Abraham Oberstein

Abraham (Bram) Oberstein (Rotterdam, 30 april 1897 – Sobibor, 4 juni 1943) werd geboren als zoon van Gersen Oberstein (Wollena, Rusland, 15 maart 1854 – Auschwitz, 15 oktober 1942) en Pesse Cappe (Wollena, Rusland, 12 maart 1861 – Rotterdam, 19 februari 1931). Het grote gezin met zeker negen kinderen van Pesse en Gersen werd in 1896 in Rotterdam ingeschreven, daarvoor woonden ze in Amsterdam. Ze verhuisden veelvuldig in de stad en woonden op adressen als de Diergaardestraat 28, Vrouw Jannestraat 3, Delftsevaart 43a en Haringpakkerstraat 4a.
Bram trouwde met Eva van der Kloot (Den Haag, 4 juli 1905 – Auschwitz, 3 september 1943), van wie hij in 1928 scheidde. Zij kregen twee zoons; Hans (Rotterdam, 20 januari 1926 – Midden-Europa, 28 februari 1945) en Gerzon (Den Haag, 4 augustus 1927 – Auschwitz, 31 maart 1944). Eva was pianiste bij het Internationale Damesorkest van Dr. Josef Rosenfeld. Rond oktober 1927 woonde Bram in Rotterdam, hij was inwonend op de Voorburgstraat 112c.

Op 19 maart 1920 werd er in de Grote Zaal van Park Tivoli in Utrecht (van 1823 tot 1929, buitengrachts gelegen tegenover het Lucasbolwerk) een herdenking georganiseerd voor Multatuli (Eduard Douwes Dekker). Bram was een van de personen die optraden en was in die tijd tweede solocellist van het Utrechts Stedelijk Orkest (USO). Dit was het eerste optreden dat teruggevonden kon worden in oude kranten. Het optreden van Bram werd bejubeld in de pers; vooral de uitvoering van het Kol Nidrei van Max Bruch maakte indruk.

In 1921 speelde Bram (ook) in het Hartvelt-kwartet, samen met Piet Hartvelt, Evert Brantenaar en Cornelis Hartvelt. In 1922 maakte Bram een reis naar de Verenigde Staten. In mei van dat jaar was hij terug in Nederland en stond vanaf 23 mei 1924 op het toneel van het Luxor Theater en werd in de annonce aangekondigd als ‘cello-virtuoos’.

Vanaf de tweede helft van de jaren twintig was Bram regelmatig op de radio te horen. Waarschijnlijk was hij toen lid van het Regina ensemble; de radio-uitzendingen waren vaak met deze groep vanuit café Regina te Den Haag. Dit café was op het Buitenhof 22 gevestigd. Eind 1927 speelde Bram in een trio met Francis Brockhoven (viool) en Johan Kievid (piano) en speelde op de kerstvergadering van de Federatie Rotterdam van de S. D. A. P., de Sociaal-Democratische Arbeiders Partij, de voorloper van de PvdA.

Bram was lid van het KRO-sextet in 1932. Van 1932 tot 1936 speelde hij bij de KRO-boys. Bram werd eind 1929 genoemd als lid van het KRO-trio, met Piet Lustenhouwer op piano en Heinrich Scholl op viool. Gedurende de jaren dertig was Bram zeer regelmatig op de radio te horen.

Van 20 tot 26 januari 1941 trad Bram op de violoncel op samen met sopraan Gerda Pons en Herman Kruyt op piano in de Nachtwachtzaal in het Rijksmuseum. Ze speelden daar muziek van verschillende componisten. Van 2 tot 8 juni 1941 waren er wederom optredens in de Nachtwachtzaal, nu met zang van Greet Haentjes en Antoon Krelage op piano. In die tijd was het nog mogelijk, de Kultuurkamer, waar Joden geen lid van mochten worden en daardoor uitgesloten waren van optredens, werd op 25 november 1941 in het leven geroepen en werd op 30 mei 1942 effectief.

Bram Oberstein hertrouwde in 1941 met Louisa Oberstein-Corper (Amsterdam, 9 juni 1904 – Auschwitz op 7 september 1942). In het begin van de bezetting woonden zij op de Lutmastraat 186-1 in Amsterdam.

