Andries (Dries) Philip, werd geboren op Rotterdam 20 juli 1922 als 3e zoon van Leentje van Dam (Groningen, 8 februari 1897 – 19 oktober 1942) en Arend (Arie) Philip (5 februari 1895 – 8 januari 1945). De overige kinderen in dit gezin zijn Louis (28 februari 1919 – 7 mei 1919) Levie (Louis) (15 maart 1920 – 27 mei 1989) en Meijer (28 mei 1926 – 31 maart 1944).
Als Dries vijf jaar is scheiden zijn ouders. Zijn moeder Leentje hertrouwt op 29 augustus 1928 met haar Groningse neef Andries Jacob van Dam (29 juni 1901 – 31 maart 1944) die hij steevast zijn tweede vader noemt. Uit dit huwelijk worden nog vier kinderen geboren; Jacob Andries (24 oktober 1928), Benjamin Andries (29 mei 1931), Frouktje (17 januari 1933) en Regina (24 december 1938). Leentje en deze vier kinderen werden op 19 oktober 1942 in Auschwitz vermoord.
Van 15 juni 1940 tot 1 oktober 1942 werkte Dries als slager bij L. J. Karstens op de Jaffastraat 48 te Rotterdam. Hij kwam uit een lang geslacht van vleeshouwers en veehandelaren.
Op 3 oktober 1942, ’s-avonds om acht uur, verschenen er twee politieagenten aan de deur op de Boezemkade 36 en het gezin moest direct mee naar het entrepôt in Rotterdam. Dries was op dat moment niet thuis maar toen hij hier van hoorde is hij onmiddellijk naar Loods 24 gegaan om zich bij hen te voegen. Hij wilde zijn moeder en de kleintjes niet in de steek laten. Van daar zijn ze naar Westerbork getransporteerd waar ze ongeveer twee weken geweest zijn. Vervolgens gingen ze per trein naar Cosel, daar zijn ze gestopt en moesten alle mannen tussen de 15 en 55 jaar uitstappen. Later heeft hij vernomen dat de trein met de kinderen en vrouwen naar Auschwitz is gegaan met alle gevolgen van dien.
Dries en zijn tweede vader zijn naar het kamp in Annaberg gebracht. Dit was een ‘Durchgangslager’ waar ze in twee weken tijd werden ‘afgericht’ om in verdere kampen te werk gesteld te worden aan de Autobahn. Na verloop van deze twee weken zijn ze naar Niederkirch getransporteerd waar ze werkten aan de spoorweg naar Gleiwitz. Weer enige weken later zijn ze naar Ottmuth gegaan en daarna naar Neukirch. Daar heeft Dries gewerkt aan de spoorweg naar Breslau. Na negen maanden hard werken, weinig eten en veel slaag, werd hij naar Görlitz getransporteerd waar hij gewerkt heeft bij de Wumag-Wagonbouw.
Na ongeveer een jaar zijn ze terechtgekomen in Kittlitztreben, het buitencommando van Gross-Rosen, daar moesten ze barakken bouwen voor opslag van munitie en diverse oorlogsattributen, o.a. de V1. Dries is daar aangekomen op 15 maart 1944 als ‘Haftling’, zijn nummer was: 19254. Zijn tweede vader had geen sterk gestel en ondanks alle pogingen van Dries hem te beschermen is deze van alle ontberingen omgekomen in Midden-Europa.
Op 9 februari 1945 is Dries met 1300 man al lopende vertrokken op de vlucht voor de Russen, wie niet mee kon werd neergeschoten. Na acht weken lopen zijn ze in Buchenwald neergestreken, vandaar richting Erführt, vervolgens zijn ze na zeven dagen aangeland in Flossenbürg alwaar een verblijf van een halve dag en toen richting Dachau. Op ongeveer 62 km vanaf München is Dries met een medegevangene gevlucht, ze waren nog over met 120 man, dus het was erop of eronder, en het is hem gelukt. Na twee dagen ondergedoken te hebben gezeten in een boerenschuur zijn ze de Amerikanen tegemoet gelopen, vermoedelijk hebben misschien tien man het overleefd.
Na terugkeer in Nederland kwam Dries terecht bij een gezin in Oosterhout waar hij een tijdje gebleven is. Broer Louis (Levie) werd gespot op het treinstation in Oosterhout en door dezelfde familie opgenomen. Vervolgens gingen de broers terug naar Rotterdam. Dries besloot naar Australië te vertrekken en monsterde aan op een schip waar hij ‘steward messroom’ werd. Helaas kwam hij niet in Australië maar in Sjanghai terecht. Daar kocht hij toen maar van zijn gage een partij nylonkousen die hij weer verkocht bij terugkeer in Nederland. Hiermee vergaarde hij zijn eerste kapitaaltje. Broer Louis handelde toen al wat in kleinvee. Met het verdiende kapitaal van Dries hebben de broers toen een eigen bedrijf opgezet dat uiteindelijk uitgroeide tot de top van im- en exportslachterijen in rund- en kalfsvlees in Europa, Fa. A. & L. Philip. Dries werkte hard (mede om gedachten aan de oorlog weg te drukken).
Dries trouwde op 11 september 1952 en kreeg drie kinderen waarvan het eerste levenloos geboren werd. Later werd hij de trotse (over)grootvader van zes kleinkinderen en drie achterkleinkinderen. Na een tijdje ingewoond te hebben op de Provenierssingel 1a, achter het Centraal Station van Rotterdam, kocht hij een eengezinswoning in Overschie aan de Graswinckelstraat 53. Hierna verhuisde hij zo’n 15 jaar later naar Krimpen a/d IJssel om uiteindelijk naar België te verhuizen. Dries hield erg van lezen en tuinieren. De vrije zaterdag was derhalve gereserveerd voor zijn tuin en het schoonmaken van de auto terwijl hij de zondag volledig gefocust was op zijn gezin. Door de verschrikkingen van de Holocaust en het verlies van zo veel familieleden wilde Dries zich, uit boosheid hierover, niet meer aan de regels van het Joodse geloof houden. Op latere leeftijd zijn hij en zijn vrouw alsnog een koosjer huishouden gaan voeren en hielden zij zich wel aan de Sjabbat en andere Joodse wetten en feestdagen.
Nadat de zoons van de broers het bedrijf hadden overgenomen bleef Dries toch nog tot zijn 85e parttime in het bedrijf van zijn zoon werken. Hij kwam hiervoor elke week een paar dagen over van België naar Nederland met zijn vrouw. Hij was er de man niet naar om hele dagen thuis te zitten. Uiteindelijk moest hij hiermee stoppen toen hij een vijfvoudige bypass kreeg. Dries is overleden in zijn woning te Brasschaat op 14 december 2018 op de mooie leeftijd van 96 jaar. Vanwege de Sabbath is hij begraven op 16 december op de Joodse begraafplaats Toepad in Rotterdam. Zijn vrouw vertrok enkele maanden na zijn overlijden naar Israël waar ook hun zoon al jaren woont met zijn gezin. Zijn overlevingsdrang en de wijze waarop hij na de oorlog in het leven stond zijn een inspiratie voor velen om hem heen.
bron:
geschreven door Regina Philip
illustraties:
foto Andries © Regina Philip
advertentie Het Vrije Volk
laatst bijgewerkt:
17 mei 2020