertentie in het Rotterdamsch Nieuwsblad van 8 juli 1940 kondigen zij hun verhuizing aan. De veerdienst Heen- en weer, van de gemeente is in die tijd een goede verbinding van de Veerhaven naar Katendrecht. Een hoopvolle nieuwe start ondanks de toenemende strenge maatregelingen tegen Joden.

De oproep tot melding bij Loods 24

Levie en Batje van der Sluijs, dochter Eva en zoon Jacob
Moeder Batje verlaat begin augustus met haar zoon en dochter Katendrecht, richting Loods 24. Ze moeten gehoor geven aan de tweede oproep om zich te melden bij de loods. Op 4 augustus worden de kinderen er geregistreerd. Vader is al vanaf 3 mei in Westerbork. Waarschijnlijk verbleef hij daarvoor in een werkkamp. Deze kampen werden rond 3 oktober 1942 ontruimd. Op 16 oktober 1942 gaat hij op transport naar Auschwitz en wordt bijna direct bij aankomst op 19 oktober vermoord.

Moeder en kinderen worden in Westerbork van elkaar gescheiden. Op 7 augustus 1942 gaan eerst haar kinderen Jacob en Eva op transport naar Auschwitz. Moeder Batje volgt pas twee maanden later, op 9 oktober. Als ze aankomt in Auschwitz zijn haar kinderen al vermoord op 30 september. Moeder Batje verblijft nog een paar weken in Auschwitz in grote onzekerheid over haar kinderen en echtgenoot, voordat ze op 2 november 1942 wordt vermoord. Levie en Batje werden beiden 57, Jacob 18 en Eva 17 jaar oud.

Hoe verging het de andere kinderen van Levie en Batje?  

Zoon Nathan
Alleen zoon Nathan overleefde de oorlog omdat hij gemengd gehuwd was met de Nederlands Hervormde Philippina Helena van Duuren. Op 15 februari 1943 werd hij gearresteerd omdat hij zonder vergunning elders verbleef. Hij kwam in het Huis van Bewaring in Rotterdam terecht. Op dat moment was zijn familie al op transport gezet. Met de kennis van nu weten we hoe het afgelopen is met zijn familie, maar had Nathan nog hoop in die dagen om zijn familie terug te zien? Op 16 februari stond hij al weer op vrije voeten. Hoe zijn leven verder is verlopen, is tot nu toe niet te achterhalen.

Dochters Sientje en Engelina
De andere dochters van Levie en Batje, Sientje en Engelina, gingen samen met hun echtgenoten Jonas en Israël met hetzelfde transport mee van 3 op 4 augustus 1942 en werden in Auschwitz vermoord op 30 september 1942. Israël werd 29 jaar, Engelina 22, Jonas 34 en Sientje 27 jaar oud.

Zoon Abraham
Zoon Abraham krijgt in Loods 24, in eerste instantie een vrijstelling wegens ‘mischehe’. Hij is dus met een niet-Joodse vrouw getrouwd. Ondanks zijn vrijlating vanwege het gemengde huwelijk besluit Abraham om toch onder te duiken.

 

bron:
Stadsarchief Rotterdam

http://www.scheepvaartvangerrit.nl/heen_en_weer
www.delpher.nl
https://www.oorlogsbronnen.nl/tijdlijn/Eva-van-der-Sluijs/01/93003
https://www.oorlogsbronnen.nl/tijdlijn/Jacob-van-der-Sluijs/01/74389
https://www.oorlogsbronnen.nl/tijdlijn/Levie-van-der-Sluijs/01/46929
https://www.oorlogsbronnen.nl/tijdlijn/Batje-van-der-Sluijs-Limburg/01/52908

illustraties:
Stadsarchief Rotterdam, beeld en geluid. Prentbriefkaart. PBK-10600 Coolsingel met in het midden het Calandmonument, rechts de Passage en het Erasmiaans Gymnasium. Op de achtergrond de toren van het stadhuis. Collectie Goeree, toegangsnummer 4088. 1924 – 1928.
Stadsarchief Rotterdam. PBK-3332 De Keizerstraat, gezien uit het noorden. Rechts het winkelpand van Gebroeders Haagen op nummer 27 aan de westzijde, links kapsalon Maison Sluys, het café van Rasmussen en de vishandel van Jansen. Op de achtergrond de Keizersbrug en de Lutherse Kerk. Verder kruist de Vissersdijk de Keizerstraat
Permanent wave, Advertentie. “Rotterdamsch nieuwsblad”. Rotterdam, 26-09-1933, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 19-01-2022, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB32:164667029:mpeg21:p00007
Maison Sluys, Advertentie. “Rotterdamsch nieuwsblad”. Rotterdam, 08-07-1940, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 19-01-2022, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011002433:mpeg21:p012

Colofon:
Project: Stichting Kaapse Kringen, Marianne Ketting

Tekst: Stadsatelier Corneel, Cora de Roon
Research: Han de Bruijne, Cora de Roon
Eindredactie: Rob Snijders, historicus (www.joodserfgoedrotterdam.nl)

disclaimer
Wij hebben onze uiterste best gedaan van het materiaal op de website de makers en rechthebbenden te achterhalen. Ook hebben wij ons uiterste best gedaan om de ons aangeleverde informatie op de website zo verantwoord mogelijk te presenteren. Al hoewel wij daarbij zeer zorgvuldig te werk zijn gegaan kan het toch zijn dat een bezoeker, auteur, gebruiker of rechthebbende meent dat publicatie in strijd is met zijn of haar rechten, zoals portretrecht(en) en of auteursrechten. Indien een dergelijk situatie het geval lijkt verzoeken we onmiddellijk contact op te nemen met de projectleiders.

gepubliceerd:
19 januari 2022

laatst bijgewerkt:
19 januari 2022