Tijdens de bezetting werd Bram onderdeel van het Joodsch Symphonie Orkest. Daarnaast werd in februari 1942 het Joodsche Trio opgericht, bestaande uit Bram Oberstein, Ludwig Belitzer (piano) en Sam Tromp op viool. Belitzer was tevens dirigent het het Joodsche Kamerkoor, ook begin 1942 opgericht.
Bram kreeg een aanstelling bij de Joodsche Raad in Amsterdam. Hij was werkzaam bij de Algemene Dienst op de Nieuwe Keizersgracht 58, het hoofdkantoor. Door deze aanstelling had hij en zijn gezin een Sperre, maar deze werd ongeldig verklaard. Op 1 juni 1943 werd Bram gedeporteerd naar Sobibor, waar hij bij aankomst vermoord werd. Zijn echtgenote Louis was al eerder gedeporteerd naar Auschwitz. Hans, zijn zoon, heeft nog in Theresienstadt gezeten, maar ook hij overleefde de oorlog niet.

 

 

bron:
Abraham Oberstein, Stadsarchief Rotterdam, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-352.
Gersen Oberstein, Stadsarchief Rotterdam, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-352.
Multatuli, “Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad”. Utrecht; Utrecht, 16-03-1920, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 08-12-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUTRA04:253204128:mpeg21:p00003.
Abraham Oberstein, Pointer, https://pointer.kro-ncrv.nl/pointer-zoekt-nabestaanden-joodse-kro-musici (geraadpleegd 8 december 2024).
Kol Nidrei, “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 03-12-1920, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 08-12-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010859812:mpeg21:p005.
Hartveld-Kwartet.. “Utrechtsche courant”. Utrecht, 22-09-1921, p. 7. Geraadpleegd op Delpher op 08-12-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUTRA04:253314072:mpeg21:p00007.
Verenigde Staten, “Het Vaderland: staat- en letterkundig nieuwsblad”. ‘s-Gravenhage, 23-05-1922, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 08-12-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010007857:mpeg21:p002.
Luxor, “Rotterdamsch nieuwsblad”. Rotterdam, 22-05-1924, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 08-12-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010494801:mpeg21:p006.
Verloving, Familiebericht. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 09-07-1926, p. 6. Geraadpleegd op Delpher op 08-12-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010858133:mpeg21:p006.
RADIO-PROGRAMMA.. “Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant”. Enschede, 15-07-1927. Geraadpleegd op Delpher op 09-12-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000048772:mpeg21:p006.
Regina ensemble, “Het volk : dagblad voor de arbeiderspartij”. Amsterdam, 16-07-1927, p. 6. Geraadpleegd op Delpher op 09-12-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011114177:mpeg21:p006.
KRO-trio, “Nieuwe Utrechtsche courant”. Utrecht, 01-11-1929, p. 11. Geraadpleegd op Delpher op 09-12-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUTRA04:253384036:mpeg21:p00011.
KAMERMUZIEK IN HET RIJKSMUSEUM.. “Algemeen Handelsblad”. Amsterdam, 19-01-1941. Geraadpleegd op Delpher op 09-12-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000056060:mpeg21:p006.
Navhtwachtzaal. “Algemeen Handelsblad”. Amsterdam, 01-06-1941. Geraadpleegd op Delpher op 09-12-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000062570:mpeg21:p010.
Het Joodsche Trio opgericht. “Het joodsche weekblad : uitgave van den Joodschen Raad voor Amsterdam”. Amsterdam, 06-02-1942, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 09-12-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010318304:mpeg21:p003.
Bram Oberstein, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130348536 (Abraham OBERSTEIN).
Hans Oberstein, Theresienstadt, Arolsen Archives, 5108186 (HANS OBERSTEIN).

illustratie:
Multatuli, “Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad”. Utrecht; Utrecht, 16-03-1920, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 08-12-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUTRA04:253204128:mpeg21:p00003.
Luxor, “Rotterdamsch nieuwsblad”. Rotterdam, 22-05-1924, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 08-12-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010494801:mpeg21:p006.
Verloving, Familiebericht. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 09-07-1926, p. 6. Geraadpleegd op Delpher op 08-12-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010858133:mpeg21:p006.

gepubliceerd:
9 december 2024

laatst bijgewerkt:
9 december 2024